woensdag 29 december 2010

Een witte kerst

Is het vanwege de quota die de VRT (beter bekend als “het rode bolwerk”) zichzelf hebben opgelegd, of is het toeval? Feit is dat er de laatste dagen behoorlijk wat Goed Geïntegreerde Allochtonen op het scherm te vinden zijn. Bijvoorbeeld in “de Allerslimste Mens ter Wereld” van afgelopen maandag. Prominent achter presentator Erik Van Looy waren drie allochtone-mannen-van-ietwat-vreemde-komaf-met-een-getinte-huid te zien. Goed geïntegreerde allochtone-mannen-van-ietwat-vreemde-komaf-met-een-getinte-huid bovendien, want ze lachten op de juiste momenten met de grapjes van Van Looy en trawanten.

En dan was er nog Music For Life, afgelopen vrijdag, de laatste dag dus. Opeens kreeg de camera een meisje met een nog iets getintere huidskleur en van Afrikaanse origine in de gaten, mét een kerstmuts op, die vrolijk met haar autochtone vriendinnetjes zonder getinte huidskleur stond te zingen en te dansen … nu ja, een meisje van Afrikaanse origine, uiteraard staat die te dansen en te zingen. Doen die ooit iets anders? Maar desalniettemin, een schitterende zaak voor de quota! En op dat eigenste moment stond in het Glazen Huis een homo te presenteren! Sandra De Preter en Ingrid Lieten wreven zich vergenoegd in de handen...

Ook de obligatoire sneeuwitems die dezer dagen in het journaal te zien zijn, worden in al hun witheid gepigmenteerd met enige allochtone aanwezigheid. Steevast wordt een Hichampje of een Sorayatje voor de camera gesleurd om te zeggen wat ze van de sneeuw vinden. Meer dan “ja”, “nee” en “kweenie” komt er meestal niet uit, waarmee ze meteen ook aantonen dat ze perfect Vlaams zijn. In het milieu wordt deze Goed Geïntegreerde Vreemdeling, die het nieuwsitem van “het rode bolwerk” een beetje multiculti moet maken, ook wel de “alibi-allochtoon”, of in dit geval het alibi-allochtoontje, genoemd.

Je zal maar een Goed Geïntegreerde Allochtoon zijn dezer dagen. Je kan je kop niet laten zien, of je wordt al lastiggevallen door een cameraploeg. Laat ze toch gewoon met rust, denk ik dan. “Jaja, als ge ze gerust laat, dan kreigde taferelen zoals in Brusel en in Anderlegt”, hoor ik daar een Het Laatste Nieuws-lezer al zeggen. Ik weet het, mensen die samengepakt leven in niet al te beste omstandigheden, de taal niet spreken, geen werk noch perspectief hebben, daar komt meestal niet al te veel goeds uit voort en daar kunnen ze soms gerust zelf wat aan doen.

De vraag is nu: willen we eigenlijk wel dat deze allochtone medemens opduikt op de plekken die we als "de onze" beschouwen. Willen we wel dat ze in het publiek achter "onze" Erik Van Looy zitten? Dat ze meedansen op de muziek van "onze" Music For Life? Het geld dat daarmee wordt ingezameld, is immers al voor hen. We sturen het hen wel op, ze moeten niet zonodig naar hier komen... Willen we wel dat ze in dezelfde klas of dezelfde jeugdbeweging zitten als onze Juul, onze Warre, ons Myrthe, Merel of Liese? Alhoewel, zo'n klein allochtoontje naast je blonde dochter in de bakfiets, het staat zo leuk en lekker links. Maar wat als ons Liese over X aantal jaren thuiskomt met "den Hicham" of onze Juul met Soraya, of wie weet zelfs omgekeerd? Zijn we dan nog zo links? Of verlangen we dan terug naar een echte witte kerst?

donderdag 23 december 2010

Blacksad

Kerstmis! De mooiste periode van het jaar: sneeuwtapijten, kerstlampjes, haardvuren en vrede voor allen die van goede wille zijn. De goede voornemens worden nog eens van onder het stof gehaald, Mariah Carey ook en iedereen neemt zijn laatste verlofdagen op.

Toch dreigt één ding heel de kerstvreugd te vergallen: de cadeaus. Ik ben er immers heel slecht in. Nee, niet het zoeken voor andere is echt een probleem, vooral het zoeken naar iets wat aan mij gegeven kan worden… Want zo gaat dat nu eenmaal: mensen moeten iets voor jou kopen, en ze vragen dan wat je wil. Ze willen immers iets kopen wat je echt wel leuk vindt of waar je iets mee kan doen … of ze willen toch zeker geen geld verspillen.

Op die momenten breekt het koud zweet mij dus uit. Zelden slaag ik er in om een deftige tip te geven. En wat het nog erger maakt: als ik dan een “onverwacht” cadeau krijg, slaag ik er ook niet in om blij te zijn, of tenminste te doen alsof… Bij deze dus mijn oprechte excuses aan wie ik hierdoor heb gekwetst…

Maar ben ik echt de enige die met dit probleem kampt? Soms is het gewoon heel moeilijk om nog iets te vinden. Op een gegeven moment moet je stoppen met boeken vragen over van alles en nog wat, gewoon omdat de stapel je boven het hoofd groeit en je nog minstens tien kerstmissen nodig hebt om alles gelezen te krijgen. Sommige dingen vraag je ook gewoon niet, of liggen nogal moeilijk onder de kerstboom. Een kruiwagen bijvoorbeeld. Of zijn ietwat buiten budget, zoals een zonneboiler.

Nochtans, soms loont het de moeite om de schenker een beetje vrijheid te geven en krijg je echte pareltjes. Enkele jaren geleden kreeg ik van een vermeteling die zonder voorafgaande raadpleging een kerstcadeau voor mij durfde kopen een strip –wacht nee, tegenwoordig heet dat “comic” zeker?- van Blacksad. Een comic waarin dieren de hoofdrol spelen, om precies te zijn. John Blacksad, de hoofdrolspeler, is een kat die het edele beroep van detective uitoefent. Zijn katachtige uiterlijk maakt van hem een beetje een Batman-lookalike, en zoals ongeveer elke detective is hij een loner die op z’n eentje en op z’n eigen manier (om het Witseriaanse “eigenzinnig” te vermijden) de handschoen opneemt tegen de misdaad. Al pakt hij niet zomaar eender welk misdrijf aan, hij bepaalt zelf voor welke goede zaak hij zich inzet. Een goede zaak waarin ik me doorgaans wel kan vinden.


Zo neemt Blacksad het in Arctic Nation op tegen het dictatoriale regime van de witte ijsberen. Overduidelijk gebaseerd op de wartaal van Hitler en zijn nazi-trawanten, maar het discours is, helaas, van alle tijden.

Blacksad is dus nogal politiek correct, maar in a very politiek incorrect way. Lees: hij wil al wel eens de voorgevel verbouwen van een krokodil, een haan of een nijlpaard dat niet veel goeds in de zin heeft. Het moet gezegd: hij krijgt regelmatig ook zelf een pak slaag, maar daarvoor heeft een kat negen levens, toch? Naast politiek correct hebben de missies van Blacksad ook altijd een persoonlijke grondslag: een oude vriend die in de penarie zit, een vrouw wiens kind spoorloos is… Une service à la tête du client, quoi.

Ondanks zijn –sorry- eigenzinnige karakter kreeg Blacksad in zijn meest recent avonturen het gezelschap van Weekly, een marter-wezel-achtig dier dat als riooljournalist door het leven gaat. De relatie tussen de twee is er eentje van aantrekken en afstoten, zij het in a very non-sexual way. Niet dat er geen plaats is voor wat lichamelijkheden in deze strip. Blacksad is ook maar een mens… enfin, u weet wat ik bedoel, en durft al eens met een schone deerne in bed te duiken. Of dat nu een ree of zelfs een hond is, dat maakt hem allemaal niet uit. Al blijft het allemaal wel binnen de perken. Het geheel blijft ook erg stijvol, met een jazzy sfeertje (tekenaars Guarnido en Canales verwerken jazznummers in hun verhalen, en die kan je –met enige verbeelding- bijna horen) en een vleugje film noir. Maar de avontuurtjes zijn steeds van korte duur, en als zijn missie is beëindigd trekt Blacksad toch steeds weer de deur achter zich dicht en gaat hij, op z’n Lucky Luke’s, zij het net niet tegen een ondergaande zon, op weg naar een nieuw avontuur.

Een aanrader dus, en ideaal als kerstcadeau. Helaas bestaan er maar vier nummers van, en die heb ik ondertussen allemaal (waarvoor dank). Tips zijn altijd welkom...

woensdag 15 december 2010

Speculaas/-atie

Speculatie. Tot voor X aantal jaren was dat voor mij die koek die je van Sinterklaas kreeg en die zo lekker was als je hem in koffie doopte. Later werd dat gecorrigeerd tot speculaas of zelfs speculoos.

Tegenwoordig hebben we het over heel andere dingen als het over “speculatie” gaat. Het gaat dan over het …euhm, speculeren, door… dinge, speculanten. Het gaat ook over de staatsschuld, het begrotingstekort, kredietwaardigheid en staatsobligaties… Stop! Wat zochten we nog, Erik? Rente, natuurlijk! Het waren de zenuwen.

Maar speculanten speculeren dus. Mijn eerste vraag is dan: hebben die niks beters te doen? Moeten die niet op de kinderen passen, of klusjes in huis opknappen? Boodschappen doen misschien? In plaats van van achter hun pc uit te zitten spelen met denkbeeldig geld. En maar druk doen! En maar bellen!

En wat nog meer is: ze specu…dingen niet zomaar, ze dreigen ermee dat tegen ons land te gaan doen! Als wij er niet voor zorgen dat er niet snel een nieuwe regering komt, dan gaan onze ratings… kredietwaardigheid…obligaties… dinge… omlaag en de rente omhoog of zoiets. Maar excuseer, waar bemoeien die mensen zich eigenlijk mee? Mogen wij misschien zelf nog kiezen of en wanneer wij een regering krijgen of niet? Dat dacht ik ook ja! Dat ze eens op een ander gaan specu…dingen.

Trouwens, het gaat toch prima zonder regering? De rekken liggen vol met de meest noodzakelijke producten zoals melk, meel en iPadden, het koud en warm water stroomt nog en de treinen rijden op tijd… enfin, ze rijden.

En als de heren speculaties echt niet willen luisteren, is er nog altijd de harde hand. Beginnend met een ferm “Wilde gij wel eens stoppen met tegen ons land te specu…dingen?!”, en als dat niet helpt gewoon een bestorming van het gebouw van waaruit alle speculanties druk doen. Knevelen en muilkorven die handel, zodat ze niet meer kunnen bellen, e-mailen en andere stoute dingen doen. Even maar, totdat wij een nieuwe regering hebben, tot… euhm, dinge…

woensdag 8 december 2010

De helende kracht van geld

Een doordeweekse avond in station Brussel-Zuid. Koud. Trein met vertraging. Gemor. Al de tweede keer deze week, gisteren ook al een halfuur. Al de vijfde keer in twee weken. De tiende keer in een maand.

De trein komt. Dan toch. Mensen stappen in. Ook zij, een vrouw… nee, een vrouwtje, van een jaar of dertig. Gepakt en gezakt, compleet worstelend met kinderbuggy. Ze zoekt zich een plaats en zijgt neer.
Maar in plaats van met de wolven mee te huilen over wat een miserie dat toch is, die NMBS, begint ze vrolijk om zich heen te schetteren. Tegen de baby in haar buggy. Tegen de dame tegenover haar. Tegen wie het maar horen wil.

Dat het hier toch nogal meevalt met de treinen. Ze komt net van over het kanaal. Moest eerst van een onooglijk Iers gat tot in Saint-Pancras geraken, daarna nog met de Eurostar tot in Brussel en nu de laatste etappe naar Hasselt. Die Engelse trein, dat was me wat. Te laat, en dan waren de deuren nog half kapot. In elk station moest iemand van de reizigers uitstappen om de deur zelf te sluiten alvorens ze konden vertrekken. Tegen de hendel duwen, slaan of schoppen, en dan proberen terug op de trein te springen voordat de deuren zich sloten. Om maar te zeggen…
Ze verdrijft de koude en de ergernis enigszins uit de wagon.

Intussen zitten twee mensen –collega’s van het werk, vrienden misschien- naast mij te berekenen hoeveel deze vertraging hen gaat opleveren, als ze het invullen op hun compensatieformulier. De helende kracht van geld. Als we er maar iets aan kunnen verdienen, dan is de pijn al snel verzacht. Een geniale vondst van de NMBS.

Maar, zegt de man tegen de vrouw, je kan er nog meer uit halen. Als je op railtime kijkt, kan je zien welke trein richting Hasselt het meest vertraging heeft, en die kan je dan invullen. Het meisje fleurt op. En kan ze ook de vertragingen van vroeger nog opzoeken? Zeker, antwoordt hij,van de voorbije twee jaar zelfs! En bij een vertraging van meer dan een half uur, wordt de helft van de treinreis terugbetaald.

Tel uit je winst!

Straks komt ze thuis met de woorden: “Voila, we hebben ze weer verdiend vandaag”. En dat gewoon door op de trein te zitten. Het leven kan toch schoon zijn.

vrijdag 26 november 2010

Eenzaam is de spits

Eindelijk weekend! Eindelijk tijd voor onszelf, voor onze hobby's... De volgende dagen zullen overal ten lande opnieuwe duizenden klein mannen met een aanstekelijk enthousiasme het voetbalveld betreden en het beste van henzelf geven. Eén van die klein mannen is Jérémy Serwy. Al valt nog te betwijfelen of hij echt enthousiast zal zijn.

Jérémy Serwy (ser-wie?) doet waarschijnlijk niet zo heel veel bellen rinkelen. Bij de nakende uitreiking van de Gouden Schoen zal hij hoogstens per vergissing een punt toegekend krijgen. Niet geheel onterecht. Serwy is een spits of toch tenminste een aanvallende middenvelder, en hij heeft nog geen goal gemaakt en voorlopig nog maar twee assists gegeven. Maar toch, toch zou hij minstens één punt moeten krijgen, gewoon voor moed en zelfopoffering. Jérémy speelt immers voor Charleroi...

*sidder*
Ja, Charleroi, die steeds weer vuurspuwende vulkaan die nooit lijkt te doven. Dat wespennest waaraan iedere trainer zich steeds weer prikt en waar slechts één grote Iranese wespenkoningin (of is dat alleen bij bijen) de plak zwaait. Daar zet Jérémy Serwy tegen wil en dank zijn eerste pasjes als eersteklasservoetballer.

Vorige week kon ik het niet meer aanzien en sprong mijn gemoed vol van het diepe medelijden met de jonge Serwy. Tegen leider Racing Genk mocht hij iets voor het uur invallen. Een half uur speeltijd tegen een topper, mooi voor een rookie, zou je denken. En het werd nog beter, want al vrij snel redde hij zijn ploeg van een tegentreffer door een Genks schot op de lijn te keren...

Helaas stond zijn ploeg toen al drie doelpunten in het krijt. Nee, zijn ploegmaats Alessandro Cordaro, Maxime Brillault, Moussa Gueye, Naïm Aarab en anderen hadden er nog niet echt veel van terechtgebracht. Alleen die laatste had zich al echt doen opmerken, namelijk door Jelle Vossen van het veld te tackelen.

En in die omstandigheden probeert Serwy dus Charleroi, de club waar hij al lid van is sinds zijn 13de, sinds 2004 (Serwy is pas 19), in eerste klasse te houden. Zo goed als mogelijk probeerde hij van zijn speelminuten te benutten om richting te geven aan het Henegouwse spel. Hij was auteur van één van de weinige schoten richting Genk-doelman Thibaut Courtois. Maar de bal zeilde over.

"Eenzaam is de spits die niet scoort", zong Kommil Foo al ooit. Tom Pintens maakt al ooit het nummer "In Charleroi". "Eenzaam is de spits die niet scoort in Charleroi", het zou misschien geen hit worden, maar het is zo ongeveer wat het leven van Jérémy Serwy samenvat.

Kan er trouwens nog iemand volgen wie daar in doel staat? Bijna het hele afgelopen decennium, al is dat misschien overdreven, was dat Bertrand Laquait. Vorig jaar hadden ze Sébastien Chabbert, een Laquait light, ook wat prestaties betreft. En nu hebben ze Cyprien Baguette (21). En dan Kevin Dewolf (20). Maar ook die was snel weer weg, herinnert u zich zijn monumentale blunder tegen STVV. Dan was er Nicola Hatefi (19). En dan was Baguette er terug. Al werd die ergens tijdens de rust weer vervangen door Hatefi, dacht ik. Maar dan was hij toch weer terug... ik volg niet meer. Het moet zijn dat Abbas en, hoe noemt hun trainer ook weer, Csaba of zoiets, de tegenstander gewoon om de tuin wil leiden. Niet dat het veel helpt...

dinsdag 16 november 2010

De klucht Clottemans

Zou Els Clottemans, diep weggestoken in de gevangenis van Hasselt, weten dat ze de Vlaamse bevolking heeft verdeeld in een groep van mensen die in haar onschuld geloven en een groep die haar als schuldig beschouwen? Believers en non-believers dus. Of zijn het non-believers en believers?

Vorige week liet Telefacts-journalist Farouk Ozgünes zijn licht schijnen over de zaak. Hij kwam aanzetten met een nieuwe piste: Els Van Doren werd al eens eerder bijna het slachtoffer van een moordaanslag. De touwen van haar parachute werden door “iemand” in de knoop gelegd.
De theorie van Ozgünes pleit Clottemans niet vrij, maar zegt ook niet dat Clottemans schuldig is. De nieuwe theorie zal alleszins koren op de molen zijn van allen die denken dat Clottemans nu onschuldig in de cel zit.
Een stoute veronderstelling misschien, maar zou Ozgünes ook met deze theorie zijn gekomen als er helemaal géén controverse was over de uitspraak in deze zaak?

Ach, de aanpak van VTM verzinkt in het nietigste niets bij de manier waarop Het Laatste Nieuws de berichtgeving over deze zaak heeft aangepakt.
“SCHULDIG ZONDER BEWIJZEN” titelde de krant de dag na de uitspraak. Klopt helemaal, geen speld tussen te krijgen. Ook bij andere kranten was dit de teneur in de berichtgeving. Maar in sommige van die andere kranten werd daarnaast vermeld dat dat wel vaker gebeurde, een veroordeling zonder bewijzen. Ooit werd zelfs iemand veroordeeld voor moord, zonder dat er een lijk gevonden was.
Maar dat vergat Het Laatste Nieuws er dus bij te vertellen. Resultaat? Een gedeelte van de één miljoen lezers, of hoeveel zijn het er, van de krant is er nu van overtuigd dat Clottemans de gevangenis in is gepraat door Jef Vermassen, tegen alle juridische regels in nog wel. In het verlengde daarvan zijn ze beginnen denken dat alles in ons gerechtelijk systeem en bij uitbreiding in onze democratie volledig rot is. In hun zoektocht om uitdrukking te geven aan hun verontwaardiging konden heel wat mensen, toevallig of niet, terecht op het forum van hetlaatstenieuws.be. Onder het mom van “vrijheid van meningsuiting” worden daar echter ook de iets minder genuanceerde meningen toegelaten. Dichter bij de waarheid is dat het merendeel van de reacties ofwel beledigend, ofwel racistisch, ofwel negationistisch is, en met een beetje geluk zijn ze het zelfs alle drie. Op dit forum staat onder elke geposte reactie “Beledigend? Ongepast? Meld het ons”, maar dit heeft zo ongeveer dezelfde cynische bijklank als de “gelieve ons hiervoor te verontschuldigen” van de NMBS na elke melding dat de trein weeral is afgeschaft: het heeft geen enkele betekenis en niemand geeft er gevolg aan. Als alle reacties die effectief “beledigend” of “ongepast” zijn van de website werden geweerd, verschenen er geen 10 per dag online. Niet echt de omstandigheden dus waarin een sereen debat gevoerd kan worden…

De andere arena waar het Clottemans-debat in alle hevigheid losbarstte, was Facebook. Meteen na de veroordeling werd er een “steun Els Clottemans”-groep opgericht en die kreeg al snel duizenden mensen achter zich die geloofden dan het proces-Clottemans oneerlijk was verlopen en dat “Els” een groot onrecht was aangedaan. “Ik weet gewoon dat ze onschuldig is”, “Sterkte Els, wij geloven in je onschuld” en “Tegenwoordig kan eender wie eender wanneer in den bak belanden” was zo ongeveer de teneur van de reacties. De uitgebreide media-aandacht die naar de zaak was gegaan, had ervoor gezorgd dat iedereen het gevoel had dat hij of zij zelf in de rechtszaal aanwezig was, getuige daarvan reacties als “Toen de advocaten en de rechter door de jury naar binnen werden geroepen, wat is er toen allemaal bedisseld?! Wie heeft er hoeveel betaald?!”. Nieuwe theorieën (“Misschien wilde de moordenaar iemand anders vermoorden, maar nam Van Doren de verkeerde parachute!”) zagen het levenslicht en er werd opgeroepen tot een “zwarte mars voor gerechtigheid”. Ook de anti-Jef Vermassen-groep zag het levenslicht, en daar was de commentaar (de naam van de groep is er een voorbeeld van) ook niet altijd even doordacht. Nu, ik ben wel voorstander van een beetje mobilisatie van het proletariaat, maar ik denk dat er daarvoor op dit moment toch andere, betere doelen zijn… Veelzeggend is dat de twee groepen na verloop van tijd onderling boel kregen en dat er van een zwarte mars voorlopig weinig in huis is gekomen.

Het aanvankelijke succes van de Facebookgroepen was voor Het Laatste Nieuws echter voldoende om er uitgebreid over te berichten. Ook initiatieven zoals spandoeken met steunboodschappen aan Clottemans langs één of andere autostrade kregen volop belangstelling. In de les “hoe maakt een krant zelf het nieuws?” van de cursus journalistiek zal dit voorbeeld wel een prominente plaats krijgen, maar ik betwijfel toch of dit echt de bedoeling is…

Nog lager op de internetladder, maar dan zitten we echt wel in de diepste krochten van de www, bevindt zich Clint.be. De makers van deze website maakten het “Jef Vermassen on tour”-t-shirt. In het geheel niet gehinderd door enige kennis ter zake, maakten ze daarop een opsomming van mensen waarvan de “schuld bewezen” was en die door Vermassen waren vrijgepleit. Zo wilden zij het grote failliet van ons rechtssysteem aantonen. Al die schurken lopen nog op straat rond, en die goederd van een Els Clottemans moet naar het gevang. Een schande!
Eén van die “schurken” is Wiske Van der Meersche. Een hoogbejaarde vrouw die in 2008 “haar man doodmepte”, zoals tactvol op het shirt staat, en die toch werd vrijgesproken. Ik had het geluk om het proces tegen Wiske in 2008 op de voet te mogen volgen. De 79-jarige vrouw had haar man inderdaad vermoord door hem dertig keer met een hamer te slaan en hem vervolgens de keel over te snijden. De rechter nam echter andere factoren mee in zijn uitspraak, zoals het feit dat de vrouw heel haar leven werd mishandeld door haar man en dat er sprake was van een onweerstaanbare drang.
Maar de juridische experts op hln.be gaven ook toen al present, en wel hier. Een bloemlezing? “Ronduit schandalig!! Den bak in zoals iedere moordenaar”, “dit snap ik dus niet he, ze heeft ’t gedaan, hoe kan ze dan vrijgesproken worden… moord gepleegd? Schuldig!!!” en ten slotte natuurlijk ook “Neenee, het rechtssysteem in België is aan het ontsporen met die volksjuries”. Misschien in cassatie gaan en Wiske (op dit moment 81) alsnog laten veroordelen?

vrijdag 5 november 2010

Criel, Camus en Poulicek

In de reeks "voetballers die vergeten zijn zonder dat ze echt een grote carrière hebben gehad" wil ik het vandaag hebben over Bram Criel. Je kent hem ongetwijfeld. De Criel die u 's zondagsavonds op pagina 541 van teletekst ziet staan bij de doelpuntenmakers van KSK Heist, dat is em. Ziet u wel, u wist het, maar u durfde het niet te zeggen! Inderdaad, Bram Criel speelt nu bij Heist, hometown van Paul "Polle Pap" Michiels en ook wel van Kevin Wuyts, beter bekend als "het orakel van Heist". Dat is, voor wie het even niet weet, in de Exqi League, een competitie die zich onder de Jupiler Pro-, maar qua niveau tussen de Champions- en de Europa League bevindt. Criel speelt daar de pannen van het dak en staat momenteel op een mooie vijfde plaats in de topschutterslijst, achter grote namen als Jan De Langhe, Dalibor Vasilinovic of zoiets en Mustapha Jarju. Maar zijn carrière begon Bram iets meer naar het zuidwesten, in Mechelen.

We schrijven anno 2002. KV Mechelen is, met dank aan maffe koekjesbakker Willy Vandenwijngaert, failliet en Marc Uytterhoeven is druk bezig met een groots reddingsplan uit te dokteren. Maar in de tussentijd ging de show natuurlijk on, en KVM moest een elftal in het getouw krijgen zonder profs, die allemaal andere en betere oorden hebben opgezocht. Er werd dus teruggegrepen naar eigen jeugd en afdankertjes van bevriende ploegen zoals Standard. Dit resulteerde in een ploeg met de heren Tordoir, Asselborn, De Pauw, Caramazza, Valgaerts, Nkokolo ... U noemt ze samen met mij op.
De youngster onder deze youngsters was Bram Criel. Zestien op dat moment, maar aangekondigd als een groot talent (de Lukaku van zijn tijd, laat ons zeggen) en bij gebrek aan spitsen voor de leeuwen gegooid.

De jonge spits vocht voor wat hij waard was, maar kon ook niet voorkomen dat KVM nogal eens verloor en er feitelijk voor zorgde dat alle ploegen in eerste klasse op het einde van het seizoen een positief doelpuntensaldo hadden.
Maar hij had wel indruk gemaakt, want toen Malinwa naar derde zakte, kwam Racing Genk hem wegplukken, samen met ongeveer de hele generatie Defours, Ogunjimi's en Huberts. Helaas, Criel was ook een beetje de Jelle Vossen van zijn tijd, en de trainers zagen het toch niet in hem. Terug naar af dus. Maar kijk, na amper een jaar of zes en passages langs Heusden-Zolder, terug KVM, Verbroedering Geel, KVSK United en Dessel Sport is Criel dus helemaal terug. Kwaliteit komt altijd weer bovendrijven, al moet men soms een beetje geduld hebben! Het zijn zulke verhalen die in de overlevering worden opgenomen...

Een ander icoon van het grote KVM kwam vandaag aan bod in het radionieuws, zij het dan het iets lichtere genre. Opeens hoorde ik de naam van Daniel Camus. Nee, niet Fabien en ook niet Albert, Daniel. Deze man speelde van 1999 tot november 2001 in Mechelen en was daar (en natuurlijk ook bij de andere ploegen waar hij speelde) het type verdedigende middenvelder die ook wel een doelpunt of zeven per seizoen meepikte (om het woord "box-to-box-middenvelder" niet te gebruiken). Camus was echter, hoe zal ik het zeggen, niet geheel onbesproken. Hij was zo'n beetje de Jonathan Blondel van zijn tijd, maar dan een slimme versie. Dit wil zeggen: venijnige overtredingen, maar op zo'n manier dat niet heel het stadion het had gezien. Daarnaast kon hij ook heel goed mekkeren tegen de scheidsrechter. Dat zijn reputatie hem enigszins achtervolgde, wordt onder meer aangetoond door het feit dat hij zich in 2003 slechts op het nippertje een transfer naar Standard door de neus geboord zag omdat de Luikse supporters zich massaal tegen zijn komst hadden verzet.

Maar die Daniel Camus, dus niet Fabien en ook niet Albert, heeft nu Alizee Poulicek gestrikt, de Miss België 2008 die het laatst in het nieuws kwam toen ze -om het even plastisch uit te drukken- haar koplampen liet herstellen en die ongetwijfeld in Expeditie Robinson had gezeten, ware het niet dat ze met Stéphanie Clerckx al een ongelooflijk domme blonde koei aan boord hadden.

Camus is 39 en zal ons Alizee misschien nog kunnen leren hoe je iemands botten breekt zonder dat die dat zelf merkt. Ik wacht nu enkel op het nieuws dat Florian Urban iets heeft met Cilou Annys.

maandag 25 oktober 2010

De vloek van Demarez

Twaalfde speeldag in de vaderlandse voetbalcompetitie: Lierse – Zulte-Waregem 0-0, nul-nul. Geen nieuws, zou je op het eerste zicht zeggen. Een draak van een wedstrijd tussen twee ploegen die al een tijd redelijk onderaan bengelen en alle vertrouwen missen. Het voetbal van Zulte-Waregem is nauwelijks om aan te zien, bij Lierse is de houdbaarheidsdatum van de voltallige kern al lang overschreden. Allemaal heel logisch dus, die nul-nul.

Maar toch, toch had deze doordeweekse wedstrijd op een zaterdagavond er heel anders uit kunnen zien… als er een andere commentator langs de kant had gezeten. Het was immers Eddy Demarez die afgelopen zaterdag de honneurs waarnam op het Lisp en dan weet u het wel.

Misschien een vreemde hersenkronkel, maar sla er de geschiedenisboeken maar op na: waar Eddy komt, is het voetbal vaak ver weg. Lierse – Zulte-Waregem dus, maar het is bijna iedere week prijs. KV Kortrijk-Charleroi bijvoorbeeld, een typische Demarezmatch. Westerlo-Lokeren. Bergen-Cercle Brugge toen de Draken nog in eerste speelden. Dender-Moeskroen, God hebbe hun ziel… Eupen-Germinal Beerschot! Geen matchen waarvoor een verstandig iemand op een zaterdagavond uit zijn zetel komt en op de één of andere manier is het altijd Eddy die, na strootjetrek op de Sporza-redactie naar deze wedstrijden wordt gestuurd. Een mens wordt al voor minder op voorhand een beetje viezer gezind.

De wedstrijdverslagen van Eddy beginnen meestal rond minuut 20. “Ja dames en heren, we hebben ons best gedaan, maar dit is voorlopig echt het beste wat we tot nu toe gezien hebben”, zucht hij dan, terwijl we kijken hoe iemand over zijn benen struikelt, de bal per ongeluk naar een ploegmaat aflegt en hoe het leer vervolgens tussen de vijf en de tien meter naast en over het doel suist. Eventueel volgt hierop een (eerste) corner, die dan zo slecht getrapt is dat Eddy weer kreunend en steunend wegzinkt. Vaak pikt hij de draad weer op als de rust in zicht is, wanneer een moedige aanvaller na enkele moeilijke controles en mislukte kapbewegingen er toch in slaagt om de bal in de richting van het vijandelijke doel te doen laveren. “En we hebben warempel een schot op doel”, weet de man achter de micro nog net uit te brengen alvorens hij de plaatselijke kantine binnenstrompelt op zoek naar “iets straffers”.

Na de rust is het meestal niet veel beter. De eerste interventie van de tweede helft situeert zich meestal rond het uur. “We hebben echt waar zo lang moeten wachten, maar we hebben warempel een heuse kans!” klinkt het dan meestal. Of het echt zo is, dat is vaak nog maar de vraag, maar op dat moment vindt Eddy het welletjes en creëert hij er desnoods zelf één! De rest van de wedstrijd is “niet om aan te zien” en Eddy maakt het resterende halfuur met de nodige moeite vol, puttend uit zijn uitgebreide woordenschat waarin de woorden “rommelig”, “warrig”, “triestig”, “prutsers”, “bende amateurs” en “kakvoetbal” de boventoon voeren. Meestal sluit hij af met de uitslagen van het korfbal (“toch één sport waarin er werd gescoord”) en feliciteert hij de kijkers uitgebreid omdat ze het zo lang hebben volgehouden. Dan rijdt hij naar de Reyerslaan en levert, zoals elke week, zijn badge in, roepend “dat hij nog liever voor terzake gaat werken”. Maar volgende keer staat hij er toch weer.

Voor komend weekend zitten ze aan de Reyerslaan evenwel met een groot probleem. Op de volgende speeldag, niet toevallig de dertiende, staan met Charleroi-Kortrijk, Zulte-Waregem – Lokeren en Westerlo-Cercle Brugge drie affiches gepland waar één man echt niet kan ontbreken...

Een sterk staaltje Demarez-commentaar is trouwens hier te bewonderen.

vrijdag 15 oktober 2010

Aaargh! "Kids"...

"Grappige spot voor ouders met lastige kids", daarmee verblijdt Het Laatste Nieuws ons vandaag...

Wel inderdaad een redelijk grappig filmpje ;-)

Gek van "ge"

Ge kent da wel. Ge zit in den auto, met de kids erbij, en ge zijt op uw gemakske naar de radio aan het luisteren, hoort ge daar opeens nen onnozelaar die u in de reclame den hele tijd zit aan te spreken met “ge”. Daar wordt ge toch gek van?

Ja sorry, het moet van mijn hart. De auditieve boodschappen die Het Nieuwsblad moeten promoten (“’t Is weer weekend, ge hebt een zware week achter de rug, de kids zijn thuis, ge doet dit, ge doet dat…” of zoiets in die aard), doen mij de haren steeds weer ten berge rijzen, geven me koude rillingen, kippenvel en een oncontroleerbare dwang om met dingen te smijten. Wanneer is er afgesproken dat de stem van een publispotje per definitie een toffe knul moet zijn die iets vertelt alsof je (sorry, ge) samen op café zit? Die bij u op bezoek zou kunnen komen? En maar gezellig doen! “Hoe is met de kids?” “En moet ge nu eens wa weten?”… Aargh! Laatst gebruikte, nee verkrachtte hij zelfs het culturele erfgoed van het Jommekos Spaansos ("Het Nieuwsblados gaat er vooros") ter verleiding van de nietsvermoedende consument.

De wijze socialistische voorman Steve Stevaert zei ooit dat het socialisme gezellig zal zijn, of niet zal zijn. Wel een reclamespot zal grappig zijn of overdreven zijn, maar gezellig zal hij NIET zijn! Een grappige radiospot, daarvan wil me nu niet meteen een voorbeeld van door de geest vliegen, wat op zich al genoeg zegt. Een overdreven wel, dan bedoel ik zo eentje die met een zware basstem is ingesproken door Vic De Wachter, Jan Decleir, Herbert Flack of die ene met zijn zwart golvend haar en zijn getaand gezicht die in tv-series altijd de procureur of de rechter of zo speelt (wie helpt?). Een voorbeeld is die laatste Mercedes-spot, waarin De Wachter het verhaal van de stichter van het Duitse merk vertelt. Meestal is het de Flack die een auto of een keuken of een verfborstel of een middel tegen overmatige borstbeharing aanprijst, maar met zo’n stem dat je hem achter het stuur automatisch begint na te zeggen, overdreven articulerend en natuurlijk zondigend tegen alle regels daarvan.

Maar de sympathieke Het Nieuwsblad-knul, ze moesten hem overmeesteren, knevelen en met alle onverkochtos Nieuwsblados aan zijn voetos in de Golfos van Mexicos dumpos. Het zal wel gedaan zijn met “ge”-zellig wezen.
Hulde trouwens aan de laatste Flair- of Libelle- of wat dan ook- reclame: de kids zijn daar terug kinderen geworden. Ik wist niet dat dat nog mocht?

maandag 11 oktober 2010

"Regent het?"

"Regent het?" vraagt het meisje verwonderd terwijl ze naar de druppel op de vloer voor haar in de trein wijst. "Euh, nee", zegt de jongen tegenover haar, "Dat komt van uw blikje, denk ik." "Oei,", zegt het meisje, en ze kijkt naar de pas geopende Cola Light in haar hand, alsof iemand die daar ongemerkt in geduwd heeft. Haar ogen gaan opnieuw naar de jongen. "Oei, en op uw broek ook... ", stamelt ze. "Heeft het ook geregend", wilde ze zeggen. "Ach", murmelt de jongen, "Die moet toch in de was..."

En dan, dan is het gedaan. Geen verlegen lachjes, geen sluikse blikken, geen geforceerde excuses... Het meisje heeft ook bij zichzelf, op haar vest, een (regen)druppel ontdekt. Ze neemt haar zakdoek en veegt hem af. Over het been van de jongen gaat ze niet. Daarvoor draagt hij misschien toch iets te veel bril en iets te onhippe kleren. Hij doet geen moeite om nog iets te zeggen. Hij wil niet te veel aandacht besteden aan iemand die denkt dat het, op een rustige nazomeravond in oktober, kan binnenregenen in een treincoupé.