woensdag 18 januari 2012

Generatie B

Je hebt de generatie Y, de youngsters die het in de toekomst misschien met iets minder zullen moeten doen, en je hebt de generatie die sommigen misschien de generatie S zouden noemen, de stakers, die hun oude dag bedreigd zien. Daartussen, zij het meer in de buurt van de Y, bevinden wij ons: de generatie B, van Bouwen & renoveren. De generatie die nog op plichtsbewust sparende mama's en papa's kon terugvallen en daarmee begon aan "hun droom", waar generatie Y nog (lang) niet aan denkt en die de generatie S al heeft afbetaald: Het Eigen Huis.

Wij van de generatie B ontmoeten elkaar op allerlei gelegenheden en hebben dan het "aan het bouwen of renoveren zijn" als raakpunt. "En, hoe is het met de verbouwingen?" is dikwijls het begin van een urenlange boeiende conversatie op nog maar eens een babyborrel. We wisselen ervaringen en tips uit over banken, goochelen met U-waarden en E-peilen en stemmen op elkaar af welke nu de beste raamprofielen zijn, de beste isolatie en het beste systeem voor vloerverwarming. En waar hebt gij uw tegels gekocht? De baksteen in onze maag is heilig, "Ik ga bouwen & renoveren" is onze Bijbel, Batibouw onze hoogmis.

We vinden elkaar op de trein. Na een veel te korte nachtrust omdat we gisteravond nog uren hebben staan te schuren, te pleisteren of elektriciteit hebben gelegd. Of we bellen op weg naar het werk nog snel naar de aannemer om af te spreken wat hij vandaag gaat doen. Of om hem onder z'n voeten te geven voor wat hij gisteren niét heeft gedaan. "Als ik alleen maar aan die werken denk, moet ik toch altijd zo, zo diep zuchten", verwoordde een medereizigster onlangs de gemoedstoestand van ongeveer driekwart van de treinbevolking.

Ook online socialenetwerken we er op los, als generatie B. "Voila, kelderverdieping staat al", "chape is geëgaliseerd" of "muurke is gemetseld" posten we met de regelmaat van de klok -met foto- over de vooruitgang van onze woonst, die we dan in een onbewaakt moment wel eens "ons nestje" durven te noemen.

Maar de generatie B heeft onlangs een zware klap moeten verwerken. Federale besparingsacties kelderden de energiepremies, en veroorzaakten nogal wat slapeloze nachten en herberekeningen van minutieus opgestelde vijfjarenplannen. Al gingen we vrijwel kritiekloos mee in die besparingen. Protesteren doen we niet, dat laten we over aan de generatie Y, of aan de generatie S. Trouwens, wij hebben geen tijd, we zitten met den bouw, remember?! En met onze gezamenlijke meer dan 3000 euro in de maand, kunnen we die driedubbele beglazing uiteindelijk ook zelf financieren. Al weten we niet of onze generatiegenoten, met minder plichtsbewuste of minder gegoede ouders en met minder eigen kansen er ook al bij al zo gemakkelijk geraken. Of blijven zij -om in bouwtermen te blijven- geïsoleerd achter, in een ongeïsoleerd huurhuis?

En we zijn kwaad op de generatie S omdat wij met die besparingen wél onze duit in het zakje doen, en zij dat niet willen door langer te werken. Maar we vragen ons dan niet echt af of ze nog wel kúnnen werken, of ze er lichamelijk nog toe in staat zijn en of ze er de kans toe krijgen. We gaan uit van onze bureaujob, en of we die nu nog 35 of 40 jaar moeten doen, tja... Zoveel zware handenarbeid is er toch niet meer in ons land, die verdwijnt toch naar het buitenland? Behalve... oh ja, in de bouw... Misschien toch eens vragen aan die mannen daarbuiten of zij het zien zitten om een paar jaar langer spouwmuren op te trekken...

PS. Graag foto's van huizen met daarop in gietijzeren letters "Ons nestje" aangebracht, zoals huizen vroeger wel eens "Onze droom" of "Nuestra casa" heetten. Een kamerbrede poster van een willekeurige corpulente politicus met bouwvakkersreet zal uw beloning zijn!

PS2. Na het ter perse gaan brak de heisa uit over de fiscale aftrekbaarheid van het woonkrediet, met de nodige consternatie bij de generatie B tot gevolg. Komen we toch nog op straat?

dinsdag 3 januari 2012

Vragen bij vragen bij Music for life

Gelukkig dat P-Magazine er nog is. Dat dit blad het aandurfde om de goednieuwsshow die Music for life heet heel even ter discussie te stellen. Want die miljoenen euro's die worden opgehaald, komen die wel goed terecht? Blijft niet de helft ergens plakken?!

Voor tekst en uitleg bij dit diepgaande onderzoek konden de mensen van de P een beroep doen op ene Willy Legendre, een man die 20 jaar voor allerlei hulporganisaties zou hebben gewerkt, en een man van wie menig politicus op het vlak van populisme nog een en ander kan leren. "Als Music for life het eindbedrag gewoon dumpt op de rekening van het Rode Kruis, houden ze de mensen voor de gek!", foetert Willy. Zeer zeker, want het Rode Kruis, daarvan is algemeen geweten dat het zo maffieus en obscuur is als een doordeweekse transactie in Palermo. Daarnaast is Willy een man die, naast door zijn toepasselijke doch ietwat wansmakelijke beeldspraak ("Vervang diarree door malaria of aids en de mensen slikken dat ook"), opvalt door zijn eenvoudige, maar daarom niet minder geniale bedenkingen: "Als je de totale liefdadigheidssector neemt, dan gaat het over miljarden! Mil-jar-den, en toch zijn er nog overal problemen!". Tuurlijk Willy, en om de droogte in de hoorn van Afrika op te lossen zullen we anders gewoon het water dat hier te veel uit de hemel valt naar ginder pompen!

Vreemd toch, hoe bij elke ramp (een aardbeving, een tsunami, hongersnood)onze aanvankelijke bereidwilligheid om de slachtoffers te steunen na een tijd altijd omslaat in scepticisme over de bestemming van onze bijdrage. Al zijn we vaak terecht kritisch: de regimes in de landen die getroffen worden zijn vaak niet helemaal democratisch verkozen en gebruiken niet altijd even democratische middelen om te vergaren wat zij vinden dat hen toekomt. Het is bovendien onze plicht om kritisch te zijn en zaken in vraag te stellen.

Maar waarom zijn we wel kritisch als we eens 5 euro (ofwel vanaf 40 euro, want dan wordt het fiscaal aftrekbaar!) neertellen voor een goed doel, waarbij de bestemming van het geld niet helemaal duidelijk is, maar zijn we op andere momenten, als we evenveel of zelfs veel meer geld uitgeven, veel minder sceptisch? Zo betalen we soms slechts enkele euro's voor kleding, maar stellen we ons daar pas vragen bij als we daadwerkelijk worden geconfronteerd met de omstandigheden achter die kleding, zoals Peeters & Pichal onlangs demonstreerden. En we tellen gemakkelijk 100, 200, 300 euro of nog meer neer voor een smartphone, en wanneer die één of anderhalf jaar later stuk is of "gedateerd" blijkt, doen we dat gewoon zonder morren opnieuw. Zelfs als we weten dat de fabrikanten deze toestellen, die op zich gemakkelijk ettelijke jaren mee zouden kunnen gaan, zodanig programmeren dat ze er na een bepaalde tijd de brui aan geven, halen we amper de schouders op. Terwijl er hier geen sprake is van enige onzekerheid of ons geld wel goed is besteed: we weten 100 % zeker dat we in het zak worden gezet waar we bij staan.

Dan had Vlaanderen met Music for life al eens een actie waar het echt gemeend warm voor liep, moet er nog altijd iemand komen zeuren "of dat geld eigenlijk wel goed besteed is". Alsof € 2,40 voor een boekske waarvan we de inhoud ook zelf hadden kunnen verzinnen, en waarvan u de prentjes, als liefhebber van halfnaakte deernes en blitse bolides, met indien gewenst veel meer of minder om het lijf ook gemakkelijk op tinternet kunt vinden, zo goed besteed is.