woensdag 18 juli 2012

Het bittere van bio-bashen

Van Belgen wordt gezegd dat ze een nuchter volk zijn. Niet in de zin van "het niet geconsumeerd hebben van alcoholische of andere genotsmiddelen", maar meer als niet al te emotioneel, beredeneerd, down to earth, om het in het goed Nederlands te zeggen. Dat wordt ook steevast als een positief punt aangehaald, tegenover die luidkeels hun gedacht zeggende Nederlanders, die chauvinistische maar wat wereldvreemde Fransen en die... tja, die Duitsers.

Het klopt ook wel: een echte Belg is kritisch. Hij wordt slechts zelden euforisch, of er moet al een hele goede reden voor zijn. Hij laat zich niet te snel meeslepen en supportert steevast voor de underdog, al lijkt die goede gewoonte in het politieke landschap een beetje achterhaald te raken.

Het nadeel van deze houding is echter dat de Belg ook weinig dromen heeft. Want als die droom vervolgens nauwkeurig wordt geanalyseerd, dan stuit hij toch telkens op een onvolkomenheid of een contradictie en wordt terug overgegaan naar de orde van de dag: handen uit de mouwen, en verder werken. Doe wel en zie niet om. Bij de Belg moet je dan ook niet afkomen met al te positieve verhalen of verhalen die te veel medelijden opwekken. Bij het eerste zit er altijd een addertje onder het gras, bij het tweede ook, of "zal hij het wel zelf hebben gezocht".

Daarom is het algemene beeld van Parwais Sangari intussen al bijgesteld van "goed geïntegreerde asielzoeker met vriendin en lasdiploma" tot "onbetrouwbaar sujet zonder vrienden en familie in Afghanistan". Daarom worden mensen die ooit slachtoffer waren van een misdaad of klokkenluiders vaak eerst zelf tegen het licht gehouden, vooraleer er wordt nagegaan of wat ze zeggen misschien steek houdt en of de verantwoordelijke niet moet worden aangepakt.
Daarom wordt heden ten dage een foto van een vrijend koppel temidden van rellen verspreid als het toppunt van romantiek, maar blijkt 's anderendaags dat de jongen het meisje gewoon rechthielp.
Daarom staat er hier nog altijd geen kraantjeswater op tafel in restaurants, want goedkoop en gezond, dat kan toch niet?
Ach, ik heb het er al eens over gehad.
En ja, dat heet voor een deel onderzoeksjournalistiek, waar ik allerminst tegen ben (omdat ze ook goednieuwsshows van pakweg Electrabel snel ontmaskeren), maar soms worden de oorspronkelijke boodschap zodanig ingesneeuwd, dat alle goeds verloren gaat (de spreekwoordelijke kinderen en hun respectievelijke badwaters). Soms heet het ook gewoon goed lobbywerk...

Vreemd genoeg lijken net de zaken die deze wereld echt beter kunnen maken, het snelst het onderwerp van een kritische blik. Neem nu het concept "biovoeding". Wie zich daar niet echt iets bij kan voorstellen, dat is -als ik me niet vergis- de voeding die wordt geproduceerd zonder chemische bestrijdings-, bevorderings- of wat dan ook- middelen. En hoe minder daarvan in de natuur en in ons grondwater, hoe beter, denk ik dan hopelijk niet als enige. "Doen", zou je dan ook denken, maar voor de kritische geesten is zo een eensluidend positieve boodschap al voldoende om met de fijnste pincet en het grootste vergrootglas op zoek te gaan naar barsten in het verhaal. "Wat dan met biologische voeding die ver weg wordt geproduceerd, dat is toch niet milieuvriendelijk". Nee inderdaad, biologisch is niet hetzelfde als ecologisch. "En bio, dat ziet er toch vaak heel wat minder goed uit dan "gewoon" fruit?" Tja, die pesticiden dienden natuurlijk ergens voor. "En het is duurder!" En... zucht. En er zijn wel degelijk bemerkingen bij het bio-verhaal. Zullen we heel de wereld kunnen voeden als we enkel bio telen, bijvoorbeeld. Maar de meeste bemerkingen komen van mensen die het woord bio op zich al vies vinden, of die 20 cent extra voor een biologische komkommer te veel vinden, maar straks wel honderden euro's spenderen aan ... tja, aan brol gewoon.

Het ergste vind ik wanneer men zegt "dat er toch niet meer vitaminen inzitten" (zoals een tijd geleden in Volt) of -God beware ons- dat ze toch niet lekkerder zijn. Dat laatste zou me verbazen, maar het kan. Dat eerste is absurd: een appel blijft een appel, een peer een peer; stukken fruit met een samenstelling die niet zomaar even kan worden veranderd doordat er wordt ingegrepen in het teeltproces. Of beter: doordat er niet meer kunstmatig wordt ingegrepen, doordat bepaalde hulpmiddelen niet meer worden gebruikt. Het is eigenlijk hetzelfde als aannemen dat een auto die zonder behulp van mechanische hulpmiddelen in elkaar is gezet beter, mooier, steviger, sneller zou zijn dan een auto die van een assemblageband met enkel perfect afgestelde robots komt. Dat is niet alleen onmogelijk, dat is praktisch zo goed als onhaalbaar.

Van bio wordt aangenomen dat het een simpel stuk voeding omtovert in een wereldverbeterend, alle ziektes bestrijdend object. Terwijl het gewoon gaat om giftige stoffen die niet worden gebruikt, die niet in onze omgeving en onze lichamen terechtkomt. Dat is de USP, waarom kan dat niet voldoende zijn?