Ik schrijf u naar aanleiding van uw meest recente opiniestuk in de economie-katern van De Standaard, waar u tweewekelijks de kans krijgt om uw bespiegelingen omtrent het economische en financiële reilen en zeilen te delen.
Deze laatste bijdrage heeft me immers enigszins verward achtergelaten. Wat u in deze tekst betoogt, en ik probeer een korte samenvatting te geven zonder uw woorden al te zeer te verdraaien, mijnheer Parys, is dat de financiële en economische crisis, waarmee we intussen al ruim vijf jaar te maken hebben, niet zozeer is veroorzaakt door de banken, maar dat we die crisis enkel en alleen aan onszelf te wijten hebben. Aan onszelf en aan onze financiële ongeletterdheid. Wij, de burgers-spaarders, hadden maar beter moeten begrijpen hoe die mastodonten van de financiële kosmos functioneren, en hadden hen dan tijdig een halt moeten toeroepen! Wij zijn te dom, te goedgelovig en te naief geweest, en vooral te veel op geld belust, terwijl de banken eigenlijk liefdadigheidsinstellingen zijn, die zich door onze drang naar meermeermeer in een richting hebben laten duwen die ze helemaal niet wilden! Minderwaardige kredieten, allerlei schimmige beleggingen, roekeloze investeringen... het was allemaal op onze vraag dat deze werden aangegaan. En tja, toen de hele machinerie in gang was gezet, was ze nog moeilijk te stoppen. En als er iemand stokken in de wielen had moeten steken, dan waren wij het wel. Maar dat hebben we dus nagelaten.
Is dat zo ongeveer wat u wilde zeggen, mijnheer Parys?
Ik schrok er wel wat van, want ik dacht dat intussen toch algemeen werd aangenomen dat de oorzaak van de crisis lag bij de ongebreidelde goklust van de banken, de ontoelaatbare risico’s die steeds weer werden genomen met geld van kleine spaarders zoals u en ik en van de bedrijven om de hoek, de exuberante drang om een steeds groter luchtkasteel te bouwen op een steeds dunnere luchtbel. Maar blijkbaar hebben we ons daar allemaal in vergist. We zagen wel de splinter in de ogen van de banken, maar keken naast de immense balk in het eigen oog.
Het lijkt dan ook niet minder dan gepast om onze excuses aan te bieden aan de hele financiële sector, en daar wil ik gerust mee beginnen. In de eerste plaats aan Fortis en Dexia, die we met z’n allen om zeep hebben geholpen. Aan alle bedrijven die ik op de fles heb doen gaan. Alle mensen in de VS en daarbuiten die ik uit hun huizen heb gezet. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Het spijt me. Echt.
Toch nog even dit, mijnheer Parys: in uw opiniestuk valt u terug op de resultaten van een online test van De Standaard en Rabobank.be en een onderzoek van Argenta bij jongeren. Met andere woorden, u baseert zich voor uw conclusies op enkele honderden of duizenden mensen die tijd hadden om zich tijdens de werkuren of daarbuiten te vermijen met het invullen van een kwisje op het internet, en dit wellicht niet met de grootste ernst. Daar valt u me toch enigszins tegen, want echt representatief kunnen deze resultaten toch niet zijn? Of ligt dit aan het nieuwe zwartgele politieke plunje dat u sinds kort draagt, en aan het feit dat in deze middens de cijfers niet zonodig moeten kloppen, als de boodschap maar een beetje in hun kraam past? Al schopt u verdacht hard tegen de schenen van de modale Vlaem, in plaats van gewoon met de (grond)stroom mee te drijven. Toch nog wat werk aan de winkel dus. Only dead fish follow the stream, het credo van uw ex-ex-partijgenote Anouk De Ridder (of hoe heet ze ook weer?) mag dan al mooi klinken, toch is enig pragmatisme soms niet slecht, toch? Liever een dode, vette vis, dan een levende, magere, niet?
Maar goed, dit zijn slechts kanttekeningen, en wiskunde is blijkbaar gewoon uw sterkste kant niet. Feit is dat uw boodschap klaar en duidelijk is, en dat we voortaan, zoals u Alice Nahon zo mooi citeert, maar eens eerst in het eigen hert moeten kijken, nog even voor het slapengaan en voordat we allerlei loze beschuldigingen de wereld in sturen. Ik stel ook voor dat we met z'n allen cursussen automechaniek gaan volgen, zodat we, wanneer we een auto hebben gekocht, deze zelf ook eerst aan een grondig nazicht kunnen onderwerpen alvorens ermee op de baan te gaan. Zo voorkomen we dat er ergens een defect opduikt, wat we als gebruiker zelf hadden moeten zien.
Geachte heer Parys, ik kijk uit naar uw volgende columns, en wens u veel succes toe tijdens de moeder aller verkiezingen. U bent er duidelijk klaar voor.
Met vriendelijke groeten