donderdag 14 juni 2012

Eindstation Brussel-Zuid


Brussel is onze nationale hoofdstad, daarmee vertel ik u (hopelijk) niets nieuws. Ha, Brussel! Bruisende stad van het Atomium, Manneken Pis, koning Albert, wafels en... goh, daar stopt het wel zo ongeveer, de associaties die we ermee maken. Stad vol kleur, met leuke straten en toffe pleintjes, en hier en daar een gezellig restaurant en zelfs nog wat bruine kroegen. Tegenwoordig zelfs stad waar auto's even plaats moeten maken voor picknicks. Maar ook stad van rondslingerende kalasjnikovs, stenengooiers, messentrekkers, doorzakkende rioleringen en hoge werkloosheid. En ja, sommigen spreken over Brussel als over een "bodemloze financiële put" of een term waarvoor ik door het CGKR kan worden aangeklaagd, dus dat zullen we toch maar even niet doen.

Wie het genoegen heeft om onze hoofdstad al eens per trein te doorkruisen via de welbekende noordzuid-as, weet dat er langs dat traject geen Manneken Pissen, atomia of koninklijke paleizen staan, verre van. Wel staan hoge, onpersoonlijke glazen torens naast vervallen betonnen blokken, in een soort van wedstrijd "om ter lelijkst". Tegen elkaar aan leunende krotten houden elkaar recht. Het justitiepaleis is nooit ver weg; letterlijk, voor sommigen ook figuurlijk. Geen Japanners met fototoestellen hier, geen kraampjes met wafels of "french fries", en of de koning of de politici hier al ooit geweest zijn, blijft nog maar de vraag. Het is zoals je elders in Vlaanderen de trein neemt: dan pas zie je de verwaarloosde tuinen, de eindeloos opeengestapelde koterijen, kippen- en duivenhokken van golfplaten en de scheve omheiningen.

In Brussel zijn het eigenlijk ook koterijen die op en tegen elkaar aan gestapeld zijn. Maar daar zijn ze niet als huisvesting bedoeld voor kippen, duiven of wat dan ook, maar voor mensen. Als je eenmaal Brussel Centraal en het ondergrondse gedeelte van de as hebt verlaten, rijdt je door een stadsgedeelte waarvoor "achterbuurt" bijna een compliment is. De enorme bouwvalligheid, de overduidelijke onbewoonbaarheid doet pijn aan de ogen. Maar dat deze stulpjes wel degelijk bewoond zijn, wellicht vaak door kroostrijke gezinnen, blijkt uit details, zoals de talrijke schotelantennes (die vaak zijn gebruikt om een wansmakelijk punt te maken, dat wil ik hier dus niet, dit is louter een constatatie).

Nog zo'n detail is de kleine speelgoedtractor die al maanden elke dag voorbij mijn trein glijdt. De vader die kleine Achmed, Ergun, Noah of Wouter ten einde raad de kans wilde geven om "buiten te spelen" en hem vervolgens met het minivoertuigje op een stuk roofing van nauwelijks 10 vierkante meter zette, zal dat niet voor zijn plezier hebben gedaan. "Rijd hier maar flink een beetje op en neer, en zwaai intussen maar wat naar de treinen", droeg hij zoon- of dochterlief misschien op. Maar toen er elke drie minuten wel een trein bleek langs te komen, en niemand terugzwaaide, was de lol er al snel vanaf.

Eens hoorde ik een vrouw op de trein, bij het aanschouwen van de armtierigheid van de Brusselse bebouwing, zeggen "dat die mensen waarschijnlijk niet beter wisten". Zeker mevrouw, "die mensen" denken uiteraard dat iedereen zo leeft, opeengepakt in een koud, vochtig k(r)ot. Ooit hing er een groot bord "loft te koop" aan het raam van een studiootje waarvoor 95 % van de huidige studenten zijn neus zou ophalen. Omdat "loft" nu eenmaal beter klinkt dan "appartement". Misschien hebben ze er zelf voor gekozen, bedoelde u dat, mevrouw? Bedoelt u dan dat ze, net als u, ergens in een schone Vlaamsche provinciestad of op de buiten konden gaan wonen, in een huis in pastoriestijl, met neschonenof en nenond? Zodat ze ook elke dag een paar uur onderweg zijn? Eerlijk gezegd, ik denk niet dat deze mensen de keuze hadden.

dinsdag 5 juni 2012

Opgepast: vallende Klout-scores!

"Oh no! Your Klout Score fell -1 point". Die angstaanjagende melding verscheen op mijn pc-scherm, nadat ik een tweetal weken met vakantie was geweest. Paniek! Vrouwen en kinderen eerst! Ik liet de onuitgepakte koffers voor wat ze waren en bedacht strategieën om dat verloren punt toch maar zo snel mogelijk terug te winnen. Misschien moest ik maar eens de beste, coolste, grappigste foto's van de vakantie selecteren en die snel op Facebook smijten, onder het motto "Je bent er pas geweest als het op Facebook staat". Zo zou ik wel snel enkele "likes" verzamelen.

Klout is, voor wie het in de verste Keulens hoort donderen en stilaan begint af te haken, een website die meet hoe "influential" je bent. "Influential, m'n gat ook", was mijn eerste reactie, maar ik heet niet Pippa Middleton, noch Jennifer Lopez, dus ik loog. Invloedrijk dus. Berekend op basis van twitter-vollegers, rietwiets en feesboek-vriendjes, -comments en andere likes. En dat niet alleen, Klout berekent ook voor jou door wie jij wordt geinfluenced, en wie jij zoal zou influencen. In mijn geval familie en vrienden die ik had gesmeekt -of betaald- om me toch asjeblieft te vollegen op den twitter. Vaak zijn het ook mensen die je in je hele leven ooit één keer hebt gezien, wat ook intussen alweer een jaar of vijf geleden is en waarvan je de naam enkel nog weet omdat die daar in grote letters voor je neus staat. De doorsnee-onlinevriend, met andere woorden.

Ik was op Klout beland uit nieuwsgierigheid, omdat ik + 1 K meldingen of zoiets zag voorbijvliegen op twitter, en wel eens wilde weten wat dat eigenlijk wilde zeggen. Intussen weet ik het nog steeds niet, maar ik weet wel dat je al eens af en toe zo een K moet zien te krijgen om je Kloutscore naar respectabele hoogten op te drijven. Naast het hebben van vollegers en vriendjes, likes, comments, rietwiets dus.

U denkt misschien: het hier een beetje in het belachelijke trekken, maar er zelf toch maar mooi aan meedoen. En u heeft gelijk. Ik had dit nooit kunnen typen, mocht ik onlangs niet de blijde mare hebben ontvangen dat "my Klout Score went up!" en dat ze "had increased by +1 points". Het gaat weer een pak beter met mij dus, waarvoor dank. En ja hoor, ik heb best wel respect voor mensen die honderden of duizenden vollegers vergaren door met een aanstekelijk enthousiasme te twieten over hun interesse, die de wereld op deze manier een beetje mooier of zelfs beter willen maken, of die de ander "gewoon ne keer goe wil doen lache". Ook respect trouwens voor de mensen die geestige tweets van anderen kopiëren, als zouden ze die zelf hebben verzonnen (een copy-twat, als het ware). Respect, gewoon al omdat ze zich blijkbaar zo diep willen verlagen, voor... tja, voor wat eigenlijk?

Maar tegelijk vind ik dat er toch wel heel veel aandacht en gewicht aan al dat gekwetter op deze digitale klaagmuur". Soms zijn enkele tientallen twiets, al dan niet georkestreerd, voldoende om van een "trending topic" te spreken en de volgende dag krantenpagina's en nieuwswebsites te vullen. Wordt er al eens een "maatschappelijk debat" gevoerd, dan is dat meestal behoorlijk eenzijdig. Of zijn er alleszins heel wat bevolkingsgroepen die noodgedwongen aan de kant blijven staan, die geen tijd, goesting of computer hebben om hun gedachten bij de betreffende "hashtag" in 140 tekens te gieten.

En het lijkt mij ook dat iemand die een hoge Klout-score heeft, niet altijd gegarandeerd "goe bezig" is. Of soms toch alleen maar online. En dan heb ik het niet over die ongelikte beren (ik vond alleen zeer grove bewoordingen voor wat ik wilde uitdrukken, dus heb ik het bij deze, rechtstreeks uit Jommeke gekopieerde, term gehouden, ik vraag daarvoor enigszins begrip) die vinden dat ze in het midden van elk gesprek of elke vergadering hun elektronische BFF tevoorschijn mogen halen om er ongegeneerd op te beginnen tokkelen, maar ook over hen die wel weten wat trending is in alle hoeken van de wereld, maar niet bij hun eigen familie, vrienden of in hun eigen straat.

Mahatma Gandhi en moeder Theresa, die waren influential. Adolf Hitler ook, op zijn eigen zeer persoonlijke manier. Jij en ik misschien ooit. Maar dan zullen we toch even onze Kloutscore moeten vergeten, en de neus even buiten steken. Ik voel hier een geweldige Bond zonder naam-slogan ontstaan, maar voorlopig komt hij niet. Als het zover is, zal ik hem in 140 tekens op den twitter zetten. Maar wel rietwieten dan, ok?