woensdag 21 augustus 2013

Geen Belgen meer

“In die nationale ploeg, daar spelen toch bijna geen Belgen meer”, verkondigde iemand onlangs, temidden een groepje waar ik ook deel van uitmaakte. “Sire, il n’y a pas de Belges”. Jules Destrée zei het al, een hele tijd geleden.
 
Maar deze man had het duidelijk mis, want in de nationale ploeg voetballen alleen maar Belgen natuurlijk. Axel Witsel bijvoorbeeld, Belg met roots in Martinique. Mirallas: Belg met Spaans bloed. Chadli en Fellaini: Belgen met wortels in Marokko. Benteke, Lukaku en Kompany: Belgen van Congolese afkomst. Dembele: Belg met roots in Mali. En dan vergeet ik Bakkali, De Camargo en tal van anderen.
 
Allemaal Belgen dus. Hoogstwaarschijnlijk was het ook niet naar Jules Destrée dat de man wilde verwijzen met zijn uitspraak. Wat hij wellicht bedoelde, was dat er –volgens hem- weinig “echte” Belgen meer meespelen. Blanke Belgen, blanc-bleu-Belge, met namen als Vertonghen, Vermaelen, Simons, Mermans, Ceulemans, Vanderlinden en Vandenbergh. Jacky Peeters. De dappersten aller Galliërs, dat soort. Die “anderen”, daar voelde hij zich toch niet helemaal (of helemaal niet) mee verwant. “Den Scifo” vroeger, dat ging nog. Weber en Strupar, die spraken zo grappig! “Geloekkig” en zo, haha! Maar nu “ze” met zo veel zijn, amai, dat komt toch wel wat bedreigend over…
 
Een echte Belg, wat is dat eigenlijk? Is het niet stilaan hopeloos achterhaald om te denken in termen van echte en on-echte Belgen? Als je in wereldsteden als pakweg New York rondloopt, dan bekruipt je alleszins niet de drang om te achterhalen wie de “echte” Amerikaan nu eigenlijk is. Mensen van allerhande afkomst lopen er door elkaar. Niemand heeft de bovenhand, iedereen is Amerikaan. En ja, de VS zijn natuurlijk wel het typevoorbeeld van een mengelmoes van culturen, al zal de redneck op het Texaanse platteland daar misschien wel zijn mening over hebben. Dan toch liever de New Yorkse smeltkroes dan dat platteland.
 
Maar blijkbaar hebben sommige mensen daar nog steeds behoefte aan. Om op zoek te gaan naar “echte” Belgen. Echte Belgen (of is het criterium nog strikter en moet het gaan om Nederlandstalige Belgen?) die ze dan ook vaak iets hoger inschatten dan niet-echte Belgen. Ook al zijn ze in niets meer te onderscheiden van “ons” behalve in hun huidskleur. Dat grappige accent, dat is al lang weg.
 
Maar racisme, nee, dat bestaat niet. Of hoogstens bestaat het “wellicht wel”. En dan nog is het een relatief begrip. En hoe meer we erover praten, hoe meer we het in stand houden!... Gelukkig waren er afgelopen weekend de wijze woorden van mevrouw Liesbeth Homans om alles in een juist perspectief te plaatsen. Als Belgen met een andere afkomst of niet-Belgen racisme ondervinden (ik definieer racisme nog even: haat omwille van louter objectieve kenmerken als huidskleur, waar een mens dus niets aan kan doen), dan moeten ze allereerst niet komen schreien (“er is ook omgekeerd racisme”) of dan komt het omdat hij (steevast een hij) gewoon een crimineel is. En laten we vooral niet overdrijven: “jullie doen alsof het een gruwel is, een misdaad tegen de menselijkheid”. Allez, alsof we nog eens geen mensen meer mogen uitsluiten omdat ze een ander kleurtje hebben?! Waar zijn we dan nog mee bezig!? Mag een mens nog íets hebben in z’n leven misschien?!!
 
Eén miljoen Vlaams Blok-kiezers, die moet je verdienen. Dag in, dag uit.
 
Post scriptum: Is dit N-VA bashing? Moet iets negatiefs over niet-Belgen of Belgen met een vreemd afkomst dan maar onder de mat worden geveegd? Zijn alle Belgen (of beter nog, alle Vlamingen) racisten? Drie keer nee. Ten eerste: de woorden van la Homans staan zwart op wit, en daags na het verschijnen van het artikel verkondigde ze bovendien (trots) dat ze niet op haar uitspraken terugkwam. Ten tweede: problemen met mensen van vreemde afkomst mogen gerust worden aangekaart. Het Maghrebijns joch dat ik in de Mechelse binnenstad eens “hoer!” hoorde roepen tegen een meisje dat volgens hem te kortgerokt rondliep, is een voorbeeld van omgekeerd racisme dat helaas voorvalt in buurten met een grote concentratie van (kansarme) vreemdelingen. Maar de slinger is wel in de verkeerde richting doorgeslagen. Dat problemen met migratie mogen worden aangekaart, is geen vrijbrief om over te schakelen op gratuit racisme, en daarop komt het “aan de kaak stellen van problemen” wel al te vaak neer. En nee, niet elke Vlaming is een racist. Maar het komt wel nog al te vaak voor, meer dan we denken, en dat moet eruit.

woensdag 7 augustus 2013

Boek-delen

De zomer is er weer maar eens in geslaagd om tot over de helft te geraken zonder dat we het in de mot hadden, de vlinderteldag zit erop en de dagen lengen. Kortom, tijd om een tussenstand te maken van alle boeken die u deze zomer al hebt gelezen en wat u eigenlijk had willen lezen.

Want dat is de zomervakantie toch wel altijd, behalve de tijd dat u al instagrammend van terrasje naar terrasje moet hoppen: de tijd om die stapel boeken die u door het jaar heen hebt verzameld, weg te werken. Een goeie Aspe, Vijftig tinten grijs, Mankell of toch maar Saskia De Coster: in juli en augustus moeten ze eraan. Hopelijk toch. Desnoods legt u het werk na honderd pagina's weg onder het motto "Toch niets voor mij" of liever nog "Zijn/haar schrijfstijl staat me niet aan". Zo bent u er natuurlijk snel door.

Nu, een boek is zoals een ex-lief: de problemen beginnen als het uit is. Eenmaal je de laatste pagina hebt omgeslagen en je weet met welk moordwapen de butler het gedaan heeft of welke levenswijsheid het hoofdpersonage aan zijn of haar avontuur moest overhouden, belandt dit steevast ergens in een boekenrek, om er niet snel meer uit te komen. Logisch, waarom zou u er nog naar omkijken als u toch weet "how it all ends"? Maar zo neemt een boek dit niet op: zoals het u in dat rek de rug toekeert, heeft het toch iets triestig. Zij aan zij met, maar ook geperst tussen lotgenoten.

Vandaar, waarom laat u uw boeken niet eens wat vaker uit, haalt u ze niet eens een keer extra van stal? Een boek vraagt er, eenmaal door uzelf uitgelezen, immers om om te worden doorgegeven, liefst met uw eigen mening, uw bedenkingen en de vragen die u er aan overhoudt. Deel ze uit, smijt ze in het rond, maak lijstjes op het internet met uw eigen beoordeling! Zei Multatuli al dat hij gelezen wilde worden (ik ben echt kei-belezen!), dan vragen uw boeken het zeker. Loods uw volgende bezoek (dat kan lezen, welteverstaan) dus niet alleen zomaar voorbij die indrukwekkende boekenwand, maar laat hen ook kiezen uit uw privé-bibliotheek. En vraag op uw beurt ook aan bekenden of u de topexemplaren uit hun collectie eens mag bewonderen. Zoals ik vroeg aan een topcollega, die me vervolgens met een stapel Deunse en Zweudse leutereuteur door de vakantie loodste.

Als we toch steeds meer dingen met mekaar moeten gaan delen, dan kunnen we er maar beter meteen mee beginnen. Boeken lenen zich daar uitstekend toe. Ervaringen met boeken ook. U kunt uw omgeving geweldige momenten bezorgen en ontgoochelingen besparen, door die ene fantastische, euh, Aspe aan te prijzen en dat gedrocht van een werk af te raden. En u hebt achteraf iets om over te praten.

Zelf kan ik u helpen met een verkorte versie van Das Kapital van Marx, Identiteit van Paul Verhaeghe en "Het verdriet van Vlaanderen", maar ook met de Da Vinci Code, "De schaduw van de wind" en "Blinker en de bakfietsbioscoop". En nog vanalles ertussen. Kom gerust zelf eens een kijkje nemen. En laat me achteraf vooral weten wat u ervan vond.

Kapitaal: "My money back, please"

Staat u op het punt te beginnen aan het boek "Kapitaal" van John Lanchester? Misschien bent u hiernaartoe gegoogled om eens te lezen wat anderen ervan denken, voordat u er zelf in stort? Een wijze raad: doe het niet. Tenzij u alle andere boeken op aarde al hebt gelezen. Want het leven is te kort om slechte boeken te lezen. En dit. Is. Een. Slecht. Boek. Volgens mij althans. Maar daarover later meer.

De achterflap van het boek belooft nochtans veel goeds. Opdat u zich een beetje kunt inleven, schrijf ik hem deels over: "Wat van jou is, wordt van ons" - die onheilspellende mededeling ploft opeens op de deurmat van de huizen van de Zuid-Londense Pepys Road "..."Er verschijnen mysterieuze graffiti, auto's worden bekrast, op een website verschijnen dreigende filmpkes. Zullen de huizenprijzen eronder lijden? Zitten de moslims erachter, of de makelaars? Er ontstaat paniek, de bewoners komen in opstand en de autoriteiten staan voor een raadsel. Kapitaal is het briljante verhaal van een straat aan de vooravond van de crisis..." Etcetera. Hoera, een roman over gewone mensen, maar dan in het kader van de financiële crisis! Ik verheug me op een genadeloze analyse van het hele kapitalistische systeem, van het roekeloze gesjacher in de City, geillustreerd met schrijnende verhalen over hoe mensen in de armoede worden geduwd door hongerige geldwolven! Want u weet intussen, als u diegene bent die mijn blog leest: als het gaat om een kritische kijk op het kapitalisme, count me in!

Maar eerst gaan we nog even naar Pepys Road, zoals aangekondigd, waar we kennismaken met de oude Petunia, met winkelier Ahmed, met bankier Roger en zijn vrouw Arabella, met Poolse bouwvakker Zbigniew, parkeerwachter Quentina en met voetbalmakelaar Mike en zijn pupil Freddy. Die leven allemaal een vrij alledaags, Londens leventje, maar voor Lanchester is dit toch voldoende om hen en dat leven uitvoerig te beschrijven. Petunia die ziek wordt. Roger die naar zijn werk gaat. Zbigniew die krijgt af te rekenen met het fenomeen "de vrouw", Ahmed die problemen heeft met zijn broers en zijn moeder op bezoek krijgt uit het verre Pakistan, Quentina die verliefd wordt, voetballer Freddy die scoort... Alle verhalen spelen zich voor je ogen af, los van elkaar, maar telkens als je weer één van de korte passages hebt gelezen, denk je vooral: "Euh, ja... En??"

En dat hele "wat van jou is, wordt van ons"-gedoe, vraagt u zich intussen al een regel of ettelijk af? Goh ja, er belanden kaartjes in de bussen van de bewoners waarop ze, onder die onheilspellende slogan, een foto van hun eigen huis zien. En honderd pagina's later wordt er graffiti aangebracht op een huis. En nog eens honderd pagina's later worden er dode vogels in briefomslagen bezorgd... Alsof Lanchester zich bij het schrijven van tijd tot tijd voor het hoofd sloeg en dacht: "Juist, dàt was de rode draad in mijn verhaal!", om er vervolgens enkele regels aan te wijden.

Maar een algehele mobilisatie van de straat, mensen in paniek en diepgravende onderzoeken over deze pesterijen, daar moet ik hebben overheen gelezen. Tenzij de mensen in Zuid-Londen hun paniek vertolken door een kaartje op te nemen, te denken "hé, wat is dit?" en het vervolgens terug te leggen, dat kan natuurlijk ook. Ik ben nog nooit in Zuid-Londen geweest.

Inmiddels kabbelt het leven van de personages die u intussen allemaal zo goed kent verder. En ergens blijf je wachten tot alle verhaallijnen “Love actually”-gewijs (oei, is het “not done” om deze film als referentie te gebruiken?) naar elkaar toelopen en in elkaar overgaan, maar als de overlappingen na 400 pagina’s beperkt blijven tot Zbigniew die bij de Younts en in het huis van de inmiddels overleden Petunia (verklap ik nu te veel? Sorry!) werkt en Roger die toevallig onder de paraplu van moeder Kamal terechtkomt, dan weet je: dit wordt niks. Maar stoppen doe je dan natuurlijk ook niet meer.

En dan opeens is daar, als een bliksemflits bij een heldere Zuid-Londense hemel: De Plot, De Ontknoping. Geniaal! Onverwacht! Verrassend! Zeker omdat je tweehonderd pagina's moet terugbladeren om te weten te komen welke rol de dader nu ook alweer speelde in het hele verhaal. Een minuscule rol, zo blijkt. Geen grote protestbeweging tegen het kapitalisme. Geen moslimterrorisme. Niets.

"Kapitaal” is zijn geld niet waard. Had ik het niet cadeau gekregen (net daarom voelde ik me verplicht om het volledig uit te lezen) zou ik de veel te laat van ons ontnomen Margaret Thatcher (om binnen het kapitalisme te blijven) parafraseren met haar “I want my money back”. Al ligt het wellicht ook aan de erbarmelijke vertaling naar het Nederlands die de twee vertalers hebben afgeleverd. Dat het in het Hollands-Nederlands is, tot daaraan toe, maar kan je “not amused” niet net iets vlotter vertalen dan “niet geamuseerd”, en is "well, good luck with that” in het Nederlands echt “Wel, veel geluk daarmee”? En hebben ze daar boven de Moerdijk nu echt geen ander woord om iets negatiefs aan te duiden dan “beroerd”? Hij voelde zich beroerd. Zij zag er beroerd uit. Het resultaat was beroerd. Het weer was beroerd… Je werd er zelf na een tijdje… onpasselijk van. Nu ja, geen beter woord om de vertaling te beschrijven, dat is zeker.

Maar goed, wellicht ben ik gewoon te dom om alle ingenieuze verbanden te zien die Lanchester doorheen zijn verhaal weeft, om te zien hoe hij toch tussen de lijnen door een vlijmscherpe analyse van het hele systeem maakt en kritiek geeft, om zijn levenslessen te begrijpen. Het moet wel, waarom zou iemand anders dit boek anders omschrijven als een "grootse contemporaine roman", "magistraal" of "dé Engelse roman over deze tijd". Al is niet iedereen even enthousiast.

Nu, als u het boek alsnog in het Nederlands wil lezen, geef dan zeker een sein. U krijgt het gratis en voor niets, samen met een dode vogel en een postkaartje met de gevel van uw huis erop, toegestuurd!