woensdag 29 december 2010

Een witte kerst

Is het vanwege de quota die de VRT (beter bekend als “het rode bolwerk”) zichzelf hebben opgelegd, of is het toeval? Feit is dat er de laatste dagen behoorlijk wat Goed Geïntegreerde Allochtonen op het scherm te vinden zijn. Bijvoorbeeld in “de Allerslimste Mens ter Wereld” van afgelopen maandag. Prominent achter presentator Erik Van Looy waren drie allochtone-mannen-van-ietwat-vreemde-komaf-met-een-getinte-huid te zien. Goed geïntegreerde allochtone-mannen-van-ietwat-vreemde-komaf-met-een-getinte-huid bovendien, want ze lachten op de juiste momenten met de grapjes van Van Looy en trawanten.

En dan was er nog Music For Life, afgelopen vrijdag, de laatste dag dus. Opeens kreeg de camera een meisje met een nog iets getintere huidskleur en van Afrikaanse origine in de gaten, mét een kerstmuts op, die vrolijk met haar autochtone vriendinnetjes zonder getinte huidskleur stond te zingen en te dansen … nu ja, een meisje van Afrikaanse origine, uiteraard staat die te dansen en te zingen. Doen die ooit iets anders? Maar desalniettemin, een schitterende zaak voor de quota! En op dat eigenste moment stond in het Glazen Huis een homo te presenteren! Sandra De Preter en Ingrid Lieten wreven zich vergenoegd in de handen...

Ook de obligatoire sneeuwitems die dezer dagen in het journaal te zien zijn, worden in al hun witheid gepigmenteerd met enige allochtone aanwezigheid. Steevast wordt een Hichampje of een Sorayatje voor de camera gesleurd om te zeggen wat ze van de sneeuw vinden. Meer dan “ja”, “nee” en “kweenie” komt er meestal niet uit, waarmee ze meteen ook aantonen dat ze perfect Vlaams zijn. In het milieu wordt deze Goed Geïntegreerde Vreemdeling, die het nieuwsitem van “het rode bolwerk” een beetje multiculti moet maken, ook wel de “alibi-allochtoon”, of in dit geval het alibi-allochtoontje, genoemd.

Je zal maar een Goed Geïntegreerde Allochtoon zijn dezer dagen. Je kan je kop niet laten zien, of je wordt al lastiggevallen door een cameraploeg. Laat ze toch gewoon met rust, denk ik dan. “Jaja, als ge ze gerust laat, dan kreigde taferelen zoals in Brusel en in Anderlegt”, hoor ik daar een Het Laatste Nieuws-lezer al zeggen. Ik weet het, mensen die samengepakt leven in niet al te beste omstandigheden, de taal niet spreken, geen werk noch perspectief hebben, daar komt meestal niet al te veel goeds uit voort en daar kunnen ze soms gerust zelf wat aan doen.

De vraag is nu: willen we eigenlijk wel dat deze allochtone medemens opduikt op de plekken die we als "de onze" beschouwen. Willen we wel dat ze in het publiek achter "onze" Erik Van Looy zitten? Dat ze meedansen op de muziek van "onze" Music For Life? Het geld dat daarmee wordt ingezameld, is immers al voor hen. We sturen het hen wel op, ze moeten niet zonodig naar hier komen... Willen we wel dat ze in dezelfde klas of dezelfde jeugdbeweging zitten als onze Juul, onze Warre, ons Myrthe, Merel of Liese? Alhoewel, zo'n klein allochtoontje naast je blonde dochter in de bakfiets, het staat zo leuk en lekker links. Maar wat als ons Liese over X aantal jaren thuiskomt met "den Hicham" of onze Juul met Soraya, of wie weet zelfs omgekeerd? Zijn we dan nog zo links? Of verlangen we dan terug naar een echte witte kerst?

donderdag 23 december 2010

Blacksad

Kerstmis! De mooiste periode van het jaar: sneeuwtapijten, kerstlampjes, haardvuren en vrede voor allen die van goede wille zijn. De goede voornemens worden nog eens van onder het stof gehaald, Mariah Carey ook en iedereen neemt zijn laatste verlofdagen op.

Toch dreigt één ding heel de kerstvreugd te vergallen: de cadeaus. Ik ben er immers heel slecht in. Nee, niet het zoeken voor andere is echt een probleem, vooral het zoeken naar iets wat aan mij gegeven kan worden… Want zo gaat dat nu eenmaal: mensen moeten iets voor jou kopen, en ze vragen dan wat je wil. Ze willen immers iets kopen wat je echt wel leuk vindt of waar je iets mee kan doen … of ze willen toch zeker geen geld verspillen.

Op die momenten breekt het koud zweet mij dus uit. Zelden slaag ik er in om een deftige tip te geven. En wat het nog erger maakt: als ik dan een “onverwacht” cadeau krijg, slaag ik er ook niet in om blij te zijn, of tenminste te doen alsof… Bij deze dus mijn oprechte excuses aan wie ik hierdoor heb gekwetst…

Maar ben ik echt de enige die met dit probleem kampt? Soms is het gewoon heel moeilijk om nog iets te vinden. Op een gegeven moment moet je stoppen met boeken vragen over van alles en nog wat, gewoon omdat de stapel je boven het hoofd groeit en je nog minstens tien kerstmissen nodig hebt om alles gelezen te krijgen. Sommige dingen vraag je ook gewoon niet, of liggen nogal moeilijk onder de kerstboom. Een kruiwagen bijvoorbeeld. Of zijn ietwat buiten budget, zoals een zonneboiler.

Nochtans, soms loont het de moeite om de schenker een beetje vrijheid te geven en krijg je echte pareltjes. Enkele jaren geleden kreeg ik van een vermeteling die zonder voorafgaande raadpleging een kerstcadeau voor mij durfde kopen een strip –wacht nee, tegenwoordig heet dat “comic” zeker?- van Blacksad. Een comic waarin dieren de hoofdrol spelen, om precies te zijn. John Blacksad, de hoofdrolspeler, is een kat die het edele beroep van detective uitoefent. Zijn katachtige uiterlijk maakt van hem een beetje een Batman-lookalike, en zoals ongeveer elke detective is hij een loner die op z’n eentje en op z’n eigen manier (om het Witseriaanse “eigenzinnig” te vermijden) de handschoen opneemt tegen de misdaad. Al pakt hij niet zomaar eender welk misdrijf aan, hij bepaalt zelf voor welke goede zaak hij zich inzet. Een goede zaak waarin ik me doorgaans wel kan vinden.


Zo neemt Blacksad het in Arctic Nation op tegen het dictatoriale regime van de witte ijsberen. Overduidelijk gebaseerd op de wartaal van Hitler en zijn nazi-trawanten, maar het discours is, helaas, van alle tijden.

Blacksad is dus nogal politiek correct, maar in a very politiek incorrect way. Lees: hij wil al wel eens de voorgevel verbouwen van een krokodil, een haan of een nijlpaard dat niet veel goeds in de zin heeft. Het moet gezegd: hij krijgt regelmatig ook zelf een pak slaag, maar daarvoor heeft een kat negen levens, toch? Naast politiek correct hebben de missies van Blacksad ook altijd een persoonlijke grondslag: een oude vriend die in de penarie zit, een vrouw wiens kind spoorloos is… Une service à la tête du client, quoi.

Ondanks zijn –sorry- eigenzinnige karakter kreeg Blacksad in zijn meest recent avonturen het gezelschap van Weekly, een marter-wezel-achtig dier dat als riooljournalist door het leven gaat. De relatie tussen de twee is er eentje van aantrekken en afstoten, zij het in a very non-sexual way. Niet dat er geen plaats is voor wat lichamelijkheden in deze strip. Blacksad is ook maar een mens… enfin, u weet wat ik bedoel, en durft al eens met een schone deerne in bed te duiken. Of dat nu een ree of zelfs een hond is, dat maakt hem allemaal niet uit. Al blijft het allemaal wel binnen de perken. Het geheel blijft ook erg stijvol, met een jazzy sfeertje (tekenaars Guarnido en Canales verwerken jazznummers in hun verhalen, en die kan je –met enige verbeelding- bijna horen) en een vleugje film noir. Maar de avontuurtjes zijn steeds van korte duur, en als zijn missie is beëindigd trekt Blacksad toch steeds weer de deur achter zich dicht en gaat hij, op z’n Lucky Luke’s, zij het net niet tegen een ondergaande zon, op weg naar een nieuw avontuur.

Een aanrader dus, en ideaal als kerstcadeau. Helaas bestaan er maar vier nummers van, en die heb ik ondertussen allemaal (waarvoor dank). Tips zijn altijd welkom...

woensdag 15 december 2010

Speculaas/-atie

Speculatie. Tot voor X aantal jaren was dat voor mij die koek die je van Sinterklaas kreeg en die zo lekker was als je hem in koffie doopte. Later werd dat gecorrigeerd tot speculaas of zelfs speculoos.

Tegenwoordig hebben we het over heel andere dingen als het over “speculatie” gaat. Het gaat dan over het …euhm, speculeren, door… dinge, speculanten. Het gaat ook over de staatsschuld, het begrotingstekort, kredietwaardigheid en staatsobligaties… Stop! Wat zochten we nog, Erik? Rente, natuurlijk! Het waren de zenuwen.

Maar speculanten speculeren dus. Mijn eerste vraag is dan: hebben die niks beters te doen? Moeten die niet op de kinderen passen, of klusjes in huis opknappen? Boodschappen doen misschien? In plaats van van achter hun pc uit te zitten spelen met denkbeeldig geld. En maar druk doen! En maar bellen!

En wat nog meer is: ze specu…dingen niet zomaar, ze dreigen ermee dat tegen ons land te gaan doen! Als wij er niet voor zorgen dat er niet snel een nieuwe regering komt, dan gaan onze ratings… kredietwaardigheid…obligaties… dinge… omlaag en de rente omhoog of zoiets. Maar excuseer, waar bemoeien die mensen zich eigenlijk mee? Mogen wij misschien zelf nog kiezen of en wanneer wij een regering krijgen of niet? Dat dacht ik ook ja! Dat ze eens op een ander gaan specu…dingen.

Trouwens, het gaat toch prima zonder regering? De rekken liggen vol met de meest noodzakelijke producten zoals melk, meel en iPadden, het koud en warm water stroomt nog en de treinen rijden op tijd… enfin, ze rijden.

En als de heren speculaties echt niet willen luisteren, is er nog altijd de harde hand. Beginnend met een ferm “Wilde gij wel eens stoppen met tegen ons land te specu…dingen?!”, en als dat niet helpt gewoon een bestorming van het gebouw van waaruit alle speculanties druk doen. Knevelen en muilkorven die handel, zodat ze niet meer kunnen bellen, e-mailen en andere stoute dingen doen. Even maar, totdat wij een nieuwe regering hebben, tot… euhm, dinge…

woensdag 8 december 2010

De helende kracht van geld

Een doordeweekse avond in station Brussel-Zuid. Koud. Trein met vertraging. Gemor. Al de tweede keer deze week, gisteren ook al een halfuur. Al de vijfde keer in twee weken. De tiende keer in een maand.

De trein komt. Dan toch. Mensen stappen in. Ook zij, een vrouw… nee, een vrouwtje, van een jaar of dertig. Gepakt en gezakt, compleet worstelend met kinderbuggy. Ze zoekt zich een plaats en zijgt neer.
Maar in plaats van met de wolven mee te huilen over wat een miserie dat toch is, die NMBS, begint ze vrolijk om zich heen te schetteren. Tegen de baby in haar buggy. Tegen de dame tegenover haar. Tegen wie het maar horen wil.

Dat het hier toch nogal meevalt met de treinen. Ze komt net van over het kanaal. Moest eerst van een onooglijk Iers gat tot in Saint-Pancras geraken, daarna nog met de Eurostar tot in Brussel en nu de laatste etappe naar Hasselt. Die Engelse trein, dat was me wat. Te laat, en dan waren de deuren nog half kapot. In elk station moest iemand van de reizigers uitstappen om de deur zelf te sluiten alvorens ze konden vertrekken. Tegen de hendel duwen, slaan of schoppen, en dan proberen terug op de trein te springen voordat de deuren zich sloten. Om maar te zeggen…
Ze verdrijft de koude en de ergernis enigszins uit de wagon.

Intussen zitten twee mensen –collega’s van het werk, vrienden misschien- naast mij te berekenen hoeveel deze vertraging hen gaat opleveren, als ze het invullen op hun compensatieformulier. De helende kracht van geld. Als we er maar iets aan kunnen verdienen, dan is de pijn al snel verzacht. Een geniale vondst van de NMBS.

Maar, zegt de man tegen de vrouw, je kan er nog meer uit halen. Als je op railtime kijkt, kan je zien welke trein richting Hasselt het meest vertraging heeft, en die kan je dan invullen. Het meisje fleurt op. En kan ze ook de vertragingen van vroeger nog opzoeken? Zeker, antwoordt hij,van de voorbije twee jaar zelfs! En bij een vertraging van meer dan een half uur, wordt de helft van de treinreis terugbetaald.

Tel uit je winst!

Straks komt ze thuis met de woorden: “Voila, we hebben ze weer verdiend vandaag”. En dat gewoon door op de trein te zitten. Het leven kan toch schoon zijn.