vrijdag 16 december 2011

Achtergrond van een bakfietsgeneratie

Vroeger waren mensen op hun dertigste op hun hoogtepunt, klaar om de wereld te veroveren. Vandaag de dag hebben dertigers pas een gezin, en beginnen ze soms vreemde dingen te doen. Ze beginnen allereerst al halftijds te werken om tijd te maken voor de "kids", steken die "kids" vervolgens in een bakfiets, gaan zelf kleren (of zelfs decoratie!) breien of naaien of tweedehands kleren kopen, beginnen hun eigen groenten te verbouwen, slaan aan het "letsen" of volgen allerlei kook- en andere cursussen die hun sociaal leven nog een beetje meer overhoop gooien.

De vraag is dan, waarom laten deze mensen (waartoe ik, voor alle duidelijkheid, (nog) niet behoor) hun veelbelovende carrière zomaar schieten, zeggen ze "nee" tegen het geld en de sociale status, om zich op zichzelf en hun naaste omgeving te keren? Welke trauma's spelen mee, en hoe moet dit voor volgende generaties worden voorkomen?

Misschien zijn er wel objectieve redenen. Wie eind jaren 70, begin jaren 80 is geboren, pakweg het jaar 1979, heeft immers al behoorlijk wat meegemaakt in zijn of haar leven. Volgt u even mee.

Je wordt geboren, en de oliecrisis breekt uit. Je ouders hebben het niet gemakkelijk, maar kopen je toch maar een fiets voor je eerste communie.
Terwijl je daarmee je eerste rondjes maakt, schiet een bende schorremorrie een hoop levens aan flarden bij de Delhaize.

Als je 7 bent, ontploft een groot gebouw in Rusland, en opeens eten jullie geen sla, prei of spinazie meer. Maar dat laatste vind je niet zo erg. En de gevolgen van die ontploffing vallen nog wel mee, de weerman Pien heeft het gezegd! Maar datzelfde jaar zie je je vader toch nog wenen (voor de allereerste keer, mannen wenen immers niet) en dat is wanneer een kerel in Mexico gans alleen tegen een stilliggende bal mag trappen (een pienaltie, of zoiets) en daarna als een dolle begint rond te lopen. Nadien is er ook nog een grote bijeenkomst op de Grote Markt in Brussel, en die ene met z'n onnozele blonde krullekes die veel show verkoopt.

Als je 10 jaar bent, beginnen ze in Duitsland een muur af te breken, en daar is precies veel volk voor nodig. Mensen kruipen op de muur en zijn blij. En dan is er die oude man met die grappige vlek op zijn hoofd, die precies belangrijk is, want hij komt veel op de televisie. Er is iets met een ijzeren gordijn, en dat vind je vreemd want gordijnen zijn toch van stof? Je ouders zeggen dat de wereld gaat veranderen en dat de columnisten (of zoiets) nu nooit meer aan de macht zullen komen. Ze vinden dat precies jammer en kijken naar foto's van "mei 68" of zoiets.

Ondertussen zijn er ook veel nieuwe programma's op de tv gekomen, met veel kleur en zo. Precies interessant, want je vader en moeder kijken nu veel meer naar de televisie en veel minder naar mekaar... of naar jou!

Op je elfde breekt er een oorlog uit, in Koeweit. Ver weg alleszins, want er is veel woestijn. Saddam Hoessein heeft dat land binnengevallen, voor olie of zoiets, en de Amerikanen moeten gaan helpen. 's Nachts is er veel vuurwerk en er zijn vooral veel branden. Op school speel je "Zoek het vijfde zwijn: Saddam Hoessein!" en je houdt een spreekbeurt over tanks en scudraketten.

Op je vijftiende zie je je vader toch nog eens wenen, weeral bij de voetbal, als Philippe Albert tegen "dollanders" scoort.

Op je zeventiende staat het land op z'n kop omdat ze meisjes hebben ontdekt bij Marc Dutroux. Je protesteert mee tegen het "spaghetti-arrest" tegen de verwijdering van onderzoeksrechter Connerotte. Eigenlijk vooral omdat je dan een voormiddag geen school hebt. Op je pentium 486 schrijf je een stukje voor de schoolkrant om je gevoelens te kanaliseren.

Je gaat vier jaar studeren, en als je afgestudeerd bent, en je ligt in september 2001 welverdiend in de zetel, zie je plots een vliegtuig zich in een wolkenkrabber boren en de wereld veranderen. Er komen gevallen met Joe Van Holsbeeck, Hans Van Themsche, er wordt geschoten op scholen en overal zo'n beetje.

Een jonge dertiger heeft de computer zien evolueren van pentium tot ipad, heeft de eerste en de tweede wereldoorlog zeker niet, maar toch nog heel wat andere oorlogjes zeker wél meegemaakt, deed z'n eerste impulsen op in de grauwe jaren 80 en zag de wereld (delen van de wereld alleszins) dan langzaamaan welvarender worden, maar ziet nu alles rondom hem weer iets minder langzaam ineenstorten. En hij/zij heeft de volledige teloorgang van de Rode Duivels kunnen meemaken. Is het dan niet logisch dat hij zich nu, nu hij het zelf voor het zeggen heeft, een beetje afkeert van die grote, boze wereld?

woensdag 30 november 2011

Geen reden tot paniek

Een moment van onoplettendheid heet dat dan. In veel gevallen is dat een eufemisme voor onhandigheid. In mijn geval alleszins. Een moment van onoplettend/onhandigheid later lag hij daar, de lamphouder met de spaarlamp erin. Hoe dat zo was gekomen, is een lang verhaal. Onhandigheid met een ladder, het klinkt als uit een slecht feuilleton gegrepen, maar "asi es la vida".

Ware de lamp een gloeilamp geweest, ik was in het donker beland. Niet zo met dit spaar-exemplaar, dat dapper bleef branden. Zou het peertje gewoon nog intact zijn? Kon ik het recht zetten en gewoon verder werken? Dat bleek te optimistisch, want al van ver ontwaardde ik wat deuken in het peervormige omhulsel. En toen ik dichterbij ging, hoorde ik iets kissen...

Mijn hemel, de kwikdampen!! Ik deinsde verschrikt achteruit en hapte naar adem. Gelukkig was ik met isolatie bezig, en kon ik mijn mondmasker snel voorhouden. Op gevaar van eigen leven schakelde ik de lamp uit, om vervolgens naar het raam te spurten, snakkend naar frisse lucht. Intussen voelde ik helse pijnen die ik niemand toewens.

Toen de kwik rond mijn hoofd was verdwenen, vroeg ik me af of ik dat hoofd niet had laten zot maken door allerlei paniekberichten over de schadelijke effecten van dat kwik. Misschien zijn enkele milligram toch niet sito presto levensbedreigend.

En misschien zijn niet alle mannen met baarden terroristen. Misschien was mijn reactie toen ik op een keer het gezelschap van drie van die mannen met baarden kreeg op de trein, ook enigszins overdreven. De mannen heetten duidelijk niet Jan, Pier, Tjoris, laat staan Corneel, en ik begon me meteen af te vragen, niet "of" maar hoe ze de trein zouden opblazen. Een kind van 9/11, zeker?
Toen ze platter Limburgs bleken te praten dan Regi, Stefan Everts en de Bachelor Jeoffrey (hit me, goegel!!) samen, was ik al iets meer op mijn gemak. Al schakelden ze af en toe over op een soort Arabisch, dat was zeker OM HUN VOETEN TE VEGEN AAN ONZE WESTERSE WAARDEN!!

Misschien moet ik ook meer van de soep genieten, en niet telkens als ik een beetje zout proef, denken aan hoe mijn hart het er aan zal begeven en mijn darmen zullen dichtslibben en dergelijke. En dat glas rode wijn per dag, heeft dat eigenlijk nog een heilzame werking? Of was het bier, tegenwoordig? Of moeten we er gewoon af en toe van genieten? En die yoghurt met proto-analfactische intergalactische biotische actieve bifidus, hoe nodig is dat? Want echt lekker is dat toch niet altijd...

Misschien moet ik me minder bang laten maken door onderzoeken, marketing en andere studies "bij 570 personen". Mijn oma is 90 jaar oud geworden en als ik bij haar afkwam met "actieve bifidus", dan keek ze mij eens aan en vroeg ze "en hoe is het nog op het werk?".

En dan zijn er nog de markten! Mijn hemel, de markten! Die krijgen ons zelfs zo panisch dat we een regering gaan maken. Als een moderne Sinterklaas houden ze ons van bovenaf in de gaten, en schrijven in hun dikke, dikke boeken op of we wel de juiste begrotingsmaatregelen nemen. Als we zoet zijn, krijgen we een mooie rating, anders niet. Bangmakerij dus. Misschien moeten we ermee omgaan zoals met de echte Sint: ontmaskeren als een mythe, en er ons uiteindelijk niet veel meer van aantrekken...

vrijdag 18 november 2011

Slaap zacht, Rusland waakt

Het was een kort item in het journaal van 8 november: de "Nord Stream"-gaspijpleiding tussen Rusland en Duitsland is ingehuldigd. De leiding, die over de bodem van de Oostzee loopt, zal vanaf 2012 jaarlijks 55 miljard kubieke meter Russische gas naar Europa pompen en zo mee instaan voor onze energievoorziening. Saai hé. Terecht dat er maar een minuutje tijd aan werd besteed. Alvast mijn excuses, want wat nu volgt is zo mogelijk nog saaier (maar nice to know met het oog op de toekomst).

Op de foto ziet u hoe tal van hoge heren en één dame doen alsof ze de reusachtige gasleiding eigenhandig opendraaien. Iedereen is blij en gelukkig, maar er zijn wel een aantal elementen die opvallen door afwezigheid. Het eerste is het logo van Gazprom, de Russische gasmaatschappij die het initiatief nam voor de bouw van de leiding en van wie het gas komt. Toch niet onbelangrijk. Ook opvallend afwezig is Vladimir Poetin, de huidige Russische premier die in 2005, toen nog als president, de overeenkomst over de bouw van de pijplijn sloot.

Misschien is het niet geheel toevallig dat net Gazprom en Poetin ontbreken, want al snel na de overeenkomst kwamen er wat Europese bedenkingen bij het hele project en raakten de verhoudingen met de Russische president flink getroubleerd. Zo waren er bedenkingen bij het traject van de pijpleiding: waarom moest die over de zeebodem lopen en niet over land? Omdat, aldus Poetin, je maar best zo weinig mogelijk transitlanden doorkruist, want die zijn toch allemaal onbetrouwbaar. Om dit te illustreren draaide hij zelf begin 2006 de gastoevoer doorheen Oekraïne dicht, "vanwege wanbetalingen". In 2008 werd dit nog eens losjes overgedaan. Al kan het pro-Westerse bewind van Oekraïne er ook voor iets tussen hebben gezeten.
Estland werd dan weer als "onbetrouwbaar" gecategoriseerd nadat er rellen ontstonden toen een Russisch standbeeld werd verplaatst. Dat de pro-Russische oppositie aan de basis lag van die rellen en rechtstreeks werd opgestookt door Moskou, werd daarbij onvermeld gelaten. Voor Estland was een Russische reuzegasleiding op hun grondgebied vervolgens uiteraard een brug te ver.
Dat het traject over de zeebodem (dat Gazprom trouwens veel meer kostte dan een traject over land) op die manier werd gebruikt om enkele mogelijke transitlanden zoals, naast Estland, Polen heel wat inkomsten te ontzeggen, ging gelukkig niet helemaal onopgemerkt voorbij in Europa.

De wenkbrauwen werden nog iets meer gefronst toen bleek dat Gazprom zijn pijlen op de volledige Europese energiemarkt richtte. Een belangrijk aandeel in het grootste Britse energiebedrijf Centrica was het doel, maar toenmalig Brits premier Tony Blair zag dat toch niet zo zitten. Angela Merkel (midden op de foto) bedankte voor de eer van "verdeler en verkoper" van het Gazprom-gas. Ze had een gezond wantrouwen tegenover de erfenis van haar sociaaldemocratische voorganger Gerhard Schröder (tweede van links), die de overeenkomst over Nordstream sloot enkele dagen voor de verkiezingen in 2005, om na die verkiezingen (die hij -zoals verwacht- verloor) zijn sociaaldemocratische waarden vlotjes opzij te zetten voor een postje aan de top van de aandeelhoudersvergadering van het bedrijf dat de leiding zou bouwen, en voor de daarbijhorende habbekrats van 250 000 euro per jaar. Iets wat de pers niet echt kon waarderen en het aanvankelijke enthousiasme over de Nord Stream-leiding fel temperde.

Er stonden er dus enkelen groen te lachen, bij de opening van de pijpleiding, die koste wat het kost een goede zaak voor Europa moest lijken, en geen poging tot Russisch imperialisme. De Poolse gasmonopolist PGNiG heeft intussen al een rechtszaak aangespannen tegen Gazprom om het Russische gas (via Duitsland) tegen een verlaagde prijs te krijgen. Het wordt afwachten wat Warschau hiervoor zal moeten doen (of laten). Hoe gas steeds meer het ideale wapen wordt, leest u in het boek "Gazprom - Ruslands nieuwe wapen", van Valeri Panjoeskin en Michael Zygar.

Maar tot daar het goede nieuws...

Want leidingen over land, dat is toch ook niet altijd even zuiver op de graad. Lukoil (de vroegere Jet, die tankstations in geel en blauw) illustreert het uitvoerig. De olie van Lukoil komt immers uit Noord-Rusland, uit het Pechora-bekken, en heeft daar zo al zijn sporen nagelaten. Het grote probleem is dat de plaatsen waar de olie wordt opgeboord, onderling worden verbonden door ondergrondse leidingen die niet dagelijks worden nagekeken. Ook niet jaarlijks of tienjaarlijks, denk ik. Lekken zijn dus onvermijdelijk, en olie sijpelt druppelsgewijs in de Russische toendra, in de rivieren en in het drinkwater. Daarmee is alle leven in de streek standaard in olie gedrenkt en uiteindelijk verdwenen. Lukoil zelf ziet het gebied elk jaar natuurlijk maar wat graag toevriezen, zodat het stinkende potje wordt toegedekt. Zelf zoekt het intussen liever naar nieuwe oliebronnen dan dat het investeert in nieuwe leidingen. Of zoals het bekende spreekwoord zegt: "Als u tankt in Brussel, druppelt het in de toendra". Of zoiets...

Dit verhaal stond enkele weken geleden in De Standaard magazine. Het zou een reden kunnen zijn om Lukoil te boycotten. Maar gelukkig zijn er nog tal van alternatieven, zoals BP... of nee, wacht, te veel smurrie in de Golf van Mexico. Shell dan, maar dan moeten we voorbijgaan aan de vergiftiging van de Nigerdelta... De houtstoof misschien?

woensdag 2 november 2011

Een jeans, een groene, graag...

Dat de klant koning is, mag genoegzaam bekend zijn. Dat de klant dan niet te lastig mag doen, is dat veel minder. Kiezen op basis van reclame, het gekozen product uit de rekken nemen en als de bliksem naar de kassa, daar komt het soms op neer, al ga ik wellicht wat kort door de bocht.

Tijd voor minder veralgemenende praat en concrete voorbeelden! Zoals u misschien weet, hebben "de groenen" zich tegenwoordig op de markt van de kleding gestort om ons nog wat extra schuldgevoel aan te praten. Dat je niet met de auto mag rijden, geen vlees mag eten, niet op walvissen mag jagen, tot daaraan toe, maar een simpele jeansbroek, dat blijkt ook alweer een bron van alle kwaad. Te veel water nodig, te veel pesticiden gebruikt, gezandstraald of zand gestraald of wat dan ook... Biokatoen moet het zijn. En dan stel ik me glooiende velden voor, vol met onbespoten, ecologische witte bloemetjes, met de hand geplukt door negerslaven met een pasgeborene op hun rug gebonden die vrolijk "Kumbaya, my lord" neuriën... Of wat is dat, biokatoen?

Enfin, ik laat me daar natuurlijk door beïnvloeden, en ga op zoek naar "green jeans". Hier vond ik alvast een mooi lijstje met verkoopspunten. Tot daar alles goed, maar voor sommige winkels stopt hun engagement blijkbaar met hun naam op die lijst te zetten. In één van de winkels aangekomen, keek de verkoopster van dienst me aan alsof ik te veel pesticiden had gesnoven toen ik begon over "grien dzjiens". Een moment van vertwijfeling later "ging ze toch eens achter horen", om me enkele tellen later te melden "dat alle broeken van gerecycleerd katoen zijn".

Daarmee was voor haar de kous af, maar toen ik nog even leek te twijfelen, keek ze me aan alsof ze mij "sebiet wel ne keer zou recycleren", en heb ik haar broek maar gekocht. Uiteraard niet zonder me bij het buitengaan luidop af te vragen "wat er met zo'n mentaliteit moet geworden van onze kinderen later". As a way of speaking, uiteraard, want de jongedame en ik hadden geen kinderen en dat leek er ook niet meteen van te komen. Het antwoord harerzijds heb ik niet zo goed verstaan, maar wordt in strips meestal afgebeeld met een doodshoofd, bliksems en zo van die spiralen.

Nee, dan alle lof voor de verkoper van Men at work. Toen ik aan hem duidelijk maakte dat ik voor een duurzame jeans kwam, knikte hij alsof dit een alledaagse vraag was en wees hij me er meteen op dat merk X (Kuyichi) nog wel iets beter scoorde op dat vlak dan merk Y (Nudie Jeans). Opslag voor die man, en een vat! Hij had me een broek in biokatoen verkocht, en meteen ook een zuiver geweten. Vermoedelijk is bio daarom een beetje duurder...

PS. Enige research over Kuyichi bracht me bij dit artikel. Ik verkoos om het enigszins te negeren en me eraan op te trekken dat het gaat over "beginnersfouten". Want ik weiger mijn geloof in de goedheid van de kapitalistische, op winst beluste en daarvoor zeker geen leugens vertellende mens te verliezen. En ik heb betaald voor dat zuiver geweten!
PS. 2 Levi's heeft ook zijn "duurzame jeans": de "waterless"-reeks. Hier wordt daar dieper op in gegaan en blijkt het toch niet meer dan een begin. O ja, er zitten ook geen zeehondjes in Levi's jeans! Noch lammetjes! Of kleine hertjes met Bambi-ogen!

donderdag 20 oktober 2011

Beste Wouter, geachte heer Van Besien,

Ik herinner me nog een debat aan de vooravond van één van de elfendertig verkiezingen die we de voorbije jaren hebben gehad, in 2010. Je had net de degens gekruist met Filip De Winter van Vlaams Belang en de moderator met dienst (Ivan, of misschien Tim Pauwels) kon niet andere dan concluderen "dat Groen! en Vlaams Belang het over iets eens waren, en dat dat toch wel de eerste keer in de geschiedenis moest zijn". Het ging met name over het kopen van schone lucht in Hongarije en over het stimuleren aldaar van meer isolatie voor huizen, waarbij De Winter aangaf dat er in ons eigen land (hij bedoelt Vlaanderen) nog zoveel te isoleren valt. Iets waar jij uiteraard alleen maar mee kon instemmen, al was er het nuanceverschil dat dit voor De Winter een vaststelling was en voor jou een uitdaging, en dat de extreemrechtse frontman gewoonweg niet wakker ligt van zuivere lucht voor Hongaren of waar dan ook en jij, vermoed ik, wel af en toe. Maar de conclusie was gemaakt. Jij mocht, als voorzitter van een kleine partij, maar meedoen aan één debat, had gespeeld en verloren en droop af. De Winter toverde de grijns op zijn gelaat waarvoor kindjes en kleine dieren gillend op de vlucht slaan. De volgende dag zou je partij er op vooruit gaan, maar niet zo veel als de peilingen hadden voorspeld. Zoals zo vaak.

Nog niet lang daarvoor, in oktober 2009, had je Mieke Vogels, beter bekend als ons moe, opgevolgd als voorzitter van Groen!. "De vrijwel onbekende districtsburgemeester van Borgerhout", heette je toen nog. De wereld zag een enigszins schuchtere man met een volle, ruige baard en trui. De geitenwollen sokken werden er automatisch bij gedacht.

Gelukkig krijgen sommige mensen wel "a second chance to make a first impression". Geleidelijkaan werd de trui een hemd, je baard verzorgder (Michel Drets uit "Het eiland" deed het je al voor toen hij afdelingshoofd werd) en kwam je ook beter uit je woorden, wist je de groene boodschap duidelijker aan de man te brengen. Je kreeg waardering voor je "parler vrai" en voor je constructieve medewerking tijdens de communautaire en andere onderhandelingen. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum heet dit dan dat je een "ja-knikker" bent en dat je "de Vlamingen uitverkoopt", maar dat is dus enkel voor wie er genot in schept om "het been stijf te houden", iets dat na verloop van tijd toch pijnlijk wordt, lijkt mij.

Geleidelijkaan leerde je ook de politieke kneepjes van het vak. Neem nu die aftandse, twintigsteëeuwse Toyota Corolla waarmee je naar de koning ging. Ik geloof graag dat dit je enige optie was om tot in Laken te geraken, maar het was natuurlijk ook een mooi statement, zo tussen de Mercedessen en de Audi's.

Je zette je voet gemakkelijk naast generatiegenoten als Alexander, Caroline en die andere Wouter (de papa van Nette), waarbij je op de eerste het voordeel hebt dat je geen "fils à papa" bent, op de tweede dat je geen vrouw bent en dat je stemtimbre geen onderwerp van discussie is, en op de laatste dat je geen "tsjeef" bent, en dan kom je tegenwoordig al ver in Vlaanderenland.

Even, heel even, toen je door Alexander en Wouter uit de onderhandelingen werd gedefenestreerd, leek het er zelfs op dat je populair zou worden bij de immer voor de onderhond supporterende Vlaam. Maar toen je de uitgestoken hand van BDW, de patroonheilige der Vlamen, die voorstelde om de gesloten akkoorden opnieuw ter discussie te stellen, ostentatief weigerde en daarbij ook nog eens over "loyauteit" en "constructief" begon, ontwaakte "de burger" weer uit dit moment van zwakte en besefte men dat je toch nog altijd op de eerste plaats "ne groene" bent, die nota bene nog met de Walen (in deze de immer sympathieke Jean-Mi Javaux) heult ook. En "ne groene", dat is misschien leuk voor in de peilingen, maar om echt op te stemmen, nee, dat toch maar niet...

maandag 10 oktober 2011

V for ... vanalles

Als u ooit eens tijd te veel hebt, zin hebt in een film met een snuifje actie en diepgang en niet al te veel sympathie voor nazi's koestert (waarschijnlijk niet, anders was u nooit hier terechtgekomen... als u toch deze ideologie aanhangt, laat dan vooral weten hoe u tot hier kwam!), dan is de film "V for vendetta" een aanrader. Misschien hebt u hem al gezien, en dan kan u wellicht beamen dat de immer adembenemende Nathalie Portman zelfs met een afgeschoren kruin een behoorlijk indrukwekkende prestatie neerzet.

Portman is als Evey verstrikt geraakt in de netten van de getormenteerde "V", een verschijning die door zijn voorgeschiedenis wordt gedwongen om het autoritaire regime dat Engeland overheerst te vuur en te zwaard te bestrijden. Ter nagedachtenis van Guy Fawkes, die op 5 november 1605 werd betrapt met buskruit en lucifers onder het Hogerhuis, wil hij het parlement opblazen en Engeland -en zijn heersers- op hun grondvesten doen daveren.

Zoals u wellicht wel weet, daveren er ook vandaag hier en daar ter wereld regimes en samenlevingen op hun grondvesten. In Athene, Londen, Madrid, New York en in de hele Arabische wereld komen mensen op straat. Ze protesteren tegen een overheid die geld door ramen en deuren heeft gesmeten, een overheid die sociale ongelijkheid heeft doen groeien, die jongeren achterlaat in werkloosheid of die kortweg iedereen kortwiekt en muilkorft. Ze protesteren zelfs tegen de financiële sector die speelt met virtueel geld en zo de toekomst van miljoenen mensen veel minder virtueel aan diggelen slaat.

En overal duiken de V-maskers op. De V staat dan symbool voor Verontwaardiging, zoals bij de "Indignados", die na het protest in Madrid besloten te voet naar Brussel te houden om komende zaterdag een mars door de Europese hoofdstad te houden. Tegen het "heersende politiek-economisch systeem", klinkt het. Tegen het kapitalisme dus. Werkschuw, langharig tuig uiteraard, waar de joint en de bandana nooit ver weg zijn. Maar 1500 km stappen om je boodschap kracht bij te zetten, daarvoor is al heel wat Verontwaardiging nodig.

Helaas duikt V ook elders op. In Londen, enkele maanden geleden, waar hij samen met ander "scum" vernielingen aanrichtte bij mensen die het minstens even zwaar hadden dan zijzelf. En bij de rellen in Athene, vorige week nog, waar hij van achter het masker met de eeuwige glimlach stenen en brandbommen richting de oproerpolitie mikte.

"V" staat in deze gevallen helaas niet voor Verontwaardiging of voor een Vereniging van mensen, maar voor Vernielzucht en Venijn. Helaas maakt net dat de boodschap die de jongeren wereldwijd hebben te onsamenhangend en daarom al te gemakkelijk om af te doen als "hooliganisme" en het werk van "krapuul". Meer hebben autoritaire regimes natuurlijk niet nodig om de straten schoon en de onderliggende boodschap onder de mat te vegen.

woensdag 8 juni 2011

Rugzaktoerist 2.0: @ small train carriage w/ 5 others

Of we misschien de slaaptrein zouden nemen voor onze citytrip naar Praag? Het was de vraag die we ons stelden. Waarom we dat in godsnaam zouden doen? Wel, met het oog op een latere reis, die ons eventueel per spoor langs allerlei Europese steden zou brengen. Een try-out dus. En omdat ik nu eenmaal niet zo erg vliegtuigminded ben. En omdat ik die ecologische voetafdruk toch enigszins wil beperken, maar dat zeg ik er natuurlijk niet luidop bij. Als u bij deze wil stoppen met lezen, mag dat, maar dan kijk ik u nooit meer aan.

De beslissing maakt wel dat je meteen tot een andere categorie van toeristen behoort. Niet meer het volk dat voor een paar uur naar Barcelona vliegt om daar een fancy zonnebril en nog fancier kleren te kopen dan ze al dragen en die van die ruim 1000 km enkel wat wolken zullen zien. Wel de zwaarbeladen rugzaktoerist wiens kleding enkel dient om zo comfortabel mogelijk te zitten/liggen, klaar om weer een nieuw stuk van de wereld en de daarbij horende overgangen tussen steden en dorpen, tussen landschappen en tussen culturen te aanschouwen. Klaar om mensen met totaal andere achtergronden, talen en opvattingen te ontmoeten.

Denk je.

Oh ja, de pientere lezer heeft al opgemerkt dat ik tot het deel van de "jeugd" behoor dat wel eens een citytrip maakt, iets waar de Leuvense wijsgeer Louis Tobback zijn bedenkingen bij heeft (ik maak nu even een bondige synthese van 'smans gedachtengang). Meer nog, ik maakte een citytrip op het moment dat de brave man zijn uitspraken deed. Daar had hij niet van terug. Maar dus wel met de trein en met de rugzak, en dat heeft toch zoiets anti-grootkapitalistisch en -consumeristisch, iets waar een socialist moeilijk tegen kan zijn.

Alhoewel, al die revolutionaire ideeën moesten al vrij snel -gedeeltelijk noodgedwongen- de prullenmand in.

Want vooraleer aan het treinavontuur te beginnen, moest er wel nog worden geïnvesteerd in zo'n grote en vooral kostelijke trekkersrugzak, statussymbool par excellence van de trekker. En in het station waar we moesten overstappen kon een bezoek aan wereldveroveraar en "global village"-icoon Starbucks natuurlijk niet ontbreken. Al drukte een foldertje ons daar op het hart dat alle koffie "fair trade" was en was er Bionade, dus hoe goed waren wij wel niet bezig?

En de eerlijkheid gebiedt me ook om te zeggen dat het eerste deel van de reis niet echt per soort van transsiberische express of Peking express verliep, zoals het een goede rugzaktoerist betaamt, maar wel per comfortabele Thalys. Alwaar we dan ook aardig uit de toon vielen met onze rugzak, tussen zakenlui die op vrijdagavond om half acht lustig doordeden wat ze al de hele dag aan het doen waren, namelijk "meeten". "Change management", "policies" en "next steps", las ik op de notitieblok van de vrouw in de zetel voor mij, terwijl de vergadering verder in het Duits werd gevoerd ("Ja, vielleicht" en zo, u kent dat wel, dat Duits). En ik vroeg me af of ze op dat moment niet liever bij haar kinders zou zitten. Maar dat had ik natuurlijk ook gedacht als er een man voor me had gezeten, wat denkt u wel?

En eenmaal in de slaaptrein bleek dat contact met andere culturen en zo ook nogal mee te vallen. Medereizigers hadden vooral oor en oog voor hun mp3-speler, iPod- of Phone en digitale camera. Ik zag twee kerels binnenwandelen met een McBox van McDonalds, terwijl het meisje tegenover mij zich in alle bochten wrong in dat bed van 1,70 m lang, een halve meter breed en een halve meter hoog om vervolgens haar MacBook open te klappen. Misschien naar FourSquare? "@ a small train carriage w/ 5 others"

Dhr. Tobback heeft misschien wel ergens gelijk: een oproep tot een echt "change management" kan geen kwaad. Misschien leren we zo net iets meer "out of the (Mc)box" denken...

maandag 23 mei 2011

Lessen in de idolologie

Times, they are a changin, Bob Dylan zei het al. Bankbedienden worden hoe langer hoe meer vervangen door automaten, postbodes hebben door hun minutieus uitgestippelde georoutes geen halve minuut tijd meer om binnen te komen voor "een drupke" en de melkboer komt al zeker niet meer aan huis. Nu, dat is goed nieuws voor niet geheel en al zelfzekere mannen van zwangere vrouwen, maar de mensen die afhankelijk waren van deze losse, korte contacten om toch nog enigszins in contact te staan met de maatschappij rondom hem, zijn er alleszins niet beter van geworden.

Veel druk ligt er nu op de beroepen die wél nog een praatje kunnen maken met hun klanten (al is het vooral andersom): kassiers en -sters overal ten lande, slagers, bakkers verdienen dan ook een standbeeld. De campagne "De wakkere bakker, je haalt er meer dan brood alleen" speelt daar enigszins meesterlijk op in. De typische smalltalk, over de zoon, over de vrouw, over het dieet... Geen wereldschokkende verhalen, maar toch altijd goed om er een luisterend oor voor te vinden en *een bevestiging*.

Een klankbord zijn voor élke klant, het is immers niet zo simpel als het lijkt. Ik zag het onlangs geïllustreerd aan "het frietkot" (of heet dat tegenwoordig frietshop, of frietboetiek?). Een vrouw stond aan de toog te wachten op haar bestelling en wees opeens naar de radio, waar net een weinig gedenkwaardig nummer speelde. "Zijn dat die niet van Idool?" vroeg ze. De bazin van de zaak -excuseer: de ladychef- stond net te dicht om te doen alsof ze de vraag niet hard gehoord, maar haar "Ah, dat weet ik niet" getuigde van weinig affiniteit met het hele Idool-gebeuren. Of in "Wakkere Bakker"-termen: *Een nietszeggend antwoord waaruit blijkt dat ze Idool totaal niet had gevolgd en dat het haar ook niet zoveel zei en de stille wens dat de klant niet over dit onderwerp zou verdergaan*. Quod non.

"Ja, ik denk da ze da waren", bevestigde de klant dan maar zichzelf. "Da was da lieke da ze allemaal samen hadden gemaakt. Ze doen da elk jaar", was ze meteen zo bereidwillig een opfriscursus te geven. Beantwoord door een *gemaakt geïnteresseerde blik en bemoedigend knikje om door te gaan*. "Ja, da zie ik gère, zalle", vervolgde ze dus. "Vooral Kato en Kevin, die kunnen echt heel goed zingen". *Constatatie dat Kato en Kevin hoegenaamd geen belletje doen rinkelen, dus opnieuw een nietszeggend antwoord, en een sluikse blik naar de deur in de hoop dat er een nieuwe klant zou binnenkomen*

"Wij kijken vooral naar de VTM", was de vrouw niet te stoppen. "Ook da van die Pieter... die Loridon, da zie ik ook gère". *stilaan wanhopige blik -komt er nu écht geen andere klant binnen die ik moet helpen?!- omdat ze ook dat van "die Pieter" niet heeft gezien, gevolgd door een uitvlucht over "weinig tijd om tv te kijken"*. "Ah ja, met ulle zaak", knikte de klant begrijpend. Waarop ze zich zo goed toonde om ook de nodige toelichting omtrent "die Loridon" te geven. "Ja, die heeft er dan uiteindelijk toch één gekozen", vertelde ze. "Die Liesbet, maar ze zijn nog nie echt samen." *onbeholpen "ah ja"-antwoord*.

Wat volgde was enkel nog een *laatste, wanhopige poging om interesse te tonen in het onderwerp* met de vraag "Wendy Van Wanten, heeft die hare man zo ook niet gevonden?", en dan een *lange stilte, opgevuld met onnodig frietzakjes schikken en frieten opgooien*.

Friturist en cafébaas zijn de intellectueel meest onderschatte beroepen van deze aardbol. Over alles iets weten en over niets te veel, zonder ooit iemand voor het hoofd te stoten, het is weinigen gegeven.

woensdag 11 mei 2011

Tijd voor een commerciële onderbreking

Ik ben grootgebracht in een ouderlijk huis zonder kabel-tv. Tv-uitzendingen beperkten zich tot wat de openbare omroep, zijnde tv één en tv twee, te bieden hadden. In mijn herinnering zijn dat het journaal met die grijze ding-dong-begingeneriek, "De drie wijzen" op dinsdag, iets met Jan Van Rompaey op donderdag en zo'n talkshow met Jessie De Caluwé op zondagnamiddag. Alles wat een mens nodig heeft dus.

Op de commerciële omroepen, daar was toch niet zo veel te zien, werd er mij gezegd. Al was dat natuurlijk wel vóór VT4 de soap "Vennebos" ging uitzenden. Maar toch was er een nadeel: op tv één en tv twee was het aandeel voetbal beperkt tot een paar samenvattingen in sportweekend. Voor de integrale matchen of de samenvattingen op zaterdagavond moest je bij "de vtm" zijn. En daar hadden we wel iets voor over. Zoals met een draagbaar tv-toestel op zoek gaan naar de kabelaansluiting in het leegstaande huis naast ons om er daar dan, met twee stoelen, één tafeltje en voor de rest niets dan stof en puin, een gezellige avond van te maken...

Maar het was geen toeval dat ik enkel voetbal keek op een commerciële zender. Ik werd immers zenuwziek van telkens weer dat spervuur van reclame, en 45 minuten voetbal was -denk ik- het enige dat nog echt gespaard bleef van de "commerciële onderbrekingen".

Maar alles went, en tegenwoordig kan ik die pauzes soms wel appreciëren. Je gaat wat halen om te eten of te drinken, strekt de benen, danst de horlepiep of schrijft een nieuw hoofdstuk van je memoires. Maar toch zal het altijd een haat-liefdeverhouding blijven. Want soms vraag je je af voor welke kudde vee, gespeend van elke intelligentie, de commerciële zenders hun kijkpubliek eigenlijk houden.

Want blijkbaar heeft een grootschalig onderzoek uitgewezen dat televisiekijkend Vlaanderen collectief aan alzheimer lijdt. En dus is het tegenwoordig zo dat er bij een film na elk reclameblok moet worden begonnen met de laatste minuut van vóór dat reclameblok, toch wel zeker een viertal minuten eerder...

Nog erger is het wanneer een programma amper anderhalve minuut bezig is (waarin overigens alleen maar werd teruggeblikt op wat er de vorige keer gebeurde) en dan al wordt onderbroken door een zogenoemde "powerbreak" van 30 seconden. Waarna er -want we hebben niet alleen alzheimer, maar ook het geheugen van een vis- nog eens wordt teruggeblikt op de terugblik. En er wordt vooruitgeblikt op wat er allemaal staat te gebeuren. Maar intussen zijn we alweer drie minuten verder, en is het alweer de hoogste tijd voor een terugblik op de vooruitblik, en een commerciële onderbreking. Daarna blikken we nog even terug en vooruit, waarna dinge het met dinge doet (wat we uiteraard al hadden gezien in de voorspotjes), en dingske iets zegt over dinge. Ho, grof! Tijd voor een terugblik! En reclame! Daarna een nieuwe terugblik, want het was toch wel héél grof. En dan een vooruitblik op welk effect deze schermutseling van één zin zal hebben op de onderlinge relaties. Waarna dinge iets grappigs doet, en dinge het dan met dingske doet. Waarna er nog één keer uitvoerig wordt teruggeblikt en u ook al een glimp opvangt van wat er volgende keer allemaal staat te gebeuren (lees: u ziet al de volledige aflevering, maar dan niet onderbroken door reclame). En zo is ongeveer een kwartier beeldmateriaal goed voor een avondvullend programma.

En dan maar klagen over de vele heruitzendingen van de VRT. Daar zit tenminste nog een paar jaar tussen.

dinsdag 19 april 2011

"Die holocaust, ik wil dat nu niet minimaliseren, maar..."

Of hoe je in een half uur de eigenaars van zonnepanelen, de groenen, de politiekers in het algemeen, de oudere mensen, de buitenlanders en in het bijzonder de Marokkanen kunt door de mangel halen, om uiteindelijk -uiteraard- bij de Joden uit te komen.

"Die zonnepanelen, wat is me dat allemaal?!"
Een doordeweekse, zonnige ochtend, 7u35, en de verkeerde treincoupé gekozen, want terechtgekomen bij de luidruchtige dame die u misschien nog kent van Piekuur-paria.
"Ja", beaamt haar jongere alter-ego, tevens voltijds ja-knikker en echo, "Eerst promoten ze die dingen ik weet nie hoe hard en als de mensen ze dan gekocht hebben, gaan ze ze er nog extra voor laten betalen."
"Nee", moet haar oudere en dus levenswijzere compagnon haar meteen terechtwijzen, "Ik geef Van den Bossche gelijk! Ze hadden die nooit mogen subsidiëren. De mensen die zonnepanelen leggen, betalen toch al minder voor elektriciteit?! En het zijn zeker niet de armen die er hebben liggen hé. Want ook al zijn ze gesubsidieerd, ge moet het bedrag wel maar op tafel kunnen leggen hé!"

Ze komt op dreef.
"En het zijn de groenen die daar allemaal voor gezorgd hebben hé! Dat is dus de ergste partij die er is hé. Die krijgen nooit of van ze leven mijn stem. Want dat zijn wanna be-hippies, hé, maar met diamanten in hun haar in plaats van bloemen! Want dat groen zijn, dat is alleen maar voor de mensen die dat kunnen betalen!".

Waarna het tijd is voor wat ongefundeerde veralgemeningen, vindt de jonge echo.
"Ge weet gewoon niet meer op wie ge moet stemmen!" krijt ze. "Waarom moeten we hier eigenlijk zoveel politieke partijen hebben? Iedereen die een beetje een mening heeft en het goed kan uitleggen, begint een politieke partij!"

Het antwoord ligt gelukkig voor de hand...
"Wij zijn een volk van sjoemelaars hé", meent het naburige orakel. "Ge ziet dat overal. Op 't werk ook. Die mannen tellen uit hoeveel ziektedagen ze nog hebben, en als ze dan bijna op pensioen kunnen, nemen ze die allemaal tegelijk op en dan zitten ze al twee jaar op voorhand thuis. Dan hebben ze zogezegd een depressie". Instemmend geknik. "Ik vraag we af hoe die dat eigenlijk gedaan krijgen. Mijnen dokter schrijft nooit zomaar een week voor zalle!". "De mijne ook niet", vult dingske aan. "Voor buikgriep kreeg ik just drie dagen, terwijl het er langs boven en langs onder uitkwam!". Er zijn grenzen aan wat je op een nuchtere maag kunt verdragen.

Maar een verrassende wending houdt me bij de les. Let u vooral op het veelvoud aan eufemismen voor "makakken".
"Ik snap trouwens niet waarom ze eigenlijk zoveel euh... buitenlanders naar ons land halen", denkt het orakel luidop, "terwijl er nog zoveel Belgen zonder werk zitten". "Ja", treedt dingske haar wederom bij, en dan komt het onvermijdelijke (letterlijk uit haar mond. "Non trucare, non foefelare", zou Urbanus zeggen): "Ik ben nu geen racist, maar als ik met vriendinnen ga lopen, zitten er dan van die euh... allochtonen langs de baan en die roepen dan vanalles zo, "mogen wij eens meelopen" en zo. Dat zijn dan meestal van die groepjes Marokkanen. Dan heb ik zoiets van: als ik hier alleen had gelopen... Ik heb het er dikwijls over met de vriend van de zus van een vriendin (of zoiets), die is van Congolese afkomst en is zo wat mulat zo".

De levenswijze vrouw gaat verder. "Wij merken dat ook. Wij hebben altijd het meeste last met die euh... vreemde nationaliteiten: Nederlanders, Marokkanen, Joden... allé, dat is nu niet echt een nationaliteit, maar toch. Als ge zo'n naam ziet, dan weet ge het wel. Dat zijn de grootste sjoemelaars hé."

Ik dwing mezelf me af te sluiten van dit alles, maar slaag er slechts gedeeltelijk in. Gelukkig maar, anders had ik de volgende sublieme passage ter afsluiting gemist. "En die holocaust, allé, ik wil dat nu niet minimaliseren wat er toen is gebeurd, maar dat die Joden dat altijd weer moeten gebruiken, allé... Mijn grootouders hebben ook in de oorlog gevochten, maar 't is daarom toch niet dat ik me slechter ga voelen hé."

Het is even na 8u, en er zijn écht grenzen aan wat een mens 's morgens vroeg kan verwerken.

woensdag 13 april 2011

De kaap van de 15° C

Soms wordt de fictie onherroepelijk ingehaald door de feiten. Er was een tijd dat de christelijke leer ons het één en ander oplegde en verbood. Niet vloeken, vis eten op vrijdag, en stemmen op de CD&V. De CVP, toendertijd, of nog vroeger de Katholieke Partij. Zelfs vestimentair had ons geloof wat in de pap te brokken. Dat we vóór Pasen geen korte broek of rok mochten dragen, bijvoorbeeld. Iets wat uiteraard minutieus werd opgevolgd. Na de verrijzenis van de Heer kwamen de armen en benen stukje bij beetje in al hun witheid tevoorschijn, zodat ze tegen de zomer ongeveer ontbloot waren.

Wat een verschil met vandaag de dag. Los van enige klimaatopwarming wordt er hoe dan ook geen rekening meer gehouden met de christelijke geplogenheden. Niet wat het stemgedrag betreft (u mag voor uzelf uitmaken of dat een goede zaak is), noch op het vlak van klederdracht. De minste zonnestraal, de minste aankondiging van Frank of Sabine dat er een streepje zon aankomt of dat de temperaturen "stijgen tot 15 °C", is voldoende om alle remmen los en alle kleren uit te gooien. Wat betreft die 15°C: u weet wel, diezelfde 15°C waarbij we in oktober zeggen "dat het nu toch wel duidelijk frisser aan het worden is".

Let er maar eens op - en u moet er echt geen moeite voor doen: een streep zon en in het straatbeeld maakt een overvloed aan donker en lang textiel meteen plaats voor het lichtere en kortere werk. Waar in de maanden oktober tot maart vroeger het alleenrecht op het dragen van korte broek voorbehouden was voor de jongens van de plaatselijke jeugdbeweging, zie je nu al ver voor de meteoro... dinge lente mannen in short en "marcelleke" en vrouwen in broekjes waarmee Kim Geybels nog niet in de Senaat durft te komen en topjes met de nadruk op "jes" en daarom dus des te meer "top". Alsof het de laatste zon is die er zal zijn, wat op zich natuurlijk een aan te moedigen levensvisie is.

Allemaal de schuld van de klimaatsverandering, of course. Volgens sommigen een "nieuwe godsdienst", die in dit geval een oude het nakijken heeft gegeven.

In verband met die globale verwarming wil ik u twee filmpjes uit de VS niet onthouden.



en



Het eerste filmpje wordt aangekondigd als "een parodie op een overheidsfilmpje", maar moet vooral dringend worden onderzocht door de commissie kindermisbruik. Het tweede filmpje is absoluut geen parodie, maar net daarom in al de ontwapenende eenvoud van de spreekster een toonbeeld van democratie van het Amerikaanse systeem -namelijk dat ook minder bedeelde mensen aan het woord komen. Michele Bachmann is een chouchou van de Tea Party, een "ultraconservatieve strekking" die zo veel mogelijk individuele vrijheid wil voor de mens, en als die vrijheid in botsing komt met die van iemand anders, dan moet ze maar worden afgedwongen met het pistool dat iedereen standaard onder z'n hoofdkussen heeft liggen. Als u Bachmann goegelt, komt u automatische terecht bij "crazy", "balloon head" en "historical blunder". Dat ze "de nieuwe Sarah Palin" wordt genoemd, zal u dan ook nauwelijks verbazen.

Geen toeval natuurlijk dat het om twee Amerikaanse filmpjes gaat. Als er ooit een ecotribunaal komt waar alle misdadigers tegen het klimaat terechtstaan -natuurlijk voorgezeten door Pakistanen, Congolezen, Indonësiërs en andere Papoeanen die hun velden zagen onderlopen of uitdrogen, hun groene longen zagen wegkappen, hun eilanden zagen zinken en hun huizen zagen wegblazen- zullen mensen als deze er als eerste voor gesleept worden alvorens er met pek en veren besmeurd buiten geleid te worden. Gevolgd door ongeveer 90% van de andere Amerikanen. Tegen dat u en ik aan de beurt zijn, zijn we dus al een tijd verder...

woensdag 16 maart 2011

Over-koken

Naar het schijnt loopt er sinds deze week weer een nieuw programma met Peter Goossens, onze Vlaamse Gordon Ramsay, op tv. Daarmee versterkt hij de tsunami (hit me, google!) van kookprogramma's die we sinds enkele jaren op ons bord krijgen: de dagelijkse wedervaren van Jeroen en van Piet, met daarnaast ook nog de kookavonturen van de onbekende Vlaming in "Komen eten" en dan spreek ik nog niet over de hobbykoks van Vlaanderen, de zoektocht naar de beste bakker, alle programma's op Vitaya en de zender "Njam!" die volledig draait rond de culinaire cultuur met een grote K.

En dan vergeten we nog het feit dat een revolutie in ons land een "frietrevolutie" heet, dat onze Vlaamsche held BDW een nog grotere held is omdat hij nog altijd naar zijn frituur "'t Draakske" gaat en dat we echt élke gelegenheid aangrijpen om ons vol te steken.

Het is gewoon te veel geworden. Er wordt geen maat meer gehouden, en al dat gastronomisch gedoe werkt zelfvernietigend. Tegenwoordig kun je immers niet meer gewoon op restaurant gaan zonder dat je de mond vol moet hebben van de cuisson van je steak en de textuur van je saus. Je mag geen glas wijn meer aan je lippen zetten zonder dat je hem hebt laten "walsen" en "ademen" en zonder dat je iets moet zeggen over de vrijgekomen tanines, de korte dan wel lange afdronk en de houtsmaak (ja, de houtsmaak).

Kookworkshops worden gegeven als kado, kookcursussen boomen, je moet minstens één keer per maand een etentje geven en zeker als man ben je niet meer compleet als je op dit vlak niks in de pap te brokken hebt. Schort aan, koksmuts op en "aan em" met de bieslook, pijpajuintjes, bospaddestoelen, panchetta, risotto en uiteraard de zongedroogde tomaatjes (geen idee eigenlijk of daarvan iets te maken is)!

Nu, ik zou met dit alles geen enkel probleem hebben, echt niet, als het daarbij bleef. Maar nee, nu hebben de culi-nazi's (ik heb deze week op Facebook, in verband met het algemeen rookverbod in de horeca ergens "die klote antirooknazi's" zien staan, dus ik vind het hier minstens evenveel op zijn plaats) ook het laatste symbool van mannelijkheid binnen de gastronomie aangeslagen: het bier!

Ik heb nog een tijd gekend dat je op café ging om een pintje te drinken en dat vervolgens een bepaalde hoeveelheid goudgeel vocht in een recht glas met ribbels werd getapt. Je dronk het glas leeg, en het proces herhaalde zich, totdat je aardig in de wind was. Als het bier zelf niet echt smaakte, was dat een reden te meer om er vaart achter te zetten zodat de smaakpapillen niet meer wisten of ze vanvoor of vanachter leefden.
Maar tegenwoordig wordt bier geschonken in bolle of hoge glazen met een voet, wordt er vervolgens gekeken of het gaat om een klare, dan wel troebele variant, waarna je moet bepalen of de "neus" bitter of zoet is door de jouwe enkele centimeters in het schuim te steken. Vervolgens moet je een intense slok nemen, het bier degoutant lang in je mond houden en verklaren of de smaak "moutig", "hoppig" of "fruitig" is. Maar meestal staat dat wel gewoon op het etiket van het flesje.

Uiteraard allemaal de schuld van Tournee Generale, het programma op één waarin die lange smalle Brit en die korte West-Vlaming met zijn rare bril zonodig heel het Belgische bierwezen in kaart moeten brengen, overigens met óns belastinggeld. Met succes, het dient gezegd, en Hopus, wat een ontdekking! Ook al waagt dit bier het om niet één, maar twee glazen aan te bevelen om het goedje te drinken.

En het mag dan al een goede zaak zijn dat koken en lekker eten steeds meer "des volks" wordt, en dat gastronomisch elitarisme langzaam richting de uitgang wordt geduwd, toch is daar weer die allesbepalende dwang en verplichting tot "genieten". Hedonisme ten top, après nous le déluge, met de fanfare op kop het ravijn in! Of zoiets dergelijks... Geen enkel idee of dit iets met elkaar te maken heeft, maar het klinkt wel. Terwijl de kindjes in Afrika nog steeds honger lijden, en de geur van verschaald bier toch ook iets heeft...

donderdag 24 februari 2011

Piekuur-paria

Elke dag komt hij weer tot leven: de microkosmos van de piekuurtrein naar Brussel. Het gewriemel begint al op het perron. Iedereen zoekt een plekje. Correctie: iedereen zoekt zijn of haar plekje. Het vaste plekje van elke ochtend.

Even zien of iedereen er is. Ja, de luidruchtige vrouw die elke ochtend wordt uitgewuifd door haar dochter en vanuit de deur van de wagon "I love you" roept alsof ze elkaar twee jaar niet gaan zien, terwijl het in werkelijkheid maar acht uur is, zij is er. De man met zijn plat haar, de stuurse blik en de verbeten trek rond de mond, die altijd in zichzelf begint te vloeken als de wagondeur enkele meters aan hem voorbijgaat, hij is er ook. De man met de wijnvlek op zijn gezicht, check!

Als de trein aankomt, zet heel de menigte zich in beweging en zoekt iedereen voor de tweede keer een plaats. Los van sporadische slagen en verwondingen gebeurt dit grotendeels zonder bloedvergieten. Veel mensen hebben immers, ook hier, hun vaste plekje. Of hebben een vaste reisgezel die al eerder opstapt en een plaats reserveerde. Ikzelf ben vaak in dit geval, een vriendin stapt een halte eerder op, en ik verbaas me er steeds weer over dat het plekje tegenover haar nog vrij is. Misschien kan ze gewoon heel kwaad kijken.

Ik moet denken aan een man die tot voor kort tot deze gemeenschap behoorde. Die man, een uit de kluiten gewassen zestiger, goed in het pak, had de gewoonte om zich op een vrije plek neer te ploffen, zich vervolgens goed breed te maken en zich dan te mengen in eender welk gesprek in de nabije omtrek. Meestal viseerde hij daarbij jonge en niet onappetijtelijke vrouwen, die hij probeerde te imponeren met straffe verhalen. Een kwinkslag op tijd en stond, altijd lachen. Na enige tijd schoot er dan al eens een hand uit, naar een schouder of een arm. De vrouwen spraken hem er bijna nooit op aan, ze wisten dat het voorbij zou zijn als de trein stopte.

Maar de gesloten microkosmos begon de man te kennen, en als hij een wagon binnenstapte, stokte al eens een gesprek, draaide iemand een hoofd om of maakte iemand zich iets breder. De man werd een paria, een outcast. Maar het deerde hem eigenlijk niet. Hij bleef zich tussen anderen, en tussen hun gesprekken, wringen. Enkele maanden geleden kondigde hij, in één van zijn monologen, aan dat hij met pensioen ging. Een zucht van verlichting ging door de trein. Al was het voor hem, zo bleek in die laatste maanden, ook een teken om alle remmen los te gooien. Hij praatte steeds meer en luider, handen schoten alle richtingen uit. Eén meisje durfde ooit "blijf van mij af, viezerik" te roepen. Ze kreeg net geen staande ovatie.

Inmiddels is de man met pensioen en kom ik hem ook nooit meer tegen. Maar ik zou hem zeker nog herkennen. Net als alle andere bewoners van onze kleine wereld. Al ontstaat er soms verwarring als je zo'n medebewoner in een andere context tegenkomt, op straat, in een winkel. Je kijkt de persoon aan, er is herkenning, eventueel een knikje. Je denkt "ik ken hem/haar ergens van". Dan besef je dat die persoon in dezelfde trein zit, elke dag opnieuw. Maar elkaar kennen, nee, dat waarschijnlijk niet...

woensdag 16 februari 2011

De Electrabelgacom-plot

Het was vrijdag 15 oktober 2010. Vier vrouwen en een man schoven hun voeten onder tafel in restaurant d'Urville in Torhout. Ze hadden een plaats in een achterafzaaltje gekregen, rustig en verwijderd van al te nieuwsgierige blikken.

Hilde Crevits, die het gezelschap had bijeengebracht, beet de spits af. "Ik ga het licht uitdoen", zei ze zonder omwegen. Haar gehoor keek haar niet-begrijpend aan. "Verklaar je nader, Hilde", zei de vrouw tegenover de minister van Openbare Werken en Mobiliteit. "Langs de autosnelwegen", vervolgde de West-Vlaamse, "Ik ga de lichten langs de autosnelwegen doven. Vanaf volgend jaar al. En ik ga het morgen bekendmaken. Een nieuwsarme zaterdag, goed voor voldoende airplay."

De vrouw tegenover haar hoorde het in Keulen donderen. "De lichten uitdoen, Hilde? En wij dan?! Wat met onze kerncentrales?", stootte ze uit, waarmee ze Doel-de op Electrabel, het bedrijf waarvan ze CEO was. "Sorry Sophie", zei Hilde, "maar het werd nog eens tijd voor een groene maatregel. Ik moet me op dat vlak ook wat profileren. En de lichten uitdoen leek me de meest voor de hand liggende optie." Sophie Dutordoir knikte, maar zette meteen de tegenaanval in.

"Ik eis compensatie", zei ze stellig. "Onze centrales zijn niet zomaar stil te leggen..." Ze onderbrak even voor de carpaccio die werd geserveerd. "Die moeten blijven bollen!", siste ze erachteraan.

Hilde maakte een sussend gebaar. "Alle begrip, Sophie. En daarom heb ik ook Didier uitgenodigd", wees ze naar de man die rechts van haar zat. Die voelde zich duidelijk niet op zijn gemak in het verder uitsluitend vrouwelijke gezelschap, maar vermande zich. "Mogelijk kunnen wij jullie uit de nood helpen", sprak hij plechtig. De Electrabel-topvrouw keek hem met enige argwaan aan. "Hoe gaat Belgacom ons helpen?" vroeg ze. "Hahaa, we doen de truc met den decoder", zei Didier Bellens met de vinger in de lucht, in een poging om de goede luim er een beetje in te krijgen, wat niet lukte.

"Ik zal het uitleggen, Sophie", onderbrak de derde vrouw in het gezelschap, gekleed in een weinig verhullende rode jurk, de Belgacom-man. "Je weet dat wie de digitale tv van Belgacom wil ontvangen, een decoder nodig heeft." Sophie knikte. De hese stem van de magere socialiste bracht haar enigszins in vervoering. "Nu, aan de gebruiker wordt ook altijd gezegd dat hij die decoder moet laten aanstaan, omdat Belgacom de hele dag door zogenoemde updates doorstuurt." Sophie knikte nog eens. "Maar iedereen weet dat dat flauwekul is. Daarom waren we van plan om een campagne te starten om de mensen aan te sporen om die decoder gedurende de dag en de nacht uit te zetten, om energie te besparen. Maar," ze pauzeerde even, "daar zien we nu van af." Dutordoir knikte tevreden. "Ik zal nog wel eens iets doen rond zonneboilers of warmtepompen of zo. We moeten straks onze agenda's maar eens samenleggen over wie wanneer in de media gaat komen", richtte de minister van Energie zich tot haar collega's.

Ze boog zich weer naar Sophie. "En we zullen nog meer doen. Didier hier", ze wees naar de man tegenover haar, die bezig was aan zijn tweede bord minestrone, "zal ervoor zorgen dat de gebruiker expliciet wordt afgeraden om die decoder uit te zetten, is het niet Didier?". De man knikte bedeesd. "We zullen op onze Infochannel een duidelijke waarschuwing zetten dat de mensen het ding moeten laten aanstaan", bracht hij uit. "En we verspreiden wat "urban legends" over kapotte tv's nadat iemand z'n decoder had uitgezet. Zoiets werkt altijd." Sophie stak goedkeurend haar duim op. Ettelijke honderdduizenden decoders die permanent waren aangesloten, daar was wel een kerncentrale voor nodig. Misschien kon ze zelfs aanspraak maken op meer...

"Maar...", kwam Hilde tussenbeide, "we gaan dat wel niet kunnen blijven volhouden. Na verloop van tijd gaat iedereen door hebben dat dit pure volksverlakkerij is. De mensen zijn dom, maar niet zó dom." Iedereen rond de tafel, behalve Didier, die een beetje indoezelde na zijn derde glas wijn, knikte. "Maar gelukkig hebben we ook daarvoor al een oplossing. En daarom heb ik Ingrid uitgenodigd." De ietwat forser gebouwde Limburgse glimlachte minzaam en nam voor het eerst die avond het woord.

"Ja, het zit zo", stak de minister van Innovatie van wal, "We lopen dan wel al een paar jaar achter wat betreft de elektrische auto, maar we gaan er toch maar eens in investeren. Binnenkort begin ik met een proefproject in Limburg!". "Dit ter promotie van Vlaanderen als een logistieke hub en een groen stedengewest", citeerde Freya letterlijk uit het VIA-plan. "En dat is goed nieuws voor jullie" zei Hilde, zich richtend tot Sophie. "Al gaan we er natuurlijk wel bij moeten zeggen dat die auto's eigenlijk op groene stroom moeten rijden, maar we zullen er niet te veel nadruk op leggen. En jullie bieden toch ook groene stroom aan, niet, Sophie?". "Goh, groene stroom, 't is te zeggen...", mompelde de Electrabel-del, die werd gered door het Franse duifje dat net werd geserveerd.

"In geval van nood", zei Ingrid Lieten, die intussen haar pet van minister van Media had opgezet -zo een oude van Radio 2 met een blauwe klep, eentje die haar niet echt stond-, "halen we de campagne van het Nucleair Forum nog eens van onder het stof om kernenergie als een alternatief aan te prijzen. We zijn toch met de VRT aan het onderhandelen over een nieuwe beheersovereenkomst. Voor een beetje extra geld zullen ze zeker wel wat meer zendtijd overhebben". Dutordoir verslikte zich. "Onze propagandacampagne? Ligt dat er niet al te vingerdik op? Ik heb al nooit begrepen dat de mensen daar intrapten...". "Ach Sophie, vergeet niet: de mensen zijn niet dom, maar je kan hen wel veel wijsmaken", zei Freya met een knipoog. "Dat is waar", beaamde de CEO. "Daar klinken we op", zei Hilde, blij dat er toch nog ergens een politiek akkoord kon worden gevormd. De glazen gingen tegen elkaar. "Vlaanderen in Actie", scandeerden Freya en Hilde. "Et pour les Wallons la même chose", riep Sophie. "Ziggezagge ziggezagge", probeerde Ingrid. "Hoi hoi hoi", stamelde Didier, alvorens helemaal in een diepe roes weg te zakken.

dinsdag 8 februari 2011

Hybrid

"Ge ziet toch nogal iet", het is een overpeinzing die vaak wordt gemaakt, soms te pas, soms te onpas. Maar ik wil er dit relaas toch mee beginnen.

Onlangs liep ik door de straten van een niet nader genoemd Limburgs dorp. Mijn oog viel op een blinkende Porsche Cayenne 4x4. Blinkend, ja. Ongetwijfeld kwam die pas van de carwash na talloze offroad-avonturen langsheen modderige sloten en grillige hellingen, want dat de wagen alleen wordt gebruikt om naar de Delhaize en de bakker, en op zondag naar familie te gaan, nee, dat weigerde ik te geloven.
Ik liep langs de wagen en zag dat er een logo op de zijkant stond. Ik stopte en knipperde even met mijn ogen. Ik moest het verkeerd gezien hebben, verblind geweest zijn door de winterzon. Ik las opnieuw het woord op het logo. Nee, het stond er werkelijk: hybrid.

Het was druk die dag in de straten, dus ik probeerde mijn gezicht in de plooi te houden en liep door alsof er niets was gebeurd. Maar binnenin stelde ik me bepaalde vragen. Een hybride 4x4. Dat moet toch een vergissing zijn? Of misschien was het een grapje, was het logo er op geplakt, zoals je soms een Mercedes-ster op een Lada ziet... Nee, want de net-van-de-carwash-Porsche straalde een zekere serieux uit. Dus was het echt de bedoeling om een "milieuvriendelijke 4x4" te maken.

Maar dat klopt toch niet? Als 4x4-rijder kan dat toch niet in overeenstemming zijn met je overtuiging? Want wat doe je als je een 4x4 koopt? Je maakt een statement. Je zegt: "Ik ben een *********** *** en ik vervuil zoveel ik wil." Als je een hybride 4x4 rijdt, dan breng je nuance aan in dit statement, maak je het minder sterk. Het is eigenlijk alsof je het Amazonewoud te lijf gaat met een kettingzaag op zonne-energie, of iemand z'n kop inklopt met een bat uit FSC-hout. Je maakt iets kapot, maar doet dit wel ecologisch verantwoord...

Ik wil zeker niet beweren dat 4x4's moeten worden verboden. Absoluut niet, ik zou niet durven. Wat ik wel voorstel is dat de eigenaar van deze hybride 4x4 drie uur lang wordt vastgebonden met zijn of haar neus in de rokende hybride uitlaatpijp van zijn of haar favoriete speeltje. Waarna hij of zij wordt gedwongen om het metalen monster tot de laatste bougie te verorberen. Waarna het geheel van mens en wagen wordt binnengebracht ter recyclage, om zo nog snel de bijbehorende premie op te strijken. Zo verdienen we er nog iets aan. Dit lijkt me niet meer dan billijk.

donderdag 27 januari 2011

Moede gij

Ik moest, zoals iedereen wel eens om de zoveel jaar, een nieuwe identiteitskaart gaan afhalen, een nieuwe pas. Bericht van de gemeente gehad, met daarin de PUK- en de PIN-code. Op naar de dienst bevolking dus: oude identiteitskaart afgeven, PUK-code ingeven, PIN-code, en klaar is Kees.

Naast mij zat een man bij wie het iets minder vlot ging. Een man van vreemde komaf, Oost-Europees of zo. Hij had een papier voor zich liggen, maar zocht driftig in zijn portefeuille naar iets anders. Hij werd "geholpen" door een vrouw van om en bij de 60.

"Neeje", zei zij, zich bedienend van de universele taal van het Noord-Limburgs, "da papier moete wij nie hemmen." "Papier!", herhaalde hij, wijzend naar het verfrommelde exemplaar dat voor hem lag. "Neeje", zei ze nog eens, "een ander papier. Da hebde gij toen gekregen en da moede gij nu afgeven." Hij keek op en schudde het hoofd. "Nie... niet begrepen." "Gij hebt toen een ander papier gekregen en da moede nu afgeven!" herhaalde ze, luider dit keer. Maar ik denk niet dat dat het probleem was...

De man raakte de wanhoop nabij. En zij bleef volharden. "Als gij da papier nu nie bij hebt, dan moede da thuis maar eens zoeken en dan zoude later moeten terugkomen", was haar ongetwijfeld erg goed bedoelde raad. Hij schudde zijn hoofd, maar besefte dat een nieuwe "niet begrepen" weinig soelaas zou bieden. Hij stond recht en keerde onverrichterzake naar huis terug.

Of een vrouw die voor de gemeente werkt helemaal geen Engels kan, vraag je je dan af. Ook al is ze 60 jaar of ouder. Ze moet toch ooit naar Engelstalige feuilletons gekeken hebben: de Bold en de Beautiful, Dallas... Bonanza of zo?

En ja, ik heb niet echt iets gedaan om de man verder te helpen. Nochtans had dat wel moeten lukken, ook al is mijn Engels nogal "with hair on it". "Then must you later come back with that other paper", dat moet zo ongeveer de meest verstaanbare vertaling zijn van "dan moede gij later terugkomen met dat andere papier". Maar ik hielp dus niet. Ik troost me met de gedachte dat hij nu misschien beseft dat hij een landstaal moet leren. Temeer omdat de volgende keer waarschijnlijk wel weer iemand naast hem zal zitten die hem niet uit de nood helpt...

woensdag 19 januari 2011

Kantelmoment

"Dit is een kantelmoment in de geschiedenis van mijn land", zei een man bijna een week geleden. Hij had het over Tunesië, waar de Jasmijnrevolutie, achteraf bezien, inderdaad voor een serieuze ommekeer heeft gezorgd. De mededeling was het signaal voor iedereen die al niet de straat op was om dit alsnog te doen. Al was het maar om met de gsm een beetje te filmen. Men weet nooit wat het nog kan opleveren...

"En waar was jij toen...?", het is een veelgestelde vraag als het gaat over kantelmomenten in onze geschiedenis. En vaak weten we het nog exact. Waar was jij bijvoorbeeld ten tijde van de overvallen van de Bende van Nijvel? Was je al geboren eigenlijk? Waar was jij toen Marc Dutroux ontsnapte? Toen twee vliegtuigen in de Twin Towers vlogen? Toen in Londen bussen en metro's werden opgeblazen? Toen Herman Van Rompuy de brief van Ghislain Londers over politieke inmenging bij de verkoop van Fortis in het parlement voorlas? Toen in Buizingen twee treinen op elkaar reden? Waar zul je zijn op 21 december 2012? In het Franse dorpje Bugarach, wachtend op de UFO om aan het einde der tijden te ontsnappen?

Een kantelmoment biedt duidelijkheid: erna is weinig nog zoals ervoor. Bij politie en justitie, in de manier waarop de wereld kijkt naar de Islam, in de relatie tussen rechters en politici... En ook al besef je pas later hoe groot de impact echt was, toch weet je op het moment zelf al dat, wat er aan het gebeuren is, nog lang zal nazinderen. Je krijgt kippenvel van opwinding, ook al gaat het vaak om verschrikkelijke gebeurtenissen. Je ziet een vliegtuig in een toren vliegen. Je ziet een half weggeblazen Engelse bus. Je ziet verwrongen staal. En het blijft je bij.

Kantelmomenten hebben ook het voordeel dat ze beperkt zijn in de tijd. Erna is het tijd om een balans op te maken. Van het aantal slachtoffers, van het aantal ontslagen...

Andere gebeurtenissen strekken zich uit over lange(re) termijn en hebben daardoor minder directe impact. Maar daarom zijn ze vaak niet minder ernstig. Als ik elke dag een klein of middelgroot berichtje lees over hoe ons land langzaamaan naar het bankroet gaat, dan is er uiteindelijk ook heel wat over gezegd en geschreven. Maar de overgang van "wel" naar "niet", of omgekeerd, verloopt geleidelijk, en daarom veel minder opwindend.

Hetzelfde op politiek gebied. Van elke twee dagen is er minstens één "cruciaal", maar iedereen denkt ondertussen vooral "Jaja, het zal wel" en gaat door met z'n leven. Terwijl we uiteindelijk wel wakker zullen worden in een heel ander land.

Deze processen, gespreid over een langere periode, zullen we nooit tot één moment kunnen reduceren. Waar was u tijdens de politieke crisis van de jaren 2000? Waar was u toen België failliet ging? Toen de aarde opwarmde? Toen Vladimir Poetin van Rusland een corrupte, xenofobe en totalitaire staat maakte?

Sommige gebeurtenissen zijn geen plotse kantelmomenten, maar zijn processen in de tijd. Maar dat betekent niet dat ze minder gevolgen hebben of minder slachtoffers eisen...

donderdag 13 januari 2011

Nieuwjaarsrecepties: een handleiding

Het is intussen midden januari. We hebben ons al een dubbele indigestie gegeten en kunnen geen champagne, laat staan cava, meer zien. Maar toch slepen we ons weer naar de –tigste nieuwjaarsreceptie. En we vragen ons vooral af: wat moeten we daar in ’s hemelsnaam nog gaan verkondigen? Alles is minstens al eens gezegd...

Geen nood, er blijven onderwerpen genoeg waarmee altijd wel een goed gesprek, of toch alleszins een gesprek, op gang kan worden gebracht. Onder het motto “van een goed cliché is nog niemand gestorven”, geven we hier een aantal tips.

Het meest voordehandliggende onderwerp is natuurlijk de politieke crisis. Maar omdat u meestal niet iedereen op een receptie kent en de meningen over dit thema erg kunnen uiteenlopen, mijdt u het misschien beter toch.

Begin veilig, met een echte klassieker waar nooit sleet op komt: het weer. In januari regent het, sneeuwt het of vriest het, dus met “Amai, wat een weer” doet u meestal niets mis. Als het (hard) vriest, kunt u proberen een diepgaander gesprek op gang te brengen met “Opwarming van de aarde? We hebben in geen jaren zo’n koude winter gehad!”. Als iedereen rondom u instemmend knikt, kunt u dit laten volgen door “En die groenen willen ons dan nog wat extra belastingen laten betalen”, maar dit is louter facultatief.

De kerk en het bijbehorende misbruik zijn ook onderwerpen waar iedereen wel een mening over heeft. Goed voor een geanimeerde discussie dus. Op het einde slaat u met uw vuist op tafel en zegt u “en dat met ons belastingsgeld!”. Dat laatste kunt u trouwens op het einde van ongeveer elke discussie gebruiken. Een andere winner is: “En het is allemaal de schuld van de sossen!”. U kunt lichtjes variëren op dit thema door “sossen” te vervangen door “tsjeven”.

Zeg: “Ze zouden beter het migrantenprobleem eens oplossen”. Gegarandeerd krijgt u veel bijval. Begin uw volgende zin met “Ik ben nu geen racist, maar…”, en vertel dan een anekdote waaruit het tegendeel blijkt. Eindig indien mogelijk met “en dat met ons belastinggeld!”.

Na een tijdje komt het misschien tot een rondje "en van waar bent u?", mogelijk gevolgd door de vraag "hoe u hier geraakt bent". Zeg al lachend: "Al ma chance dat we niet met het openbaar vervoer tot hier moesten komen, dan hadden we deze morgen al moeten vertrekken". Instemmend geknik zal uw deel zijn. Zeg "dat u meestal zoiets hebt van: ik neem de auto". Maar dat u denkt "dat ze u die vrijheid ook nog wel afnemen". Voeg eraan toe dat dat de schuld van de groenen en de sossen is.

Ongetwijfeld wordt er ook over het werk gepraat. Eventueel kan u, als de conversatie in het slop dreigt te geraken, iets op tafel werpen zoals “en die bankiers blijven ondertussen maar miljoenenbonussen krijgen”. Als niemand reageert, vult u aan met “en ons spaargeld, dat brengt ondertussen just niks meer op!”. Als opnieuw reacties uitblijven, wordt het hoog tijd om van tafel te wisselen...

donderdag 6 januari 2011

Help, ik heb een iPad!

Eind 2010 verblijdde mijn werkgever al zijn personeelsleden met een iPad. Tablet pc – Apple – gehypete (of hoe schrijf je dat?) – met apps, stop! In het Eddy Wally's beter bekend als “iepaat". Met 3G en wifi. En ge kunt er uw haar mee kammen, zou Urbanus zeggen.

Nu, mensen die mij kennen, weten dat ik en een hoogtechnologisch snufje, dat gaat niet zo goed samen. De “klik” is er niet. Ik hoef me nog maar in dezelfde ruimte te bevinden als bijvoorbeeld een pc, ik moet er nog maar naar kijken, of het ding blokkeert, valt helemaal stil, formatteert, of wat kan zo’n ding allemaal (niet). Als ik het durf aan te raken, valt het meestal gewoon in stukken uiteen.

En ik kreeg dus een iPad. Iets in me zei dat ik het toestel - voor het welzijn van mezelf en van de mensheid - moest laten waar het was, maar ik ging het hebbeding dan toch maar afhalen. En ik moet zeggen, de doos was alvast erg mooi. Die heb ik dan ook drie dagen laten liggen vooraleer ik ze durfde opendoen.

Uiteindelijk raapte ik toch maar al mijn moed samen en opende de doos. Het begin van een kleine martelgang. Ik had dan wel aan enkele collega's gevraagd wat er mij te doen stond, maar toen ze begonnen met "als je itunes op je gewone pc hebt gedownload...", wist ik dat ik nog niet thuis was.

Itunes downloaden dus. Itunes gevonden. "Download". Een “setup”-bestandje verschijnt. Zegt mij helemaal niks, dus iPad maar eens met pc verbonden. Niets. Het “setup”-bestandje moet blijkbaar nog “runnen”. Ok, run dan! Ander itunes-logo op desktop, dat lijkt er al meer op. iPad nog eens verbonden met pc. En opeens was het er: een kabeltje dat leek alsof het bedoeld was om te verschijnen.

En de rest is geschiedenis. Na verloop van tijd verscheen een soort desktop op de iPad, met al een aantal programma’s -excuseer, apps- geïnstalleerd. Safari, dat moet voor internet zijn. Tof, zo’n touchscreen! Toch maar eens gaan snuffelen in de app store. Want mijn werkgever zelve heeft een iPad-app, en gewoon al uit dankbaarheid leek het mij aangewezen om die alvast te downloaden. App store... meer dan 300.000 apps... Euh, kan je hier alfabetisch zoeken? Bon, om een kort verhaal lang te maken: luttele uren later en de eerste gedownloadeddede app was een feit!

Al snel was ik dus een volleerd ipadder. Om hem uit te zetten heb ik wel nog eerst "iPad uitzetten?" aan hulplijn Google moeten vragen, maar dat is slechts een voetnoot in deze geschiedenis...

Ooit maakte een kotgenoot zich al mijmerend de bedenking: “Ik zat daarstraks aan mijn pc, en ik was tegelijkertijd aan het mailen, sms’en en chatten. Hoe cool is dat wel niet?”. Hoogstwaarschijnlijk heb ik dat toen volmondig beaamd. Maar als ik er nu bij stil sta, besef ik dat "de jeugd van tegenwoordig" niet alleen moet mailen, sms'en en chatten, maar ook nog eens facebooken, twitteren en video's opladen op youtube. Je vraagt je soms af hoe wij het "in onzen tijd" hebben overleefd zonder al deze hightech...

En dan hebben we het nog niet over toen ik nog écht jong was, maar dan moeten we al terug naar het vorige millenium. Paard en kar reden nog door de straten, en in 1997 werd deze clip gemaakt.



Niet alleen is het nummer een geweldige meezinger en een instant klassieker, deze clip is ook op en top nineties: in die tijd volstond gewoon rondlopen in een futuristische aandoende omgeving om van een clip te mogen spreken. Nu, de kans is klein dat u het tot de 52ste seconde hebt volgehouden, maar u zou het -gewoon uit nieuwsgierigheid- eens moeten doen. Voor de min-twintigjarigen: hetgeen u daar ziet, is geen super-mega-bangelijke tabletsmartphone of iets dergelijks, maar een diskette...