donderdag 13 januari 2011

Nieuwjaarsrecepties: een handleiding

Het is intussen midden januari. We hebben ons al een dubbele indigestie gegeten en kunnen geen champagne, laat staan cava, meer zien. Maar toch slepen we ons weer naar de –tigste nieuwjaarsreceptie. En we vragen ons vooral af: wat moeten we daar in ’s hemelsnaam nog gaan verkondigen? Alles is minstens al eens gezegd...

Geen nood, er blijven onderwerpen genoeg waarmee altijd wel een goed gesprek, of toch alleszins een gesprek, op gang kan worden gebracht. Onder het motto “van een goed cliché is nog niemand gestorven”, geven we hier een aantal tips.

Het meest voordehandliggende onderwerp is natuurlijk de politieke crisis. Maar omdat u meestal niet iedereen op een receptie kent en de meningen over dit thema erg kunnen uiteenlopen, mijdt u het misschien beter toch.

Begin veilig, met een echte klassieker waar nooit sleet op komt: het weer. In januari regent het, sneeuwt het of vriest het, dus met “Amai, wat een weer” doet u meestal niets mis. Als het (hard) vriest, kunt u proberen een diepgaander gesprek op gang te brengen met “Opwarming van de aarde? We hebben in geen jaren zo’n koude winter gehad!”. Als iedereen rondom u instemmend knikt, kunt u dit laten volgen door “En die groenen willen ons dan nog wat extra belastingen laten betalen”, maar dit is louter facultatief.

De kerk en het bijbehorende misbruik zijn ook onderwerpen waar iedereen wel een mening over heeft. Goed voor een geanimeerde discussie dus. Op het einde slaat u met uw vuist op tafel en zegt u “en dat met ons belastingsgeld!”. Dat laatste kunt u trouwens op het einde van ongeveer elke discussie gebruiken. Een andere winner is: “En het is allemaal de schuld van de sossen!”. U kunt lichtjes variëren op dit thema door “sossen” te vervangen door “tsjeven”.

Zeg: “Ze zouden beter het migrantenprobleem eens oplossen”. Gegarandeerd krijgt u veel bijval. Begin uw volgende zin met “Ik ben nu geen racist, maar…”, en vertel dan een anekdote waaruit het tegendeel blijkt. Eindig indien mogelijk met “en dat met ons belastinggeld!”.

Na een tijdje komt het misschien tot een rondje "en van waar bent u?", mogelijk gevolgd door de vraag "hoe u hier geraakt bent". Zeg al lachend: "Al ma chance dat we niet met het openbaar vervoer tot hier moesten komen, dan hadden we deze morgen al moeten vertrekken". Instemmend geknik zal uw deel zijn. Zeg "dat u meestal zoiets hebt van: ik neem de auto". Maar dat u denkt "dat ze u die vrijheid ook nog wel afnemen". Voeg eraan toe dat dat de schuld van de groenen en de sossen is.

Ongetwijfeld wordt er ook over het werk gepraat. Eventueel kan u, als de conversatie in het slop dreigt te geraken, iets op tafel werpen zoals “en die bankiers blijven ondertussen maar miljoenenbonussen krijgen”. Als niemand reageert, vult u aan met “en ons spaargeld, dat brengt ondertussen just niks meer op!”. Als opnieuw reacties uitblijven, wordt het hoog tijd om van tafel te wisselen...

2 opmerkingen:

  1. Hahahahahahaha, schitterend! Maar thank God dat er clichés zijn, al heb ik andere stopwoorden/-zinnen. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hmmm. Die nieuwjaarsreceptie klinkt alleszins pakken interessanter dan diegene waarop ik aanwezig was... Ook de schuld van de groenen, me dunkt!

    BeantwoordenVerwijderen