woensdag 30 november 2011

Geen reden tot paniek

Een moment van onoplettendheid heet dat dan. In veel gevallen is dat een eufemisme voor onhandigheid. In mijn geval alleszins. Een moment van onoplettend/onhandigheid later lag hij daar, de lamphouder met de spaarlamp erin. Hoe dat zo was gekomen, is een lang verhaal. Onhandigheid met een ladder, het klinkt als uit een slecht feuilleton gegrepen, maar "asi es la vida".

Ware de lamp een gloeilamp geweest, ik was in het donker beland. Niet zo met dit spaar-exemplaar, dat dapper bleef branden. Zou het peertje gewoon nog intact zijn? Kon ik het recht zetten en gewoon verder werken? Dat bleek te optimistisch, want al van ver ontwaardde ik wat deuken in het peervormige omhulsel. En toen ik dichterbij ging, hoorde ik iets kissen...

Mijn hemel, de kwikdampen!! Ik deinsde verschrikt achteruit en hapte naar adem. Gelukkig was ik met isolatie bezig, en kon ik mijn mondmasker snel voorhouden. Op gevaar van eigen leven schakelde ik de lamp uit, om vervolgens naar het raam te spurten, snakkend naar frisse lucht. Intussen voelde ik helse pijnen die ik niemand toewens.

Toen de kwik rond mijn hoofd was verdwenen, vroeg ik me af of ik dat hoofd niet had laten zot maken door allerlei paniekberichten over de schadelijke effecten van dat kwik. Misschien zijn enkele milligram toch niet sito presto levensbedreigend.

En misschien zijn niet alle mannen met baarden terroristen. Misschien was mijn reactie toen ik op een keer het gezelschap van drie van die mannen met baarden kreeg op de trein, ook enigszins overdreven. De mannen heetten duidelijk niet Jan, Pier, Tjoris, laat staan Corneel, en ik begon me meteen af te vragen, niet "of" maar hoe ze de trein zouden opblazen. Een kind van 9/11, zeker?
Toen ze platter Limburgs bleken te praten dan Regi, Stefan Everts en de Bachelor Jeoffrey (hit me, goegel!!) samen, was ik al iets meer op mijn gemak. Al schakelden ze af en toe over op een soort Arabisch, dat was zeker OM HUN VOETEN TE VEGEN AAN ONZE WESTERSE WAARDEN!!

Misschien moet ik ook meer van de soep genieten, en niet telkens als ik een beetje zout proef, denken aan hoe mijn hart het er aan zal begeven en mijn darmen zullen dichtslibben en dergelijke. En dat glas rode wijn per dag, heeft dat eigenlijk nog een heilzame werking? Of was het bier, tegenwoordig? Of moeten we er gewoon af en toe van genieten? En die yoghurt met proto-analfactische intergalactische biotische actieve bifidus, hoe nodig is dat? Want echt lekker is dat toch niet altijd...

Misschien moet ik me minder bang laten maken door onderzoeken, marketing en andere studies "bij 570 personen". Mijn oma is 90 jaar oud geworden en als ik bij haar afkwam met "actieve bifidus", dan keek ze mij eens aan en vroeg ze "en hoe is het nog op het werk?".

En dan zijn er nog de markten! Mijn hemel, de markten! Die krijgen ons zelfs zo panisch dat we een regering gaan maken. Als een moderne Sinterklaas houden ze ons van bovenaf in de gaten, en schrijven in hun dikke, dikke boeken op of we wel de juiste begrotingsmaatregelen nemen. Als we zoet zijn, krijgen we een mooie rating, anders niet. Bangmakerij dus. Misschien moeten we ermee omgaan zoals met de echte Sint: ontmaskeren als een mythe, en er ons uiteindelijk niet veel meer van aantrekken...

1 opmerking:

  1. God, wat heb ik toch weer moeten lachen met je leuke blogstuk! Uit het leven gegrepen en net dat aan het bespreken wat ook in mijn hoofd speelt Maar jij verwoordt het leuker. Leuk! :-)

    BeantwoordenVerwijderen