donderdag 20 oktober 2011

Beste Wouter, geachte heer Van Besien,

Ik herinner me nog een debat aan de vooravond van één van de elfendertig verkiezingen die we de voorbije jaren hebben gehad, in 2010. Je had net de degens gekruist met Filip De Winter van Vlaams Belang en de moderator met dienst (Ivan, of misschien Tim Pauwels) kon niet andere dan concluderen "dat Groen! en Vlaams Belang het over iets eens waren, en dat dat toch wel de eerste keer in de geschiedenis moest zijn". Het ging met name over het kopen van schone lucht in Hongarije en over het stimuleren aldaar van meer isolatie voor huizen, waarbij De Winter aangaf dat er in ons eigen land (hij bedoelt Vlaanderen) nog zoveel te isoleren valt. Iets waar jij uiteraard alleen maar mee kon instemmen, al was er het nuanceverschil dat dit voor De Winter een vaststelling was en voor jou een uitdaging, en dat de extreemrechtse frontman gewoonweg niet wakker ligt van zuivere lucht voor Hongaren of waar dan ook en jij, vermoed ik, wel af en toe. Maar de conclusie was gemaakt. Jij mocht, als voorzitter van een kleine partij, maar meedoen aan één debat, had gespeeld en verloren en droop af. De Winter toverde de grijns op zijn gelaat waarvoor kindjes en kleine dieren gillend op de vlucht slaan. De volgende dag zou je partij er op vooruit gaan, maar niet zo veel als de peilingen hadden voorspeld. Zoals zo vaak.

Nog niet lang daarvoor, in oktober 2009, had je Mieke Vogels, beter bekend als ons moe, opgevolgd als voorzitter van Groen!. "De vrijwel onbekende districtsburgemeester van Borgerhout", heette je toen nog. De wereld zag een enigszins schuchtere man met een volle, ruige baard en trui. De geitenwollen sokken werden er automatisch bij gedacht.

Gelukkig krijgen sommige mensen wel "a second chance to make a first impression". Geleidelijkaan werd de trui een hemd, je baard verzorgder (Michel Drets uit "Het eiland" deed het je al voor toen hij afdelingshoofd werd) en kwam je ook beter uit je woorden, wist je de groene boodschap duidelijker aan de man te brengen. Je kreeg waardering voor je "parler vrai" en voor je constructieve medewerking tijdens de communautaire en andere onderhandelingen. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum heet dit dan dat je een "ja-knikker" bent en dat je "de Vlamingen uitverkoopt", maar dat is dus enkel voor wie er genot in schept om "het been stijf te houden", iets dat na verloop van tijd toch pijnlijk wordt, lijkt mij.

Geleidelijkaan leerde je ook de politieke kneepjes van het vak. Neem nu die aftandse, twintigsteëeuwse Toyota Corolla waarmee je naar de koning ging. Ik geloof graag dat dit je enige optie was om tot in Laken te geraken, maar het was natuurlijk ook een mooi statement, zo tussen de Mercedessen en de Audi's.

Je zette je voet gemakkelijk naast generatiegenoten als Alexander, Caroline en die andere Wouter (de papa van Nette), waarbij je op de eerste het voordeel hebt dat je geen "fils à papa" bent, op de tweede dat je geen vrouw bent en dat je stemtimbre geen onderwerp van discussie is, en op de laatste dat je geen "tsjeef" bent, en dan kom je tegenwoordig al ver in Vlaanderenland.

Even, heel even, toen je door Alexander en Wouter uit de onderhandelingen werd gedefenestreerd, leek het er zelfs op dat je populair zou worden bij de immer voor de onderhond supporterende Vlaam. Maar toen je de uitgestoken hand van BDW, de patroonheilige der Vlamen, die voorstelde om de gesloten akkoorden opnieuw ter discussie te stellen, ostentatief weigerde en daarbij ook nog eens over "loyauteit" en "constructief" begon, ontwaakte "de burger" weer uit dit moment van zwakte en besefte men dat je toch nog altijd op de eerste plaats "ne groene" bent, die nota bene nog met de Walen (in deze de immer sympathieke Jean-Mi Javaux) heult ook. En "ne groene", dat is misschien leuk voor in de peilingen, maar om echt op te stemmen, nee, dat toch maar niet...

1 opmerking: