vrijdag 13 december 2013

Over stilstaan en achteruitgaan

In september 2013 stond er in totaal meer dan 8000 kilometer file op de Belgische wegen. Dat is zo’n 2000 kilometer meer dan in dezelfde maand in 2012. Nooit bumperden de Belgen zoveel als dit (bijna voorbije) jaar, nooit stonden ze zo veel zij aan zij op de wegen rond Antwerpen en Brussel. Ook hier in 't dorp werden records verbroken, met op 14 november maar liefst 500 meter file tussen de kerk en het naftstation. Men spreekt er nu nog van.

Dat er ettelijke records sneuvelden, dat zeg overigens niet ik alleen, maar dat zeggen ook allerlei nieuwsberichten. En gevoelsmatig klopt dit ook: mensen die ik van nabij volg, kloegen het voorbije najaar meer dan ooit over files, aanschuiven en ongevallen. De tijd die zij onnuttig besteedden, steeg daardoor drastisch, tijd voor iets anders – als die er al was – slonk zienderogen. Dat er in allerlei media nooit meer aandacht werd geschonken aan de hoe’s, de waarom’s van en de oplossingen voor al deze transportperikelen, toont de precairiariteit (of zoiets) van de situatie nig wat meer aan.

Ikzelf bleef enigszins gespaard van auto- en fileleed. Die auto is inmiddels goed twee jaar de deur uit, en vervangen door fiets-bus-trein-autovaniemandanders. En op zich lukt dat wonderwel, dank u. Al heb ook ik onder de dichtslibbende wegen te lijden: mijn bus is ’s morgens niet altijd op tijd voor mijn trein, en ’s avonds niet altijd op tijd op mij op te pikken. Maar hoort u mij daarover klagen? Nee (zo luid vloek ik dan immers ook weer niet).

Vanuit mijn positie als (moreel superieure, uiteraard) niet-autobezitter kijk ik met grote ogen naar hoe er in ons dichtslibbende België, en vooral Vlaanderen, wordt omgegaan met het transportprobleem. Want die problemen, en de aandacht ervoor, dateren natuurlijk niet van vandaag, en al langer wordt er gezocht naar oplossingen “op lange termijn” zoals dat dan heet.



 
Maar het debat en het beleid op het gebied van mobiliteit tonen in ons immer tegendraadse en surrealistische landje een nooit geziene tegenstrijdigheid. Want hoe meer er door allerlei specia- en journalisten wordt verwezen naar de goede transportvoorbeelden uit allerlei buitenlanden, hoe meer er reportages worden gemaakt over Freiburg, Kopenhagen, Amsterdam, Nantes en noem maar op, hoe meer er gesproken wordt over carpoolen, fietssnelwegen, autodelen, thuiswerken, autovrije en autoluwe stadsdelen en dies meer, hoe meer gehandicapten aanklagen dat ze niet op een bus of een trein geraken, tenzij ze dat veertien dagen op voorhand met een achttienvoudig formulier aanvragen, des te meer lijkt er in dit land te worden geïnvesteerd in verbredingen van autoringen, het aanleggen van spits- en andere stroken, aanpassingen van allerlei rijwegen, des te meer worden stadscentra terug opengesteld voor de vierwieler, met extra parkings erbovenop, des te meer bedrijfswagens komen er in het verkeer en des te minder elektrische wagens, des te meer wordt er bespaard op busvervoer en des te trager rijden de treinen.

En ik weet het wel: er zijn aanpassingen nodig aan het wegennet, en net als u zie ik inderdaad steeds meer auto’s met een deuk in het plafond van die keer dat ze met lange nonkel Jef "in den otto" over onze wegen hotsten en botsten, en ook ik heb al eens op de achtbaansvakken rond Amsterdam gereden, waar het allemaal zo vlot lijkt te gaan.

Maar, om even op Amsterdam in te pikken, de investeringen daarvoor zijn inmiddels al wel enkele jaren geleden gedaan (naast allerlei park & rides rond de stad, met treinverbinding naar het centrum, overigens). Als wij die nu gaan doen (ja, ook jij, belastingbetaler zijnde), en met de verbreding van de ring lijken ze er effectief te komen, lopen of rijden we –letterlijk- nog maar eens twintig jaar achter. En wanneer wordt er een gelijkaardige hoeveelheid geld in bussen, treins, metro’s en trams gepompt? Ha nee, want die rijden leeg rond! Die honderdduizenden auto’s ook, mijnheer, op de bestuurder na. Maar dat is niet te vergelijken zeker?

Allerlei goede bedoelingen, dappere beleidsintenties en dure beloftes ten spijt is de auto nog steeds Keizer, Koning, Admiraal, want dat we hem almaar meer, voor kortere afstanden en op de meest bizarre moment gebruiken, is toch heel normaal? Het is de maatstaf waaraan alles wat met mobiliteit te maken heeft, wordt afgemeten, en als voor de auto alles in orde is, dan zullen we ook eens kijken naar bussen en treinen en zo. Maar het kan wel zijn dat daarvoor dan iets minder geld overschiet natuurlijk, en dat we wat moeten knippen in het aanbod… Ik ben de –tigste die het zegt, maar als het busaanbod verschraalt en nauwelijks aan de behoeften voldoet, zal het wel logisch zijn dat er (zogezegd) niemand gebruik van maakt zeker?

Over tien, twintig jaar, zal men over België spreken als dat ene, kleine landje dat dapper weerstand bood aan de nieuwe mobiliteit, zullen toeristen zich op allerlei bruggen verdringen om de laatste monsterfiles in Europa te aanschouwen en zullen we als één groot asfalten Bokrijk worden beschouwd. Mij om het even, zo lang ik er maar niet met de bus in sta.

2 opmerkingen:

  1. 'k Ga dan toch mijn verhuis naar Kopenhagen of Stockholm plannen: heerlijk fietsen daar!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Altijd bereid om te komen housesitten dan, dat weet je hé? ;)

    BeantwoordenVerwijderen