maandag 23 mei 2011

Lessen in de idolologie

Times, they are a changin, Bob Dylan zei het al. Bankbedienden worden hoe langer hoe meer vervangen door automaten, postbodes hebben door hun minutieus uitgestippelde georoutes geen halve minuut tijd meer om binnen te komen voor "een drupke" en de melkboer komt al zeker niet meer aan huis. Nu, dat is goed nieuws voor niet geheel en al zelfzekere mannen van zwangere vrouwen, maar de mensen die afhankelijk waren van deze losse, korte contacten om toch nog enigszins in contact te staan met de maatschappij rondom hem, zijn er alleszins niet beter van geworden.

Veel druk ligt er nu op de beroepen die wél nog een praatje kunnen maken met hun klanten (al is het vooral andersom): kassiers en -sters overal ten lande, slagers, bakkers verdienen dan ook een standbeeld. De campagne "De wakkere bakker, je haalt er meer dan brood alleen" speelt daar enigszins meesterlijk op in. De typische smalltalk, over de zoon, over de vrouw, over het dieet... Geen wereldschokkende verhalen, maar toch altijd goed om er een luisterend oor voor te vinden en *een bevestiging*.

Een klankbord zijn voor élke klant, het is immers niet zo simpel als het lijkt. Ik zag het onlangs geïllustreerd aan "het frietkot" (of heet dat tegenwoordig frietshop, of frietboetiek?). Een vrouw stond aan de toog te wachten op haar bestelling en wees opeens naar de radio, waar net een weinig gedenkwaardig nummer speelde. "Zijn dat die niet van Idool?" vroeg ze. De bazin van de zaak -excuseer: de ladychef- stond net te dicht om te doen alsof ze de vraag niet hard gehoord, maar haar "Ah, dat weet ik niet" getuigde van weinig affiniteit met het hele Idool-gebeuren. Of in "Wakkere Bakker"-termen: *Een nietszeggend antwoord waaruit blijkt dat ze Idool totaal niet had gevolgd en dat het haar ook niet zoveel zei en de stille wens dat de klant niet over dit onderwerp zou verdergaan*. Quod non.

"Ja, ik denk da ze da waren", bevestigde de klant dan maar zichzelf. "Da was da lieke da ze allemaal samen hadden gemaakt. Ze doen da elk jaar", was ze meteen zo bereidwillig een opfriscursus te geven. Beantwoord door een *gemaakt geïnteresseerde blik en bemoedigend knikje om door te gaan*. "Ja, da zie ik gère, zalle", vervolgde ze dus. "Vooral Kato en Kevin, die kunnen echt heel goed zingen". *Constatatie dat Kato en Kevin hoegenaamd geen belletje doen rinkelen, dus opnieuw een nietszeggend antwoord, en een sluikse blik naar de deur in de hoop dat er een nieuwe klant zou binnenkomen*

"Wij kijken vooral naar de VTM", was de vrouw niet te stoppen. "Ook da van die Pieter... die Loridon, da zie ik ook gère". *stilaan wanhopige blik -komt er nu écht geen andere klant binnen die ik moet helpen?!- omdat ze ook dat van "die Pieter" niet heeft gezien, gevolgd door een uitvlucht over "weinig tijd om tv te kijken"*. "Ah ja, met ulle zaak", knikte de klant begrijpend. Waarop ze zich zo goed toonde om ook de nodige toelichting omtrent "die Loridon" te geven. "Ja, die heeft er dan uiteindelijk toch één gekozen", vertelde ze. "Die Liesbet, maar ze zijn nog nie echt samen." *onbeholpen "ah ja"-antwoord*.

Wat volgde was enkel nog een *laatste, wanhopige poging om interesse te tonen in het onderwerp* met de vraag "Wendy Van Wanten, heeft die hare man zo ook niet gevonden?", en dan een *lange stilte, opgevuld met onnodig frietzakjes schikken en frieten opgooien*.

Friturist en cafébaas zijn de intellectueel meest onderschatte beroepen van deze aardbol. Over alles iets weten en over niets te veel, zonder ooit iemand voor het hoofd te stoten, het is weinigen gegeven.

woensdag 11 mei 2011

Tijd voor een commerciële onderbreking

Ik ben grootgebracht in een ouderlijk huis zonder kabel-tv. Tv-uitzendingen beperkten zich tot wat de openbare omroep, zijnde tv één en tv twee, te bieden hadden. In mijn herinnering zijn dat het journaal met die grijze ding-dong-begingeneriek, "De drie wijzen" op dinsdag, iets met Jan Van Rompaey op donderdag en zo'n talkshow met Jessie De Caluwé op zondagnamiddag. Alles wat een mens nodig heeft dus.

Op de commerciële omroepen, daar was toch niet zo veel te zien, werd er mij gezegd. Al was dat natuurlijk wel vóór VT4 de soap "Vennebos" ging uitzenden. Maar toch was er een nadeel: op tv één en tv twee was het aandeel voetbal beperkt tot een paar samenvattingen in sportweekend. Voor de integrale matchen of de samenvattingen op zaterdagavond moest je bij "de vtm" zijn. En daar hadden we wel iets voor over. Zoals met een draagbaar tv-toestel op zoek gaan naar de kabelaansluiting in het leegstaande huis naast ons om er daar dan, met twee stoelen, één tafeltje en voor de rest niets dan stof en puin, een gezellige avond van te maken...

Maar het was geen toeval dat ik enkel voetbal keek op een commerciële zender. Ik werd immers zenuwziek van telkens weer dat spervuur van reclame, en 45 minuten voetbal was -denk ik- het enige dat nog echt gespaard bleef van de "commerciële onderbrekingen".

Maar alles went, en tegenwoordig kan ik die pauzes soms wel appreciëren. Je gaat wat halen om te eten of te drinken, strekt de benen, danst de horlepiep of schrijft een nieuw hoofdstuk van je memoires. Maar toch zal het altijd een haat-liefdeverhouding blijven. Want soms vraag je je af voor welke kudde vee, gespeend van elke intelligentie, de commerciële zenders hun kijkpubliek eigenlijk houden.

Want blijkbaar heeft een grootschalig onderzoek uitgewezen dat televisiekijkend Vlaanderen collectief aan alzheimer lijdt. En dus is het tegenwoordig zo dat er bij een film na elk reclameblok moet worden begonnen met de laatste minuut van vóór dat reclameblok, toch wel zeker een viertal minuten eerder...

Nog erger is het wanneer een programma amper anderhalve minuut bezig is (waarin overigens alleen maar werd teruggeblikt op wat er de vorige keer gebeurde) en dan al wordt onderbroken door een zogenoemde "powerbreak" van 30 seconden. Waarna er -want we hebben niet alleen alzheimer, maar ook het geheugen van een vis- nog eens wordt teruggeblikt op de terugblik. En er wordt vooruitgeblikt op wat er allemaal staat te gebeuren. Maar intussen zijn we alweer drie minuten verder, en is het alweer de hoogste tijd voor een terugblik op de vooruitblik, en een commerciële onderbreking. Daarna blikken we nog even terug en vooruit, waarna dinge het met dinge doet (wat we uiteraard al hadden gezien in de voorspotjes), en dingske iets zegt over dinge. Ho, grof! Tijd voor een terugblik! En reclame! Daarna een nieuwe terugblik, want het was toch wel héél grof. En dan een vooruitblik op welk effect deze schermutseling van één zin zal hebben op de onderlinge relaties. Waarna dinge iets grappigs doet, en dinge het dan met dingske doet. Waarna er nog één keer uitvoerig wordt teruggeblikt en u ook al een glimp opvangt van wat er volgende keer allemaal staat te gebeuren (lees: u ziet al de volledige aflevering, maar dan niet onderbroken door reclame). En zo is ongeveer een kwartier beeldmateriaal goed voor een avondvullend programma.

En dan maar klagen over de vele heruitzendingen van de VRT. Daar zit tenminste nog een paar jaar tussen.