Afgelopen dinsdag had ik het geluk om nog net het einde van het programma "Jonas & Van Geel" mee te pikken, een talkshow (al heet dat tegenwoordig "late night show" zeker?), waarin - zoals het een talkshow betaamt - een mengelmoes aan gasten het op een gezellig keuvelen zet. Die gasten waren deze keer de genaamden Nathalie Meskens (wist u trouwens dat zij is afgevallen?), het ensemble K3 en de Engelse entertainer Robbie Williams. Het leek een amusante boel, en als afsluiter van het programma mocht de heer Williams nog een van zijn nummers ten berde brengen, daartoe in zijn beste Oxford English aangemaand door gastheer Van Geel.
Maar eerst, zei Van Geel, wilde hij nog wel een selfie nemen met zijn gasten, want een Robbie Williams en K3 krijg je niet elke dag over de vloer. En wat dachten de aanwezigen ervan als ze die selfie "a little bit" zouden "up spicen"? Uiteraard zei niemand "nee", en als was het afgesproken kwamen de "spices" van achter de coulissen aangewaaid. Een koddige tweeling in tutu die blijkbaar nog had deelgenomen aan de "Little big shots"-show van mevrouw Meskens, een levensgrote Pikachu, een paar schattige hondjes, drie babes in zeer weinig verhullende kledij en "laten we er de kuisvrouw ook bij roepen" Aicha de kuisvrouw. Waarop - volgens de VTM persdienst op Twitter - "de coolste selfie ooit" werd getrokken. Het moet zijn dat de woordenboeken daar stoppen bij de N, zodat ze nooit aan "overdrijving" zijn geraakt.
Het zag er een leuke boel uit, maar toch stelde ik me enkele vragen bij dit moment van geluk. Als ik meedeed aan clickbait-internethoererij, ik zou dit titelen als "tien (of minder) dingen die er mis waren aan de "coolste selfie ooit" van Jonas Van Geel", maar ik zal eraan weerstaan. Maar dus...
- Nathalie, Robbie, Marthe, Hanne en Klaasje: het was weer lekker "all white", daar op de sofa van de heer Van Geel. Het moet zijn dat Sven De Ridder ziek was, anders had hij dit clubje ongetwijfeld vervolledigd - het was immers een programma op de VTM. En blijkbaar moest er worden gewacht tot een selfie moest worden "upgespiced" vooraleer er iemand met een andere huidskleur in beeld mocht komen, en dat waren dan de olijke tweeling, Aicha de kuisvrouw (spreek uit "kûsvra") en nog een Aziatisch type waarvan ik niet meer precies weet wat hij deed. Zij mochten opdraven, Niet dat het een tweede Terzake of De afspraak moet worden, maar misschien is er ook wel iemand van allochtone origine die iets leuks of boeiends te zeggen heeft in de talks? We suggereren maar iets. Zeker de toon waarop Aicha de kûsvra werd geroepen - "Kom Aicha, kom!" - ontlokte zowel aan mij als aan mijn eega een "Komaan, gast!"-reactie. Lekker denigrerend omgaan met de poetsvrouw, geweldig, en een stevig hart onder riem van alle poetsvrouwen- en mannen, of ze Aicha, Marc of Lien heten, die godverdomme het vuile werk voor ons opknappen en daarvoor verhoudingsgewijs nog karig worden beloond ook. Even checken op Twitter leerde echter dat voor de rest niemand onze verontwaardiging deelde, de linkse Twitterati keken blijkbaar naar iets anders of zaten in De Monk in Brussel te overleggen hoe ze de wereld zouden redden.
-Pikachu, een getalenteerde tweeling, hondjes ... een kuisvrouw. Wat hoort er niet in het rijtje thuis? Blijkbaar is iemand die haar beroep uitoefent evenzeer een curiosum als de eerste drie, en zeker als het een allochtone is! Was het een optie dat de kuisvrouw niet Aicha maar Sofie had geheten? Of Sylvia, of Wendy? Wellicht niet, wegens niet zo verdomd hilarisch grappig.
- Waarom hadden de babes een blanke huidskleur (makkelijk vast te stellen aangezien er heel wat huid zichtbaar was) en de kuisvrouw niet (helemaal)? Misschien waren er ook wel knappe allochtone dames die het zagen zitten om zich quasi volledig bloot te geven voor het plezier van enkele mannen (het moet gezegd, het was geen onaangenaam zicht)? Dan kon de kuisvrouw misschien blank zijn? Wellicht was ook dat nooit een optie.
- Waarom moesten daar überhaupt babes komen aanhuppelen, meisjes van amper 18 die zo ongeveer alles toonden op nationale televisie? Al sloot dit waarschijnlijk perfect aan bij de inhoud van de show. Ook al heb ik het niet gezien (ik keek naar Grey's Anatomy), het lijkt me weinig voordehandliggend dat de combinatie Robbie Williams-K3-Jonas Van Geel niet zou resulteren in het over en weer vliegen van lekker slinkse seksuele toespelingen tussen de jonge meidengroep en de even oude (als de drie samen) Engelse oud-Take That-er, daarin luid toegejuicht door de gastheer.
Maar goed. Als bij de voorbereiding van het programma niemand ooit de opmerking heeft gemaakt "dat dit er misschien wat over is", dan zal ik wel overgevoelig zijn, zeker? En zal deze linkse rakker weer aan het zagen zijn terwijl de kuisvrouw intussen waarschijnlijk onderdak geeft aan acht terroristen. Of zoiets. En mag een beetje bloot ook al niet meer? MOGEN WE NOG IETS HEBBEN MISSCHIENS? Latent racisme en expliciet seksime, eigenlijk is het allemaal maar bedoeld om te lachen, natuurlijk ...
Así es la vida
donderdag 13 oktober 2016
donderdag 23 juni 2016
Zelfs al verliezen we tegen Hongarije of Wales: allez les Diables!
Nee, het was niet al te best tegen de Zweden. En slecht tegen Italië. En maar één helft goed tegen de Ieren. En ja, tegen de Hongaren moet het beter, anders vliegen we er uit. Maar we gaan naar de volgende ronde. Alles is nog mogelijk (zelfs meer dan mathematisch). Dat was ooit anders. En daarom zal ik hen blijven steunen. Zelfs als ze zondag met 3-0 verliezen. Al zal ik dan nog harder vloeken dan anders.
Supporteren voor de Rode Duivels, aanvankelijk was dat niet zo moeilijk. Mijn eerste bewuste herinneringen dateren van 1990, Italië, de Mundiale ("pintje halen, nootje kraken, goaltje maken bij de buren op de buis", zong Rocco Granata). Jan Ceulemans was er nog, Enzo Scifo was er al. We wonnen vlot van Zuid-Korea, van het gerenommeerde Uruguay, maar vlogen er dan uit door de Grootste Onrechtvaardigheid nummer 1, de goal van Platt (foto). Trauma 1.
Gaan we over naar 1994, in de VS. Orlando wordt nu geassocieerd met knallende gekken, maar was toen vooral de snikhete thuisbasis van onze nationale elf. En toneel van het Grootste Sportieve Orgasme ooit, de goal van Philippe Albert tegen Dollanders. Met dank ook aan Preud’homme voor een dozijn wereldsaves en aan Jan Wouters omdat hij om welke reden dan ook voor zijn rechterbeen koos om de bal te ontzetten (bekijk die beelden maar eens).
Maar waar hoogtes zijn, zijn laagtes. Een van die laagtes kwam al daags na de 1-0 tegen Nederland, toen de gerenommeerde balvirtuoos Saeed Al Owairan onze verdediging degradeerde tot een bende strobalen en ervoor zorgde dat we in de 1/8ste finales niet tegen Ierland moesten, maar tegen “den Duits”. Met ambetanteriken als Völler, Klinsmann, Matthaus. Echte Duitsers waren dat toen nog. Uiteraard verloren we, al lag dat achteraf gezien, vonden we allemaal aan die smeerlap (sorry) van een scheids Röthlisberger die als enige op deze planeet en omstreken niet zag dat Joske Weber binnen de elf meter werd pootje gelapt (foto). Grootste Onrechtvaardigheid nummer 2. Een nederlaag afschuiven op de scheids, het zijn die kleine dingen die het voor een voetbalfan draaglijk maken. Zoals ook in 2002, toen ene Peter Prendergast onze huidige gerenommeerde coach Marc Wilmots een geldig doelpunt ontzegde tegen Brazilië.
Wat is mijn punt? Tussen 1994 en 2002, en tussen 2002 en 2016, daartussen zit een hele tijd. Ik heb de Duivels niet alleen zien afgaan tegen Saoudi-Arabië, maar ik zag hen ook krasselen op het WK 1998 en een 0-0 tegen -opnieuw – Dollanders, na 90 minuten anti-voetbal, vieren alsof het WK al binnen was, waarna we gelijkspeelden tegen –opnieuw- Zuid-Korea en Mexico en onze koffers mochten pakken. Ik zag ons verliezen op ons eigen EK in 2000, tegen Italië en Turkije, waardoor we als eerste organiserend land ooit niet naar de tweede ronde gingen. Ik zag ons, na 2002, steeds opnieuw met goede moed aan een nieuwe kwalificatiecampagne beginnen, waarna we toch weer verloren tegen Armenië of Letland, of 0-0 gelijkspeelden tegen Kazachstan. Ik zag ons spelen met de “gouden driehoek” Wesley Sonck-Emile Mpenza-Thomas Buffel, kan je nagaan. We verloren met 1-2 tegen Spanje en hadden geweldig gespeeld. Daarna verloren we er met 5-0 tegen. We waren mathematisch zelden uitgeschakeld, en uiteindelijk toch altijd weer wel.
Dus mag het nu even? Mag ik blij zijn met een negen op negen in de groepsfase van een WK (2014), ook al was het voetbal ook toen niet je dat? En ja, tegen Argentinië hadden we uiteraard meer moeten doen, of Kompany minder, zo u wil. En nee, sindsdien hebben we amper vooruitgang geboekt. En ja, we hebben de meest getalenteerde generatie ooit. We zouden met twee vingers in de neus Europees kampioen moeten worden, of toch de finale halen. En misschien/wellicht gaan we dat niet doen, omdat we ergens onderweg struikelen over Hongarije, Wales of Kroatië. Ik zal dan geweldig vloeken, maar ook de volgende keer zal ik hen steunen, al is het tegen Letland, Azerbeidjan of Kazachstan. Waarom? Daarom. En ik hoop van u hetzelfde.
Supporteren voor de Rode Duivels, aanvankelijk was dat niet zo moeilijk. Mijn eerste bewuste herinneringen dateren van 1990, Italië, de Mundiale ("pintje halen, nootje kraken, goaltje maken bij de buren op de buis", zong Rocco Granata). Jan Ceulemans was er nog, Enzo Scifo was er al. We wonnen vlot van Zuid-Korea, van het gerenommeerde Uruguay, maar vlogen er dan uit door de Grootste Onrechtvaardigheid nummer 1, de goal van Platt (foto). Trauma 1.
Gaan we over naar 1994, in de VS. Orlando wordt nu geassocieerd met knallende gekken, maar was toen vooral de snikhete thuisbasis van onze nationale elf. En toneel van het Grootste Sportieve Orgasme ooit, de goal van Philippe Albert tegen Dollanders. Met dank ook aan Preud’homme voor een dozijn wereldsaves en aan Jan Wouters omdat hij om welke reden dan ook voor zijn rechterbeen koos om de bal te ontzetten (bekijk die beelden maar eens).
Maar waar hoogtes zijn, zijn laagtes. Een van die laagtes kwam al daags na de 1-0 tegen Nederland, toen de gerenommeerde balvirtuoos Saeed Al Owairan onze verdediging degradeerde tot een bende strobalen en ervoor zorgde dat we in de 1/8ste finales niet tegen Ierland moesten, maar tegen “den Duits”. Met ambetanteriken als Völler, Klinsmann, Matthaus. Echte Duitsers waren dat toen nog. Uiteraard verloren we, al lag dat achteraf gezien, vonden we allemaal aan die smeerlap (sorry) van een scheids Röthlisberger die als enige op deze planeet en omstreken niet zag dat Joske Weber binnen de elf meter werd pootje gelapt (foto). Grootste Onrechtvaardigheid nummer 2. Een nederlaag afschuiven op de scheids, het zijn die kleine dingen die het voor een voetbalfan draaglijk maken. Zoals ook in 2002, toen ene Peter Prendergast onze huidige gerenommeerde coach Marc Wilmots een geldig doelpunt ontzegde tegen Brazilië.
Wat is mijn punt? Tussen 1994 en 2002, en tussen 2002 en 2016, daartussen zit een hele tijd. Ik heb de Duivels niet alleen zien afgaan tegen Saoudi-Arabië, maar ik zag hen ook krasselen op het WK 1998 en een 0-0 tegen -opnieuw – Dollanders, na 90 minuten anti-voetbal, vieren alsof het WK al binnen was, waarna we gelijkspeelden tegen –opnieuw- Zuid-Korea en Mexico en onze koffers mochten pakken. Ik zag ons verliezen op ons eigen EK in 2000, tegen Italië en Turkije, waardoor we als eerste organiserend land ooit niet naar de tweede ronde gingen. Ik zag ons, na 2002, steeds opnieuw met goede moed aan een nieuwe kwalificatiecampagne beginnen, waarna we toch weer verloren tegen Armenië of Letland, of 0-0 gelijkspeelden tegen Kazachstan. Ik zag ons spelen met de “gouden driehoek” Wesley Sonck-Emile Mpenza-Thomas Buffel, kan je nagaan. We verloren met 1-2 tegen Spanje en hadden geweldig gespeeld. Daarna verloren we er met 5-0 tegen. We waren mathematisch zelden uitgeschakeld, en uiteindelijk toch altijd weer wel.
Dus mag het nu even? Mag ik blij zijn met een negen op negen in de groepsfase van een WK (2014), ook al was het voetbal ook toen niet je dat? En ja, tegen Argentinië hadden we uiteraard meer moeten doen, of Kompany minder, zo u wil. En nee, sindsdien hebben we amper vooruitgang geboekt. En ja, we hebben de meest getalenteerde generatie ooit. We zouden met twee vingers in de neus Europees kampioen moeten worden, of toch de finale halen. En misschien/wellicht gaan we dat niet doen, omdat we ergens onderweg struikelen over Hongarije, Wales of Kroatië. Ik zal dan geweldig vloeken, maar ook de volgende keer zal ik hen steunen, al is het tegen Letland, Azerbeidjan of Kazachstan. Waarom? Daarom. En ik hoop van u hetzelfde.
maandag 6 juni 2016
Over (-) bezorgd zijn
“Waarom zijn we zo overbezorgd geworden om onze kinderen?” luidde de vraag boven een artikel in De Morgen van enkele weken geleden. Ja, waarom eigenlijk, vroeg ik me af, ervan uitgaande dat ik een van die ouders was die het perfecte evenwicht had gevonden tussen loslaten en beschermen en dat het over “die anderen” ging. Toen de eerste regels van het artikel gingen over “Ouders die hun kind nergens naartoe laten gaan zonder gsm, een armband die waarschuwt wanneer het tijd is om je koter in te smeren met een laag sunblock factor 50” en ik reageerde met “Zot, factor 50 of wa?!! Ge moet wel minstens 50+ gebruiken hé!!”, wist ik dat ik officieel tot “die anderen” behoorde.
Even kaderen. Om den brode schreef ik recent een artikel over zonnecrèmes, voor kinderen nog wel. Een van de eerste elementen die ik las in de technische informatie die ik hiervoor kreeg, was dat een kind 80 % meer kans maakt op huidkanker als het vijf keer verbrand geraakt door de zon. Uiteraard wéét je dat er “80 % meer” staat, en dat het risico dus gaat van pakweg 2 % naar meer dan 3 %, maar in je hoofd blijft het “80 %”, zonder de “meer”. En nee, jij wil niet de ouder zijn die z’n kind voor 80 % zekerheid met huidkanker opzadelt.
Dus ik ben als een gek beginnen smeren. Telkens als de zon zich ook maar een beetje liet zien en onze dochter van twee wilde “buiten pejen”, floot ik haar terug voor een grondige smeerbeurt. Beentjes, armpjes, gezichtje … Oren niet vergeten! “Janne zanbak!”. Wacht! Nog - “JANNE ZANBAK!!”- niet klaar! Gelukkig laat ze het uiteindelijk vrij vlot gebeuren, omdat papa telkens ook onder een laag factor 50+ mag worden gestopt. Maar bij deze al op voorhand mijn excuses aan de medevakantiegangers: het is niet om jullie een schuldgevoel te geven, maar ik zal smeren tot mijn armen er af vallen!
U kunt zich de paniek al voorstellen toen bleek dat een fietstochtje van een paar minuten op een zeer zonnige dag, van het zwembad naar huis (en geen zonnecrème bij) genoeg bleek om haar voetjes een al te rode tint te geven. Lap, al 16 % kans op huidkanker en opgezadeld met een “failed parent”- stempel. Een veroordeling voor kinderverwaarlozing was slechts een kwestie van tijd. Dat het kind, telkens als we de pijn een beetje wilden verzachten met zalf, een dramatische “Aw, mijn voetjes!” uitstootte, maakte het schuldgevoel niet bepaald kleiner. Ze kent al veel woordjes, maar het woord “compassie” duidelijk nog niet.
Talrijk zijn ze wellicht, en uiteraard komen ze ook aan bod in het eerder vernoemde artikel: zij die meewarig het hoofd schudden bij zoveel “gepamper” en vervolgens over vroeger beginnen. Toen je als kind ’s morgens vertrok en pas ’s avonds, zo goed als verkoold, met amper nog kleren om het lijf en met hier en daar een gebroken ledemaat, terug thuis kwam en amper iemand die het opmerkte. De schouders uit de kom werden vakkundig rechtgezet en hup, vooruit met de geit! Je fietste 20 kilometer, zónder fietshelm en ademde intussen de zuivere lucht van pesti- en andere ciden, zwavel en mest à volonté in. Bio? Dat was voor homo’s! Al bestonden die toendertijd nog niet, uiteraard. Tegenwoordig hé, tegenwoordig worden àlle kinderen opgevoed tot slappelingen!
Schone tijden, dat zeker. Maar tijden veranderen. Als ik vandaag voor bio kies, is dat dan gepamper of is dat dan een keuze voor minder troep in dat kleine lijfje? En die fietshelm is inmiddels helaas een must om de kroost te wapenen tegen die honderdvijftig miljoen bedrijfwagens die de karrenpaden van weleer hebben ingenomen. En ja, we smeren factor 50+. Maar ik pas voorlopig, of ik probeer toch te passen, voor de rol van cirkelende “drone-ouder” die z'n nageslacht, gebruik makend van allerlei trackingtoestanden, smartphones en webcams, volgt op elke centimeter die hij of zij beweegt. Dochterlief mag al eens uit het zicht verdwijnen, zonder paniekaanvallen dat ze op straat zal worden omvergereden. Ooit zal ze alleen over die straat naar school moeten, naar de jeugdbeweging om daar haar kleren vuil te maken en ledematen te breken. Naar een fuif, om later thuis te komen dan afgesproken, zonder te verwittigen. We zullen het laten gebeuren. Maar met een heel klein hartje, uiteraard. Net als al “die anderen”.
vrijdag 8 januari 2016
Met de P van Probleem
Geregeld fiets ik mijn dochter van bijna twee naar haar
creche. Onderweg kijkt ze als een bijna-tweejarige naar de wereld en ik kijk
mee. Auto! Veel auto’s! Een grote vrachtwagen! Mevrouw op de fiets! Hondje,
poesje, vogel, nog vogel. Schaapje! Paardjes! Blikjes langs de weg. Kortom,
altijd wat te zien en heel wat (fijn) stof om over te discussiëren.
Onze route van iets meer dan een kilometer leidt ons ook
voorbij twee grote billboards, een tegen de gevel van een huis en eentje
vrijstaand langs de waterkant. Allerlei moois passeert er de revue: die
bedriegers van Seats & Sofas, Bokrijk, Brabantia, Dag Allemaal… Maar sinds
enkele weken worden we twee maal begroet door de nauwelijks in textiel verhulde
derrière, naar ons gericht, van een ons onbekende dame. Dit beeld is vergezeld van de tekst “Een keer per maand is genoeg” en blijkt reclame voor
het mannenblad-van-vele-oorlogen P-magazine.
Als mijn dochter en ik deze billboards voorbijrijden, is
het gesprek al meermaals – zeker in het begin – gestokt. Ik heb haar al
verschillende keren naar het beeld zien kijken en was al blij dat ze niet
“mama” wees, zoals ze doorgaans doet bij elke dame die ze eender waar ziet,
maar vraag me toch af wat er in haar bijna-tweejarige hoofdje omgaat bij het
zien van deze foto. Als het kind nog een beetje ouder is en echt begint te
praten en vragen te stellen, hoe moet ik haar dan uitleggen dat die dame daar
staat om… tja, waarom eigenlijk? Om een blad aan te prijzen dat, na veel zoeken
en tasten en pogingen tot reanimatie door onder meer de betreurde Patrick De
Witte, die er een “fatsoenlijk” blad van wilde maken, zich toch maar heeft
teruggeplooid op de oude waarden van vrouwelijk bloot en schoon, daarom? Maar
moet dat vrouwelijk bloot en schoon dan op een poster van 7 op 5 langs de
openbare weg hangen?
Opeens vraag je je af hoe ver we dan eigenlijk staan als samenleving, als we zo'n beelden van vrouwen (letterlijk) ophangen. Dit terwijl seksisme, discriminatie van vrouwen of van andersgeaarden, geweld soms, al enkele jaren weer helemaal terug zijn of lijken, vaak ook door sociale media. Femme de la rue, #wijoverdrijvenniet… De rimpelingen van deze, op het moment zelf vaak kolossale, stenen in de kikkerpoel zijn al lang weer weg, en alles, of toch veel bleef bij het oude. Danira Boukhriss Terkessidis wordt onder het goedkeurend oog van tv-kijkend Vlaanderen geofferd op het altaar van de seksistische mop, moet zich nog bijna verontschuldigen omdat ze te slim was en wordt publiekelijk geschandpaald op twitter en hln.be. Intussen wordt Donald Trump bij elke vrouwonvriendelijke opmerking die hij maakt hoger op het schild geheven door Amerikanen die al lang de weg kwijt zijn en dan maar meteen enkele eeuwen terug in de tijd gingen, en worden vrouwen in Keulen, Hamburg, Frankfurt, maar ook op zoveel andere plaatsen, bepoteld, beschimpt, betast en verkracht.
En neen, nein, no, non, ik zeg nergens dat het onze eigen schuld is dat "onze" vrouwen worden aangerand, omdat er hier langs wegen en waterlopen enkele affiches staan met veel bloot. Je blijft van hen af, punt, zoals intussen al zo vaak gezegd. Zelfs als ze in een P-outfit naast u staan aan de toog van café De Sportvriend, is dat nog steeds geen uitnodiging tot eender wat. De daders van de aanrandingen in Keulen, maar ook van aanrandingen overal elders, blank, zwart, Noord-Afrikaans, Syrisch of niet, verdienen een waardige straf (we bedenken wel iets) en het maatschappelijk debat moet worden gevoerd. Maar kan dat wel écht als we het daarnaast nog steeds oké vinden dat dames in onze maatschappij als fijne vleeswaren worden getoond?
dinsdag 11 augustus 2015
Ode aan Teletekst: waarom pagina 504 (nog even) niet kan worden gemist
Laten we over koetjes, voetbal en de lotto praten. Of toch
over voetbal. Sinds enkele weken is de Jupiler Pro League, ook wel bekend als
onze vaderlandse voetbalcompetitie, opnieuw op gang gefloten, zoals dat dan
heet in voetbaltermen. Week na week verbazen toppers als Jovan Kostovski, Jarno
Molenberghs, Rob Schoofs en Goh Bi Cyriac ons wederom met balkunsten die
Premier League-sterren enkel op de Playstation durven en kunnen we ons vergapen
aan topaffiches als Moeskroen-Waasland-Beveren en STVV-Zulte-Waregem.
Al van kindsbeen af volg ik de voetbalavonturen op de
Belgische velden op de voet. Ik was 10, 11 of 12 of zoiets en RWDM,
Eendracht Aalst, Harelbeke en Lommel speelden nog (soms) in eerste klasse. Het internet was een verre, boze droom, dus was ik aangewezen op het medium "radio" (zo iets met knoppen en een antenne) voor de uitslagen. Helaas waren de uitslagen van de zaterdagavondmatchen er pas om 22 uur, een tijdstip waarop een (relatief) kleine pagadder als ik destijds al onder zeil moest zijn, en duurde het tot zondagochtend voordat ik kon horen over de doelpunten van Patrick Goots of Remco Torken, de fratsen van Florian Urban en Stijn Vreven en de reddingen van Danny Verlinden. Het nieuws van 8 uur kon
ik nog net meepikken voordat we naar de “halfnegenmis” moesten vertrekken. Ontelbare
keren heb ik Johan Janssens tot spoed aangezet omdat hij maar bleef doorlullen over oorlogen en schandalen, terwijl hij gewoon over moest gaan tot de belangrijkste bijzaak ter wereld. De meest
verlossende woorden die ik op zondag hoorde, waren dan ook, veeleer dan het
woord van de Heer, “In de eerste klasse
van het voetbal heeft..." .
Later bleek er zoiets te bestaan als Teletekst, een zwart
scherm dat achter de televisie zat verborgen en waar heel wat saai nieuws op te
lezen stond, maar vooral: waar de voetbalstanden live werden bijgehouden.
Opeens moest ik geen nacht meer niet-slapen om te weten wat de Malinwa had
gedaan, maar kon ik het scoreverloop gewoon op de voet volgen, op pagina 504,
met doelpuntenmakers en al! Joris Van Hout, Joao Elias, Steven Ribus: het
dodelijke drietal van de KV! En vrijwel meteen na de match kon je al een
wedstrijdverslag lezen, op pagina 507, 508, 509 of nog verder. De stand? 505!
Topschutters? 506 uiteraard! Van topwedstrijden of wedstrijden op vrijdagavond
kon je zelfs al de opstelling vooraf en de wissels en soms zelfs een verslag
minuut-per-minuut lezen. Echt tv-kijken was er al lang niet meer bij, het was wachten op die paar minuten tussen De Kampioenen en het daaropvolgende programma om snel de tussenstanden te checken. Van VTM was er geen sprake thuis, reclameblokken werden node gemist. Toen pagina 599, die ervoor zorgde dat de tussenstanden afwisselend werden getoond in een klein balkje rechtsboven het scherm, werd ontdekt was het helemaal "foutu".
Zelfs toen het internet de boel ging domineren, en je je via
honderdvijftigduizend sportsites kon laten bestoken met sms’en telkens er werd
gescoord, niet werd gescoord, rood of geel of paars werd gegeven en een blote
vent het veld opcrosste, bleef ik zweren bij den TT. Ietsje minder fanatiek
misschien, want de zaterdagavonden geraakten ook wel eens gevuld, maar bij
thuiskomst was de eerste taak, in zoverre de eventueel benevelde toestand dit
toeliet, toch altijd het raadplegen van pagina 504.
Maar dit seizoen was er iets veranderd. Van de openingsmatch
waren er geen opstellingen vooraf te
lezen, enkel de score en een zuinig verslagje achteraf. De andere matchen
kregen zelfs het verslagje niet meer. Ach ja, het is zomer, dacht ik
aanvankelijk, de Sporza-mannen liggen nog op de stranden van Lloret de Mar.
Maar ook speeldag twee kreeg een minimale hoeveelheid aan Teletekst-aandacht,
en ik stuurde ongerust een tweet naar @sporza. Het antwoord was kort (zo gaat
dat op den Twitter), maar duidelijk: enkel nog verslagen van topmatchen en de
livescores op TT.
Mijn opstandigheidsklier schoot uiteraard meteen in actie! Teletekst,
een medium in de fleur van zijn leven, zomaar afbouwen? Het zal wel weer liggen
aan de besparingen van onze rechtse regeringen! Hoe moet het nu verder?! Moeten
er eerst doden vallen voor deze onrechtvaardige, koude, meedogenloze beslissing
zou worden teruggedraaid?! Een sociale media-rel drong zich op! #jesuisTT, #weareTT! We zouden allemaal Teletekst zijn, zoals we al zoveel waren geweest.
Maar vreemd genoeg waren de reacties in mijn omgeving
veeleer lauw. Ofwel werd het Belgische voetbal amper gevolgd en kende men er
niets van (doorgaans waren dit supporters van Anderlecht), ofwel kon de
teloorgang van de teletekst mijn gehoor slechts matig boeien. Pagina 504 deed
maar weinig bellen rinkelen. “Teletekst, bestaat dat nog?” was misschien nog de
meest gehoorde reactie.
Zou het daadwerkelijk? Is de rol van TT dan toch stilaan
uitgespeeld? Hebben de voetbalfans de pagina’s 500 en volgende ingeruild voor
de websites en de bijbehorende sms’en? Het lijkt er verdraaid veel op. En het
is gebeurd zonder dat ik er erg in had.
The times,
they are a changin zeker? Ooit zal ik teletekst moeten loslaten. Mentaal
kan het verwerkingsproces al beginnen. Maar tot die tijd zal sporza.be geen
extra klant aan mij hebben, op zaterdagavond. Ik blijf trouw aan pagina 504,
tot het laatste fluitsignaal.
donderdag 26 februari 2015
Veggie zonder vrees
Arme Alexia Leysen. Hoe vaak zou ze dezer dagen, wanneer ze
haar Facebookpagina of haar mailbox opent, niet worden aangesproken met
"vegiterroriste" of worden bestempeld als nagel aan de doodskist van onze traditionele, vleesminnende eetcultuur, van op een anoniem profiel of door stoofvlees4ever@hotmail.com?
Want de kant is groot dat dat gebeurt. De reden? Alexia is de initiatiefneemster van Dagen zonder vlees.
Wat voorafging: enkele jaren geleden had juffrouw Leysen het idee om een eigentijdse invulling te geven aan de vasten, de veertigdagentijd voor Pasen. Ze wilde een verstervingske doen, zoals dat vroeger heette, en kwam uit bij minder vlees eten. Omwille van de impact die de productie ervajn heeft op ons klimaat. Vanuit een zekere bezorgdheid over de toekomst dus.
Inmiddels zijn we ettelijke jaren verder en is Dagen zonder vlees uitgegroeid tot een echte traditie, een landelijke actie waar BV's en meer dan 40 000 gewone stervelingen zich achter scharen en die een niet aflatende stroom aan vegetarische recepten in onze mailboxen teweegbrengt. Zelfs slagers zijn niet massaal hun vleesmessen wat extra aan het bijslijpen om Alexia IS-gewijs te kielhalen, maar pleiten -althans sommigen- voor minder, maar beter vlees.
Kortom, iedereen tevreden.Toch?
Wat voorafging: enkele jaren geleden had juffrouw Leysen het idee om een eigentijdse invulling te geven aan de vasten, de veertigdagentijd voor Pasen. Ze wilde een verstervingske doen, zoals dat vroeger heette, en kwam uit bij minder vlees eten. Omwille van de impact die de productie ervajn heeft op ons klimaat. Vanuit een zekere bezorgdheid over de toekomst dus.
Inmiddels zijn we ettelijke jaren verder en is Dagen zonder vlees uitgegroeid tot een echte traditie, een landelijke actie waar BV's en meer dan 40 000 gewone stervelingen zich achter scharen en die een niet aflatende stroom aan vegetarische recepten in onze mailboxen teweegbrengt. Zelfs slagers zijn niet massaal hun vleesmessen wat extra aan het bijslijpen om Alexia IS-gewijs te kielhalen, maar pleiten -althans sommigen- voor minder, maar beter vlees.
Kortom, iedereen tevreden.Toch?
Toch niet.
Blijkbaar is het succes van de actie en de grote media-aandacht die ze krijgt voor sommigen een signaal om zich net af te zetten tegen het hele concept en het tegenovergestelde te doen. Om niet het vlees even en slechts gedeeltelijk achterwege te laten, maar om net extra kilo's spek te laten aanrukken. In die tegenbeweging zijn meerdere groepen te ontwaren. Je hebt enerzijds de klassieke "haters", mannen van 40 en vrouwen tussen de 60 en de 70 die zich verplaatsen in SUV's en dagelijks meerdere kikkers en konijntjes onder hun wielen pletten en gewoon overal "tegen" zijn. Mocht er om de een of andere reden een actie voor een goed doel worden opgezet met een compleet tegenovergestelde opzet, namelijk "dagen met zo veel mogelijk vlees", waarbij de ondergrens ligt op twee sappige koteletten of drie nog van het bloed druipende zwarte pensen per dag, dan zouden zij zich wellicht met graagte veertig dagen tegoed doen aan sla, radijsjes en rammenas.
Maar daarnaast is er ook een groep die niet per se anti-alles is, maar die zich toch enigszins bedreigd voelt door de actie. Die vindt dat een bepaald soort gedrag wordt opgelegd, dat "geitenwollensokken hen weeral aan het betuttelen zijn" en "dat ze toch zelf wel bepalen wat ze eten of niet zeker". Ze voelen zich geschaad in hun privacy en gaan zich groeperen in Facebook-groepen. Als er een iemand van die "geitenwollensokken" in al zijn enthousiasme misschien een ietsje te ver gaat en ook nog eens Vlaams icoon Jerre Meus op de korrel neemt, is dit natuurlijk koren op hun ... euh, vleesmolen.
En natuurlijk zijn er ook weer degene die het nut van de actie in vraag stellen, en vinden dat de deelnemers aan de actie maar meteen alle klimaat-verantwoordelijkheid op hun frele, tengere want vleesloze schouders moeten dragen. Men begint zich af te vragen waarmee de kranten werden gevuld in jaren-zonder-dagen-zonder-vlees.
Hoeveel eer al die aandacht voor de actie ook is, het is bijzonder jammer dat ook Dagen zonder vlees aanleiding geeft tot polarisering, tot links versus rechts, iets wat vandaag de dag blijkbaar een "must" is. Altijd moet er debat zijn tussen voor en tegen, wat dan uiteindelijk per definitie escaleert in de krochten van Facebook en andere Twitters.
Het is vooral bijzonder jammer omdat Dagen zonder vlees net helemaal niets oplegt, volledig vrijblijvend is en u dus nog altijd volledig zelf kunt bepalen wat er op uw bord komt. Het gaat om een beetje bewustwording, nadenken over wat we eten, maar zonder verplichting. Wie meedoet en één dag minder vlees eet, prima. Wie meedoet en veertig dagen enkel zeewier eet ... ik zou toch oppassen daarmee. U kunt zelfs lichtjes frauderen, bolletjes groen kleuren als u toch stiekem uw vinger hebt gestoken in het verse gehakt. Niemand zal u erop aanspreken. Zo vrijblijvend is het. Kunnen we dus even alles vergeten en verdergaan onder het motto "eten en laten eten"? En laat het stoofvlees zeker smaken, zondag!
Het is vooral bijzonder jammer omdat Dagen zonder vlees net helemaal niets oplegt, volledig vrijblijvend is en u dus nog altijd volledig zelf kunt bepalen wat er op uw bord komt. Het gaat om een beetje bewustwording, nadenken over wat we eten, maar zonder verplichting. Wie meedoet en één dag minder vlees eet, prima. Wie meedoet en veertig dagen enkel zeewier eet ... ik zou toch oppassen daarmee. U kunt zelfs lichtjes frauderen, bolletjes groen kleuren als u toch stiekem uw vinger hebt gestoken in het verse gehakt. Niemand zal u erop aanspreken. Zo vrijblijvend is het. Kunnen we dus even alles vergeten en verdergaan onder het motto "eten en laten eten"? En laat het stoofvlees zeker smaken, zondag!
dinsdag 2 december 2014
Solidair, maar met wie eigenlijk?
"Wegens de mogelijke black-out in ons omringende gemeenten, zal onze gemeente dit jaar geen kerstverlichting hangen langs de straten". Deze mededeling, min of meer, stond onlangs te lezen in het infoblad van onze gemeente, die zelf gespaard zal blijven van zwartheid dankzij de aanwezigheid van belangrijke industrie.
Geen kerstverlichting dus, om onze buren een zwarte kerstmis te voorkomen. Schoon toch? Kunnen de begrippen solidariteit en naastenliefde beter worden geïllustreerd, in deze periode, dan op deze manier? En uiteraard ben ik voor het besparen van energie. Sinds jaar en dag doe ik er alles aan om het eigen verbruik te beperken, buren of vrienden die erom vragen hier en daar een tip te geven en -vooral- mensen die er niet om vragen zoveel mogelijk gerust te laten, ook al is de verleiding vaak groot.
Met de campagne OffOn is nu ook de overheid op de kar van de energiebesparing gesprongen. Niet droogtrommelen of strijken tijdens de piekuren, en de eenpansgerechten zijn intussen legendarisch. Toch is het een beetje cynisch dat er blijkbaar enkel moet worden bespaard als het echt niet anders kan. Terwijl een dergelijke campagne al veel langer nodig was, tegen minder tastbare maar veel ingrijpendere gevolgen, op langere termijn.
Bovendien vraag ik me af met wie ik eigenlijk solidair ben, als ik mijn gedrag zou aanpassen en mijn gemeente de kerstverlichting zou doven. Met de buurgemeenten, of toch vooral met de regeringen van de voorbije 15 jaar en de nucleaire lobby? De regeringen, die om ter meest verwarring zaaiden over al dan niet uitstappen uit kernenergie, om zo alle mogelijke investeringen in alternatieve energiebronnen te ontmoedigen. De nucleaire lobby, die haar miljarden euro's winst nooit heeft geïnvesteerd in een verbetering van hun infrastructuur en nu, nu ze niet meer onder herstellingen uit kan, opnieuw komt aankloppen bij de overheid voor nog wat extra subsidie.
Maar worden zij, degene die deze black-out hebben mogelijk gemaakt, verantwoordelijk gesteld? Nee, nu de situatie echt precair wordt en de overheid en de energiesector hebben gefaald, nu worden inspanningen verwacht van ons, de burger met de kook, de was en de plas. Minder verbruiken, kerstverlichting uit. Als het effectief tot een black-out komt, zal het onze schuld en onze verantwoordelijkheid zijn. Maar goed, tegenwoordig ziet niemand er blijkbaar graten in om, bij gebrek aan beleid of enige visie de schuld te schuiven in de kleinste schoenen.
Ik zal geen kerstlamp minder laten branden, en ik hoop van u hetzelde (maar als u energie wilt besparen, houd u vooral niet in).
Geen kerstverlichting dus, om onze buren een zwarte kerstmis te voorkomen. Schoon toch? Kunnen de begrippen solidariteit en naastenliefde beter worden geïllustreerd, in deze periode, dan op deze manier? En uiteraard ben ik voor het besparen van energie. Sinds jaar en dag doe ik er alles aan om het eigen verbruik te beperken, buren of vrienden die erom vragen hier en daar een tip te geven en -vooral- mensen die er niet om vragen zoveel mogelijk gerust te laten, ook al is de verleiding vaak groot.
Met de campagne OffOn is nu ook de overheid op de kar van de energiebesparing gesprongen. Niet droogtrommelen of strijken tijdens de piekuren, en de eenpansgerechten zijn intussen legendarisch. Toch is het een beetje cynisch dat er blijkbaar enkel moet worden bespaard als het echt niet anders kan. Terwijl een dergelijke campagne al veel langer nodig was, tegen minder tastbare maar veel ingrijpendere gevolgen, op langere termijn.
Bovendien vraag ik me af met wie ik eigenlijk solidair ben, als ik mijn gedrag zou aanpassen en mijn gemeente de kerstverlichting zou doven. Met de buurgemeenten, of toch vooral met de regeringen van de voorbije 15 jaar en de nucleaire lobby? De regeringen, die om ter meest verwarring zaaiden over al dan niet uitstappen uit kernenergie, om zo alle mogelijke investeringen in alternatieve energiebronnen te ontmoedigen. De nucleaire lobby, die haar miljarden euro's winst nooit heeft geïnvesteerd in een verbetering van hun infrastructuur en nu, nu ze niet meer onder herstellingen uit kan, opnieuw komt aankloppen bij de overheid voor nog wat extra subsidie.
Maar worden zij, degene die deze black-out hebben mogelijk gemaakt, verantwoordelijk gesteld? Nee, nu de situatie echt precair wordt en de overheid en de energiesector hebben gefaald, nu worden inspanningen verwacht van ons, de burger met de kook, de was en de plas. Minder verbruiken, kerstverlichting uit. Als het effectief tot een black-out komt, zal het onze schuld en onze verantwoordelijkheid zijn. Maar goed, tegenwoordig ziet niemand er blijkbaar graten in om, bij gebrek aan beleid of enige visie de schuld te schuiven in de kleinste schoenen.
Ik zal geen kerstlamp minder laten branden, en ik hoop van u hetzelde (maar als u energie wilt besparen, houd u vooral niet in).
Abonneren op:
Posts (Atom)